Toch vonden ze, grotendeels tussen de hoge gebouwen, een klein parkje. De maan scheen door het bladerdek van de hoge bomen, die met gekrulde, ranke takken over het wateroppervlak van de kleine vijver hing.

'Het is gewoon oneerlijk,' fluisterde Kenna met een gebroken stem. Het kostte haar moeite om het droog te houden. Kenna, Teegan en Selene hadden niet op het podium gestaan toen het gebeurde en vanuit het publiek moeten toezien hoe het podium uit elkaar gereten werd. Ze hadden enkel door de chaos die volgde enkele verwondingen hadden opgelopen. Selene was er met haar gekneusde ribben nog het ergst aan toe.

Ze verzamelden zich rond het vijvertje en toen iedereen er was begon Sabina te praten. In eerste instantie leek de vrouw haar masker te hebben opgezet, maar al snel was ook in haar ogen een kleine fonkeling zichtbaar.

'Mijn kinderen,' zei Sabina zachtjes. 'We zijn vanavond bijeengekomen om Weslee, Aurelia en Talia, te herdenken die twee dagen geleden op een vreselijke manier van ons zijn afgenomen. Wat er is gebeurd is onomkeerbaar, maar onze geweldige herinneringen aan hen zullen altijd ons hart vullen met liefde.' Ze nam een moment om haar blik over de groep te laten gaan.

Dat deze woorden gezegd moesten worden, was onwerkelijk. Sabina, de vrouw die hen de armband had gegeven, die hen had laten brandmerken... Livia wendde haar gezicht af.

Terwijl Sabina doorging met vertellen, verdween haar stem langzaam naar de achtergrond.

Livia boog haar hoofd en keek naar de lelies op het water. Eentje van deze dreef precies op de plek die werd geraakt door de maneschijn en trok om deze rede alle aandacht naar zich toe.

'Mag ik jullie vragen om iets over de meiden te vertellen?'

Livia keek weer op en zag Sabina door de groep kijken. De jongens en meiden hadden hun ogen op de grond gericht. Een snik vulde de stilte. Livia hield het kaarsje in haar handen. Het vlammetje trilde.

Kayleigh nam het voortouw door iets te vertellen over Aurelia.

Livia's ogen gingen weer terug naar die ene waterlelie. Zacht, bladeren elegant en beweeglijk. Het bewoog in de wind, creëerde kleine trillingen op het wateroppervlak. Het hoorde daar. Niets anders had die plek mogen vullen. Niets.

Terwijl ze op de achtergrond mensen hoorde huilen, haalde Livia diep adem en probeerde ze haar tranen te bedwingen. Het huilen had voorbij moeten zijn. Het huilen had weggestopt moeten worden, om nooit meer een schrijntje van pijn door te laten breken.

De beelden van Talia, Aurelia of Weslee vervaagden en vormden zich tot mensen die haar nog dierbaarder waren geweest.

Ze zag haar vader die nog een laatste keer naar haar op had willen kijken. Een kans die hem niet was gegeven. Zijn levenloze lichaam viel over zijn al overleden zoon.

Haar moeder, geraakt door een pijl, die terwijl ze op de grond zakte, met haar ogen zochten naar mensen die haar gerust konden stellen. Ook te laat.

Een traan viel over haar wang.

Felix' schreeuw vulde de stilte, maar het was alleen aan Livia om deze te horen.

Valentia en Valeria, die veel te jong gevonden moesten worden door Mortas. Ze lagen op de grond en keken naar de zorgeloze blauwe lucht, die ze nooit meer mochten aanschouwen.

Ook zij hadden het leven vroegtijdig moeten verlaten, maar een herdenking hadden ze nooit gekregen.

'Dat waren prachtige woorden,' zei Sabina nadat Kenna stil viel.

Livia keek beduusd op, want dit was haar compleet ontgaan. Het lukte haar nu niet meer om haar tranen te bedwingen. Teegan kwam naast haar staan en sloeg beschermend een arm om Livia heen, die haar hoofd op de schouder van de jonge vrouw liet rusten.

'Laten we bidden tot Mortas en hem vragen om over Talia, Aurelia en Weslee te waken in het hiernamaals.' Sabina nam het voortouw in het gebed en de rest volgde.

Livia sloot haar ogen. Alhoewel ze de laatste paar weken sterke twijfels had kregen bij het geloof in de Goden, voelde het toch goed om zich tot Mortas, de God van de dood en de onderwereld te richten. Als hij er was... als hij het kon... ja, dan had ze er vertrouwen in dat hij voor eeuwig zou waken over Talia en haar familie.

Nadat het gebed was afgelopen verliet Sabina als eerste het parkje.

Livia's ogen gleden weer terug naar de lelie op het water. Een wolk was voor de maan gegleden, waardoor die ene bloem niet meer alle aandacht opeiste. Het was opgeslokt door de vele andere in de vijver.

Later die avond stonden Sean en Aeryn samen met Sabina in een kleine donkere kamer, diep in het centrum van Larmondur

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

Later die avond stonden Sean en Aeryn samen met Sabina in een kleine donkere kamer, diep in het centrum van Larmondur. Een raar mechanisme lag voor hen uitgestald op de tafel. De onderdelen waren verbrand en kapot. Enkele losse stukken waren bij het mechanisme gelegd om duidelijk te maken dat deze hier ooit onderdeel van waren geweest. Toch zaten er nog gaten in. Niet alle onderdelen van de bom waren teruggevonden.

'En is het nog altijd niet duidelijk wie het gedaan heeft?' vroeg Sabina zachtjes aan de officier. De officier keek wazig uit zijn ogen, alsof hij niet helemaal bij zinnen was op het moment van spreken.

En natuurlijk was hij dat ook niet.

'Het mechanisme is in elkaar gezet met Zwarte Magie, dus het kunnen zoveel mensen in Larmondur zijn geweest. En wie weet was het niet eens iemand uit de stad zelf. We weten het niet,' vertelde de jongeman.

Sabina draaide zich om naar Aeryn en ze voelde dat de armband begon te gloeien. 'Vind degene die hier verantwoordelijk voor is en zorg dat hij of zij hier niet mee wegkomt.'

Aeryn knikte en zonder nog een woord te zeggen liet ze Sean en Sabina achter in het kleine kamertje. Ze stapte de frisse nachtlucht in, waar ze aan het begin stond van haar zoektocht naar de moordenaar.

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.
Feniks in de As [Kronieken van Rhâga #1]Where stories live. Discover now