Hoofdstuk 10.1

85 16 10
                                    

'Wat is er gister gebeurd?' vroeg Kenna de volgende morgen nieuwsgierig toen Livia zich bij haar vriendinnen in de eetzaal voegde. Ze zat nog niet eens en de vraag werd haar al gesteld.

Selene besloot het tactischer aan te pakken. 'Gaat het met je?' vroeg ze bezorgd.

Livia'a gezicht was nog rood, maar verder had ze geen aandenken aan gisteren overgehouden.

Gelukkig.

Ze knikte en kwam naast haar vriendinnen aan tafel zitten.

'Het gaat wel,' zei ze tegen Selene. Het ging oprecht. Ze voelde zich een stuk beter. Ze kon niet veel anders doen dat het te accepteren. Dit soort dingen hoorden nu bij haar nieuwe leven.

Allemaal keken ze Livia met grote ogen aan. De nieuwsgierigheid spatte van hun gezichten, maar niemand durfde verder door te gaan op het onderwerp.

'Er is niets gebeurd,' zei Livia zachtjes, bij wijze van een antwoord op Kenna's vraag. Het ging beter, maar ze had alsnog geen zin om erover te praten. 'Ik vertel het later nog wel eens.'

Voornamelijk Kenna keek wat zuur, maar ze zei verder niets meer. Ook de rest drong niet door.

Vandaag begon hun reis naar Larmondur, dus na het eten zochten ze hun laatste spullen bij elkaar. Ze was net haar tas aan het vullen, toen Sabina de kamer binnen kwam. Noah kon ze wel vergeten, maar iets waar ze de gehele nacht bang voor was geweest, was Sabina's reactie.

'Livia,' zei ze zachtjes en stap voor stap liep ze verder de kamer in. Het Hoofd van de Desalto wachtte enkele lange seconden, waar Livia alleen haar eigen hartslag in haar keel kon voelen kloppen. 'Je wang ziet er niet zo slecht uit als ik had gedacht... Wat is er gisteravond gebeurd?' Het was eerder een eis dan een vraag.

Haar vriendinnen kon ze de gebeurtenissen wel verzwijgen, maar tegenover Sabina lukte dit niet. Om deze reden vertelde ze stotterend wat er was gebeurd. Livia had verwacht dat Sabina naar haar uit zou vallen, maar tot haar grote verbazing was dit niet het geval. De vrouw luisterde geduldig totdat ze haar gehele verhaal verteld had. Pas hierna gaf ze zelf een reactie, die begon met een diepe zucht.

'Dit is een moeilijke wereld, Livia,' gaf ze toe. 'Ik wil ook niet dat jongens aan mijn meiden gaan zitten, maar de volgende keer moet je het toch echt op een tactische manier brengen.'

'Hoe?' Livia haalde haar handen door haar haar en keek hulpeloos naar de vrouw, die zich voor het eerst sinds Livia haar kende meer opstelde als een moeder dan een zakenvrouw.

'Was niet met die jongen meegegaan. Het is geen probleem om "nee" te zeggen. Het lijkt nu moeilijk, maar je leert uiteindelijk met die situaties om te gaan.' Toen Livia zachtjes haar hoofd knikte, was het duidelijk dat daarbij alles was gezegd. 'Maar je hebt geluk dat de heer Degallo een hekel heeft aan zijn neefje, dus we hebben de schade kunnen beperken.' Daar was de zakenvrouw weer. 'Maar laat dit niet nog een keer gebeuren, oké?' vroeg ze streng.

'Ja, mevrouw.'

Sabina knikte tevreden. 'Oké, zorg dat je binnen tien minuten klaar bent om te vertrekken.'

Vroeg in de ochtend trok het gezelschap verder

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Vroeg in de ochtend trok het gezelschap verder. Enkele mensen kwamen naar buiten en zwaaiden hen gedag. Livia keek verbaasd om toen ze hen opmerkte.

'Eigenlijk is het heel normaal,' glimlachte Talia.

Maar normaal voelde het niet.

Livia moest lachen toen ze ook jonge kinderen tevoorschijn zag komen. Lachend renden ze mee met de koetsen. Hun enthousiaste stemmen vulden de vroege morgen. Sommige mensen mopperden op hun onhandige gedrag, maar zij trokken zich hier niets van aan. Pas bij de poorten van Dragmar lieten ze hen alleen verder gaan.

'Het lijkt wel alsof we een koninklijke stoet zijn,' zei Livia toen ze zich nog een laatste keer naar de kinderen omdraaide. Terwijl de koetsen aan de afdaling begonnen, lieten ze de zwaaiende kinderen achter op de heuvel van Dragmar.

'Heb je dat gevoel misschien ook niet? Gister was je in een kasteel van een huis en nu dit.' Talia had het oprecht jammer gevonden dat ze niet mee had gekund, maar zij – net als de andere meiden – namen haar en Kenna niets kwalijk.

Ze lieten Dragmar achter zich en trokken verder naar het oosten. De tocht naar Unas, waar ze de oversteek naar Larmondur konden maken, duurde ongeveer een week. Gedurende deze zeven dagen stopten ze in enkele kleine steden om optredens te geven.

Toch was de sfeer hier anders. Mensen keken hen anders aan en in hun gedrag was de afkeer zichtbaar.

Ze verkopen hun lichaam.

Livia had het er moeilijk mee, maar gaandeweg leerde ze dat ze er niet zoveel over na moest denken en lukte het haar om haar vader te negeren.

Aan de reisdagen zelf begon Livia een hekel te krijgen. Ze konden amper iets doen – zelfs Vita vond het niet meer nodig om nog te oefenen. Daarnaast waren ze op de tweede dag ook al door hun gespreksstof heen. Kenna was degene die nog het vaakst een onderwerp aan probeerde te kaarten, maar ook zij gaf het op toen bleek dat niemand interesse had.

De eerste twee dagen van de reis verliepen zonder problemen, maar op de derde dag werd de koets opeens tot stilstand gebracht in het verlaten landschap van Velantre. Nog niet veel eerder hadden ze een laatste stop gehad, dus iedereen keek nu verbaasd op. Zelfs Kenna, die haar hoofd op Livia's schouder had liggen, kwam slaperig overeind.

'Wat is er aan de hand?' vroeg ze terwijl ze een gaap onderdrukte.

Livia schoof haar gordijn opzij, maar zag niets bijzonders. 'Ik weet het niet,' zei ze zachtjes.

Aan de andere kant van de koets deed Teegan hetzelfde, maar toen zij haar gordijntje opzij schoof, hapte de vrouw geschrokken naar adem.

'Moet je dit eens zien.'

Allemaal draaiden ze hun hoofd om en de meiden werden verwelkomd door een woeste woestijn.

Zonder erbij na te denken stapte Livia de koets uit en liep ze in de richting van de immense dode vlakte.

Een woestijn was waarschijnlijk niet de juiste bewoording. De vlakte was droog en leeg, terwijl de temperatuur niet eens zo gek hoog was. Livia had van woestijnen gehoord, maar ze kon zich niet herinneren dat er eentje in Velantre was.

Daarnaast was er nog een enkel afgrijselijk detail dat opgemerkt moest worden.

De bomen die in de droge grond stonden en ooit prachtig groen waren geweest, waren nu morsdood, net als de vele dieren die ooit dit gebied hadden bewoond. Op de grond lagen dode vogels, muizen, insecten, maar ook grotere dieren als herten en wolven. De groep stond aan het begin van dit vreemde woestijngebied, waardoor Livia alleen maar kon vrezen voor wat er nog ging komen...

'Wat is dit?' vroeg Talia die verbaasd naast haar vriendin was komen staan.

'Wat is dit?' vroeg Talia die verbaasd naast haar vriendin was komen staan

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.
Feniks in de As [Kronieken van Rhâga #1]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu