Hoofdstuk 22

773 35 12
                                    

Ik sta trillend op mijn benen, ik zie wazig, mijn longen branden en het voelt alsof ik elk moment dood kan neervallen. De training was zo veel zwaarder dan ik had gedacht. Ik had vandaag al veel dingen gedaan. Boogschutten ging wel oké, messenwerpen ging vreselijk, zwaardvechten…. Niet al te geweldig en nu deden we een of andere vechtsport waar ik de technieken en de naam van was vergeten. “Alsjeblieft Ethan, mag ik even uitrusten.” “oké dan.” Ik ren een stukje het bos in totdat ik bij het grote meer kom wat Ethan mij had laten zien en ik sprong erin, aangezien ik toch al in een . Ethan wist vele plekken die perfect zouden zijn om mijn sturing te oefenen maar ik denk niet dat ik er zomaar heen durf te gaan om te oefenen, dadelijk komt hij juist dan ook trainen en dan ziet hij me. Ik zwem een paar rondjes en duik en paar keer onderwater dan sluit ik mijn ogen en ga ik rustig op mijn rug drijven. Opeens voel ik iets op mijn enkel… een hand? Voordat ik mijn ogen open kon doen om te kijken wie of wat het was werd ik al onderwater getrokken. Ik kijk verschrikt onderwater en zie dan Ethan die mij plagerig aankijkt met zijn hand om mijn enkel. Ik trap tegen zijn hand aan en ga bovenwater. Wanneer Ethan ook boven water komt gebruik ik stiekem wat watersturing zodat er een grote golf over hem heen kwam, wat hij gelukkig niet kon zijn omdat zijn ogen nog dicht waren. Ik lach als ik hem proestend weer boven zie komen. “Een koekje van eigen deeg.” Zeg ik met een knipoog. “Jij….” Zegt hij met een grom. Hij komt naar me toe zwemmen. Ik sla een klein gilletje en zwem naar de zijkant. Terwijl ik uit het meer probeer te klimmen word ik terug het water in getrokken. Ik hoor mezelf hard gillen. Als ik weer bovenkom zie ik Ethan met zijn hand op zijn oor. “Jeez, Ember. Wil je dat ik een gehoorbeschadiging krijg?” “Hey het is je eigen schuld, jij trok mij erin.” Ethan zegt niks maar blijft me met een geërgerde blik aan. “Just saying…” zeg ik dan. Hij zucht geërgerd, al zie ik dat hij zijn glimlach probeert te verbergen. Ik stap het meer uit en pak een handdoek, al wilde ik bijna het water gewoon van mij afsturen. Ik droogde mezelf een beetje af maar mijn kleding bleef vochtig. Dat maakte niet uit, het was dunnen stof en de zon scheen hard dus het zal snel drogen. (zie Embers kleding bij de foto's) Ik pak mijn tas en haal er twee appels uit. “Vang.” Zei ik terwijl ik hem zo hard als ik kan naar Ethan gooide. Hij had een snelle reactie en ving hem zo op. Hij loopt naar mij toe en komt naast me zitten. “Hoe vind je het tot nu toe?” “Vermoeiend.” “Je went eraan.” Zegt hij dan. “Ik hoop het.” “Wat wil je zo gaan doen?” vraagt hij. “Zeg jij het maar, jij bent de expert.” En klein lachje vormt op zijn gezicht. “Oké dan, ik zal je leren bewegen als een vechter zonder een wapen.” Ik trek een wenkbrauw op. “Klinkt saai nietwaar?” Ik knik. “Je moet het toch leren, je hebt best de potentie om een vechter te worden maar je bewegingen zijn soms niet helemaal correct, die moeten we verbeteren.” “Oké, Meester Ethan.” Zeg ik met een grijns. Hij rolt zijn ogen en neemt een hap van de appel die ik voor hem had meegenomen. Toen we onze appels op hadden stond Ethan op. Ik loop achter hem aan terug het veld op. We namen alle twee plek tegenover elkaar. “Wat nu, meester.” Ik grinnikte.  “Sluit je ogen.” “Wat? Waarom?!” hij zucht. “Vertrouw me. “ “Oké.” Ik sluit mijn ogen. Eerst gebeurt er niks maar dan voel ik opeens een stoot in mijn buik. Ik val naar achteren en open mijn ogen. Daar staan Ethan. “Ethan?! Wa…” “Open je ogen niet!” Ik sta op en sluit geërgerd weer mijn ogen. Ik luister naar de voetstappen die op mij af komen, weer voel ik op verschillende plekken stoten. Ik sla beschermend mijn armen om mijn lichaam. Wat probeert hij in hemelsnaam te doen?! Ik knijp mijn ogen hard dicht en besluit te vertrouwen op mijn gehoor. Ik hoor voetstappen achter mij, ik draai me snel om en sla de hand weg die in volle vaart op mij af kwam. Ik open verschrikt mijn ogen en kijk naar Ethan die mij met een grote glimlach aankijkt. “Jeez, je hebt het eindelijk door.” Ik kijk hem vragend aan. “Bij het meer kon ik je zo makkelijk besluipen, je moest leren om op je omgeving te letten. Sluit je ogen nog eens.” Ik sluit mijn ogen. “Luister goed naar de geluiden om je heen. Dus dat is wat ik deed, ik luister naar de blaadjes die heen en weer worden geritseld door de wind, net zoals het gras. Ik hoor het zachte stromen ver weg van een beekje, ik hoor vogel en een ademhalen, die van Ethan. Opeens versnelt deze en ik hoor en raar geluid en op een of andere manier wist ik door naar het geluid van de wind te luister dat Ethan zijn hand omhoog bracht. Een glimlach verschijnt op mijn gezicht als zijn hand omlaag komt. Voor deze mijn kan raken sla ik deze weg met mijn eigen hand. Ik hou mijn ogen dicht en luister naar verdere bewegingen. Ethan sluipt naar achteren en is klaar om mij te schoppen. Ik grijp zijn voet vast en draai deze snel een kant op. Ik hoor een harde bons en ik weet dat Ethan nu op de grond ligt. Ik hoor hem overeind krabbelen. Vele vuisten komen op mij af maar telkens als ze mij bijna zouden raken bewoog ik een stukje opzij of ik sloeg deze weg met mijn hand. Opeens gebeurt er iets wat ik niet had verwacht. Deze beweging was sneller en opeens werd ik tegen de grond gedrukt. Ik open mijn ogen en kijk naar Ethan die boven mij hangt en mij tegen de grond gedrukt houd. We staren elkaar in de ogen aan, geen van ons beiden zei iets. Even kwam er een blik in Ethan’s ogen die snel verdween omdat hij opstond en zijn hoofd afwende. “Ik maakte het niet al te moeilijk voor je, maar het is een begin. Als je veel oefent weet ik zeker dat het je lukt om een goede vechter te worden.” Hij kijkt me weer aan, de blik was verdwenen en verplaatst door een kleine glimlach. Hij steekt zijn hand uit, die ik vastpak. Hij trekt me omhoog en houd mij een paar seconden vast voordat hij me laat gaan. “Dat was wel genoeg voor vandaag, ga maar naar huis, rust wat uit.” Hij draait zich om en loopt naar de zeikant van het veld waar hij alle spullen heeft. Het was veel en het zag er zwaar uit. “Uhm, Ethan?” “Hm?” “Moet ik je even helpen met deze spullen?” “Nee.” Zegt hij kortaf. “Oh oke…” Hij pakt de spullen in en doet de tussen om, de rest draagt hij in zijn handen. “I-ik zie je morgen!” zeg ik terwijl hij weg loopt. Ik krijg geen antwoord. “Wat is er mis met hem?” vraag ik me hardop af. Ugh… ik snap niks van jongens. Ik pak mijn tas op en haal mijn rode vest eruit. Ik doe deze aan maar laat de rits open. Ik doe mijn tas om en loop richting huis. Ik kijk nog een paar keer achterom maar zie dat Ethan allang is verdwenen. Ik stap door het bos heen en voel me een beetje ongemakkelijk. Ik kijk veel om me heen want op een of andere manier heb ik het gevoel dat ik niet alleen ben. Na een tijdje begin ik te joggen en later begin ik hard te rennen. Mijn hart bonst in mijn oren waardoor ik niet goed kon luisteren naar mijn omgeving. Ik kon niet toepassen wat ik net van Ethan had geleerd. Ik stop en draai me om. Langzaam begint mijn gehoor zich te herstellen. Ik draai rond. “Wie is daar?!” Ik hoorde geritsel, was er iemand? “Laat jezelf zien!” Het geritsel om me heen maakte me gek. Ik bleef rondjes draaien en ik voel een rare soort hoofdpijn opkomen. Ik grijp naar mijn hoofd en sluit mijn ogen. Ik adem diep ik en uit tot ik me weer kon concentreren op het geluid, ik hoor voetstappen achter me en draai me zo snel als ik kan om met mijn handen in vuisten beschermend voor mijn gezicht. Ik laat ze zakken als ik zie wie er achter me stond. Het was een meisje, waarschijnlijk iets van 14 jaar oud, ze had lang bruin gekruld haar dat tot haar billen kwam. Haar grote blauwe ogen staren me aan. “Gaat het wel?” vraagt ze me? “Ja… ik ben oké.” Ik bekijk het meisje nu nog beter. Ze had blote voeten en een groot shirt aan, dat leek van een volwassen jongen te zijn maar voor haar zag het eruit als een jurk. Ze zat onder de schrammen en ze zag eruit alsof ze al een week niet heeft kunnen douchen. “Ben jij wel oké?” vraag ik dan? Ze kijkt naar geschrokken naar haar kleding alsof ze het pas voor het eerst ziet. “Uhu.” Zegt ze dan met een grote glimlach. Ik kijk haar bezorgd aan. Ze zag er niet oké uit. “Waarom ga je niet even met mij mee, ik ben op weg naar huis en misschien wil je een kopje thee?” Haar ogen worden groot. “Mag dat echt?” vraagt ze dan. Ik knik. Een grote glimlach vormt op haar gezicht zo groot dat ik er zelf ook door ging glimlachen. “Bedankt!” zegt ze dan terwijl ze op en neer spring. Opeens stopt ze en ze kijkt me met grote ogen aan. “Wat is eigenlijk je naam?” “Ember.” “Oh wat een mooie naam! Ik heet Cassie!” zegt ze terwijl ze haar hand uitsteekt ik schud hem. Ik laat hem dan los, ze komt naast me staan. Ze haakt bij me in als ik begin te lopen. Samen lopen we naar mijn huis. Eenmaal binnen kijkt ze haar ogen uit. “Wauw! Wat een mooi huis! Woon je hier helemaal alleen?” “Nee, ik woon hier met mijn ouders.” Ik pak de hand van het meisje vast en neem haar mee naar de keuken waar ik een boterham en thee voor haar maak, aangezien e er nogal mager uitzag. Ze neemt een paar slokken thee en neemt dat een hap van de boterham. Ze kauwt er langzaam op en ik hoor haar maag luidruchtig grommen. “Hou je maar niet in.” Zeg ik met een knipoog. Ze kijkt me verbaast aan maar begint dan opeens te eten, binnen vijf seconden was het brood weg. “Zal ik er nog een maken?” vraag ik? “Als je het niet erg vind….” zegt ze onzeker. “Natuurlijk niet!” Ik maak nog een boterham die net zo snel verdween als de eerste. Ik maak er steeds meer totdat ze niet meer kon eten. Het maakte me bezorgd. Wat heeft ervoor gezorgd dat ze zo’n honger had en waarom ziet ze er zo verwaarloosd uit. Toen ze klaar was met eten bood ik haar een douche aan, ik gaf haar ook wat kleding van mij, al zal het veel te groot zijn. Als ik een tijdje wacht komt ze weer terug in een grote trui van mij en een korte broek. “Ik heb je T-shirt in de was gedaan.” Zeg ik dan. “Dankjewel, voor al je hulp!” “Geen probleem.” Zeg ik als ik haar over haar bol aai. “Zal ik je zo naar je huis brengen?” ze verstijfd. “Oh nee, het is oké. Ik kom er zelf wel.” Ik kijk haar wantrouwig aan, iets klopt niet. “Cassie?” “Hm?” “Heb je wel een huis om naartoe te gaan?” Ze staart voor zich uit, maar knikt dan langzaam heen. “Waar is je familie?” “Weg.” Ik kijk haar verward aan. “Ze zijn niet meer hier.” Zegt ze dan. “Maar ik red me wel alleen.” Haar blik richt zich weer op mij en een grote glimlach verschijnt op haar gezicht al zie ik dat deze blijheid niet in haar ogen is terug te vinden. “Je hebt mensen om je heen nodig, Cassie.” Zeg ik dan. “Wil je vannacht hier blijven?” “N-nee! Dat kan echt niet, ik heb je al zoveel last bezorgd en… en..” “Geen zorgen, het is oké. Mij bezorgt je er geen last mee hoor.” Ik geef haar een warme glimlach en een aai over haar bol. Ik hoorde deur open gaan. Het meisje kijkt me gespannen aan. “Wie is dat?” “Geen zorgen het is mijn moeder.” En zoals ik al dacht kwam daarna mijn moeder binnen. “Hey, lieffie kun je eve… oh Hallo, wie is dit Ember?” “Mam dit is Cassie. Cassie, dit is mijn moeder Koima.” Mijn moeder geeft haar een hand. “Hallo lieverd.” “Mam, is het oké als ze hier vannacht slaapt. Ze heeft niet echt een plek om te wonen op het moment.” “ja… dat is goed… maar wa-“ “Mam, stel geen vragen.” Ik wist hoe het voelde als iemand in je verleden ging wroeten en ik wist dat het soms pijn kan doen. “Oh… nou, fijn om kennis met je te maken Cassie.” Cassie knikt beleefd naar mijn moeder. Het blijft een lange tijd stil, Cassie kijkt nerveus om zich heen. “Uh, kom laten we even mijn moeder helpen met de boodschappen.” “Oké.” Samen lopen we naar de keuken en we ruimen de spullen op. Dan gaan we naar mijn kamer waar we alvast een bed klaar zetten. Als we klaar zijn gaat mijn telefoon. “Ik ben zo terug.” Zeg ik tegen Cassie. Ik loop de deur uit een neem op. “Met Ember.” “EEEEEEMMM! OMG IK HEB JE ZO LANG NIET GESPROKEN!” ik hou de telefoon een beetje van mijn oor af om niet doof te worden door het geschreeuw van Roos. Ik grinnik zachtjes. “ik wil niet onbeleefd klinken maar waarom bel je me?” “Oké, vanavond hou ik een feestje!” “Waarom?” “Uhmm… omdat ik daar zin in heb? De hele school komt en het wordt groot Ember…. Heel heel groot!” “Klinkt goed.” “Dus je komt?” vraagt Roos. “Ik… uhh..” shit… ik wilde wel maar ik kan Cassie niet alleen kijken. Ik kijk mijn kamer binnen waar Cassie somber voor zich uit staart. “Em?!” “Oh, ja…. Sorry, Roos. Ik kan niet.” “Hoezo niet?!” “Oké luister, vanmiddag ontmoette ik een meisje. Ze heeft geen familie meer en ze ziet eruit alsof ze de grootste shit die er is heeft meegemaakt, al vertelt ze me niks. Ze slaapt vannacht hier. Ik kan haar niet alleen laten.” Het blijft een beetje stil aan de andere kant. Maar dan opeens komt Roos luide stem weer hard mijn oor in. “OMG! Nee ik snap het…. wat erg… Uhm zeg maar u beterscha… uh sterkte of zo.” “Oké.” Roos herstelde al snel van haar dramatisch momentje. “Nou ik ga Em, ik ga mijn nieuwe jurk aandoen! Ik maak wel een foto en die laat ik dan wel zien!” “Oké, spreek je nog.” “Bye!” Ik klap mijn telefoon dicht en loop terug de kamer in.  Cassie kijkt geconcentreerd in de ruimte, ik volg haar blik maar zie alleen een kale blik. Ik ga op mijn bed zitten, blijkbaar schrok ze wakker uit haar gedachten van dat geluid. “Uhm… nog eens heel veel bedankt!” zegt ze dan. Ik lag naar haar. “Iedereen heeft wel eens hulp nodig.” Ze knikt langzaam. Ze doet haar mond open alsof ze iets wilt zeggen maar voordat ze iets kon zeggen vliegt de deur open. “Ember, Cassie. Komen jullie eten?” Cassie springt op en ik zie dat ze weer haar masker opzet. “Hmmm… jammie! Wat eten we?!” Samen lopen mijn moeder en Cassie de trap af. Het voelde goed om een glimlach op Cassie’s gezicht te zien. Al wist ik dat hij soms nep was. Ik liep achter hun aan de trap af. Onder het eten werd er over alles gepraat behalve het leven van Cassie, wat begrijpelijk was. Na het eten was Cassie nog al moe dus ik liep met haar mee naar mijn kamer en legde haar op bed. Ze sliep al gelijk, ze moest wel uitgeput zijn. Ik kijk hoe haar borstkast op en neer gaat, maar daar raakte ik al snel verveelt door. Ik pak mijn Duitse boek en probeer wat woordjes te leren, maar waar ik ook aan dacht mijn gedachten kwamen steeds uit bij Cassie. Ik was nieuwsgierig en ik wilde haar helpen, maar hoe kan dat als ik niets van haar wist? Ik kijk nog eens naar Cassie, haar wenbrouwen staan in een frons en haar lip trilt. Opeens begint ze hard te draaien en zweetdruppeltjes beginnen op haar voorhoofd te verschijnen. Ze mompelt iets. “hey Cassie?” haar gemompel wordt harder. Ik luisterde ernaar. “Nee…. Alsjeblieft… ik wil niet…” ze hijgt hard. “Cassie, wordt wakker.” “Neee…. Alsjeblieft!” “Cassie?!” “STOP! ALSJE… BLIEFT…” “Cassie!” ze begint te schreeuwen. “STOOP!!! STOPP…. STOPP…. ALSJEBLIEFT… WAAROM DOE JE DIT?! WAAROM!” gilt ze. Ik grijp haar vast. “CASSIE!” haar ogen schieten open. De felblauwe ogen kijken me vol angst aan, dan probeert ze bij me weg te gaan. “LAAT ME GAAN!” “Cassie! Ik ben het ember!” “LAAT ME GAAN!” “CASSIE!” ik grijp haar hoofd vast zodat ze me wel moest aankijken. “Ik ben het… Ember.” Opeens verzacht haar blik. “Ik zag alles weer gebeuren…” zegt ze terwijl ze beint te snikken. Ik sla mijn armen om haar heen en  laat haar rechtop tegen me aanleunen. “Shhh.. je bent veilig. Niemand zal je pijn doen. Ik bescherm je.” 

Wauw... wat een lang hoofdstuk. :) zie hier een plaatje van Cassie: http://www.flickr.com/photos/89293098@N06/8154678519/in/photostream je moet haar wel iets jonger maken in je hoofd. :) oke dat was het dan, zeg maar wat je ervan vindt, en je theorien, tips, tops enz. en btw sorry, ik weet dat mensen graag meer willen uitvinden over Ethan en Brian, maar je komt er vanzelf achter ;)

xxx

Avatar: De legende van EmberWhere stories live. Discover now