Hoofdstuk 11

968 37 11
                                    

Daar is hij dan, Hoofdstuk 11, met 2.252 woorden. Het is dus niet heel lang maar ik heb gewoon niet veel tijd gehad, maar dit hoofdstuk... Ik beloof je je gaat het goed vinden, wat ik al een tijdje heb geplant gaat eindelijk gebeuren...

"Ember!" "Hm?" Ik vraag me af wie de persoon was die mij zo vroeg in de ochtend wakker maakte. "Ember, Je komt te laat als je nu niet op staat." ik luister niet naar wat de persoon tegen mij zei, het enigste waar ik nu aan kon denken is mijn pijnlijke hoofd. "Uhu..." ik draai me weg van de persoon om weer verder te slapen. Dan dringt het tot me door. Te laat? Nee! "Kut. kut. kut. kut!" Ik spring op uit mijn bed en kijk op mijn klok. Kwart voor acht. "Nee, nee, nee!" Ik ren naar de badkamer en was snel mijn gezicht met wat water, ik poets mijn tanden en haal een borstel door mijn haren. Wat ik ook deed, het ging niet zitten zoals ik wilde. Terwijl ik uit mijn badkamer ren trek ik mijn shirt over mijn hoofd, als ik ook mijn broekje probeer uit te doen val ik recht met mijn gezicht op de grond. "Au!" ik kom overeind en wrijf over mijn pijnlijke voorhoofd, Hier heb ik geen tijd voor! Ik trek mijn broekje uit en ruil hem in voor een spijkerbroekje. Ik trek snel een wit T-shirt over mijn hoofd en doe mijn sneakers aan. Ik pak mijn tas terwijl ik mijn kamer uit ren. Ik kijk op de klok. Acht uur! Dan maar geen ontbijt... ik ren de deur uit terwijl ik tegen mijn moeder roep dat ik naar school ga. Ik jog het stuk naar school en na een tijdje sta ik hijgend voor de school. Ik stap snel naar binnen terwijl de bel gaat. Ik ren naar het lokaal waar ik moet zijn, mentor uur, nou ja eigenlijk wiskunde maa het werd gegeven for meneer vos en hij maakte er nogal vaak een mentor uur van. Gelukkig! Meneer Vos leek mij geen leraar die je zult straffen omdat je te laat bent. Ik trek met veel kracht de deur open en daar sta ik dan. Iedereen keek me aan terwijl ik hijgend in de deuropening sta. "Meneer.. ik." ik neem een paar grote ademhappen. "Ik heb me verslapen." "Aapje van me... Neem een paar grote ademhalen. Kom tot rust.. Wordt zen..." zegt hij terwijl hij zijn ogen sluit en in een of andere yoga pose gaat staan. Na een tijdje opent hij zijn ogen en kijkt me aan met een glimlach. "Zijn we weer kalm mevrouw Amitica?" "Ik denk het..." "Oké aapje van me, neem plaats.. neem plaats." "Oke Vos." Zoals de meeste leerlingen had ik zijn bijnaam overgenomen. Ik ga snel naar mijn plek naast Roos zitten. Als iedereen zijn aandacht van mij afhaalt en zich concentreert op de les, begint Roos tegen me te praten. "Em, gaat het wel goed?" "Uhu.." Ik negeer de lichtheid in mijn hoofd terwijl ik met trillende handen mijn spullen uit mijn tas haal. Ik kreeg altijd trillende handen als ik moe was. "Em, je trilt en je ziet bleek. Je haar zit door de war en je kleding is niet zo afgewerkt als normaal. Is er iets aan de hand?" "Nee, Rosie. Maak je geen zorgen. Ik heb gewoon slecht geslapen." Iemand legt zijn hand op mijn arm. Ik staar naar de grote hand en besef me dat het die van Brian is. "Ember, gaat echt alles goed?" Voor het eerst gaf hij me niet de belachelijke bijnaam Emmy en sprak hij met een serieuze toon. Ik knik naar hem een geef hem een lach, ook al voel ik me moe, ook al voelt het alsof mijn hoofd me probeert te vermoorden, ook al heb ik zo'n honger dat ik een gesprek zou kunnen voeren met mijn maag. Hij laat zijn hand nog even liggen maar draait zich dan om en gaat weer recht op zijn stoel zitten. Ik laat mijn hoofd op mijn tafel rusten terwijl ik met mijn potlood figuurtjes in mijn schrift teken. Ik staar uit het raam. Wacht! Ik moet actief worden... dadelijk val ik nog in slaap in de les... en dat zou pas schamend zijn. Ik kijk naar Meneer Vos, al kon ik hem niet zo scherp zien. Op een of andere manier kon ik niet... scherpstellen. Ik leg mijn vingertoppen op mijn slapen en begin deze te masseren. Tot mijn schrik voelt mijn voorhoofd nogal heet. "Hey, gaat het echt wel goed Em? Je ziet zo bleek." "Ik.. ik voel me een beetje duizelig en misselijk." "Meneer vos!" Schreeuwt Roos. "Mag ik even met Ember naar de wc, ze voelt zich niet zo lekker." "Ga maar." Roos staat op en pakt me vast bij mijn hand. Zonder wat te zeggen lopen we samen de klas uit naar de wc's. Ik waste mijn gezicht nog eens en keek in de spiegel. Ik zag er totaal niet uit, ik snap waarom mensen zich zorgen maken. Ik dronk wat water en ging toen naar de wc. Als ik de deur achter me op slot heb gedaan begint opeens alles te draaien. De grond die dichterbij komt is het laatste wat ik zie.

Avatar: De legende van EmberWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu