Hoofdstuk 5.

600 33 6
                                    

Ik lig in mijn hangmat, naast Teresa, naar de sterren te staren. wat is het toch een vreemde dag geweest vandaag. Ik draai me om en kijk naar Teresa. 'psssst Teresa ben je nog wakker?' Teresa mompelt iets en draait zich dan weer om. ik ga rechtop zitten en kijk om me heen. iedereen ligt al te slapen. ik schiet in mijn schoenen en trek mijn vest aan. ik ga maar weer eens op verkenning uit zeg ik tegen mezelf. ik sluip heel erg zachtjes weg. ik moet tussen alle hangmatten doorlopen aangezien ik helemaal achteraan lig. ik kom bij het kampvuur, dat nog steeds staat te branden. ik ga op het gras liggen en kijk naar de sterren. als die tijd dat ik hier ben weet ik gewoon niet waar ik ben, wie ik ben en hoe ik hier ben gekomen en ik kan het niet loslaten. voornamelijk deze 3 vragen zorgen ervoor dat ik niet kan slapen.

Thomas wordt wakker. hij kijkt achter zich om te checken of alles goed gaat met Teresa. dat doet hij eigenlijk iedere avond. maar dan ziet hij dat de hangmat ernaast leeg is. hij schiet overeind, trekt zijn schoenen aan en sluipt weg. al gauw heeft hij het meisje gevonden. ze licht op het gras naar de sterren te kijken. Thomas gaat naast haar liggen. ze kijkt vragend naar hem. 'wat?' Antwoord hij. 'Mag ik tegenwoordig niet meer naar de sterren kijken als ik niet kan slapen?' Ze lacht. Dan kijkt ze weer naar de lucht. het is stil. na een tijdje doorbreekt ze de stilte. 'wat doen we hier?' 'Sorry?' Vraagt Thomas. 'Wat doen we hier?' Herhaalt ze. 'Geen idee, niemand weet dat.' 'En wat is daar?' Ze wijst naar de grijze muren. Thomas ziet dat haar polsen nog steeds rood zijn, hij grijpt ze maar ze trekt ze meteen terug.

Ik kijk Thomas verschrikt aan. 'laat s zien.' 'Waarom?' Vraag ik. 'Als je antwoord op je vraag wilt, laat je het zien.' Ik zucht. Ik wil antwoorden op mijn vragen waardoor ik misschien al iets meer weet over deze plek. ik draai mijn polsen naar buiten. hij pakt ze vast. 'wie heeft dit gedaan?' 'Niemand', lieg ik. 'niemand? Hoe is dit dan gebeurd?' 'Gevallen' antwoord ik. 'Maya, ik weet niet hoe dom je denkt dat ik ben, maar dit komt niet doordat je bent gevallen.'

Thomas heeft zo zijn vermoedens wie het gedaan heeft maar wil niemand onterecht beschuldigen. 'okey', begint hij. 'dat daar is the maze, een labyrint.' ze kijkt naar de muren. 'alleen de renners weten de weg en hoe het daarbinnen werkt. blijkbaar zijn we er al 3 jaar mee bezig om er uit te komen.' Maya kijkt Thomas vragend aan, 'Blijkbaar?' Thomas lacht, 'ik ben ook pas net hier hoor.' ze kijkt weer naar de muren. 'daarbinnen zitten grievers.' 'Grievers?' 'Ja grievers, het zijn rare wezens die je willen steken of vermoorden. iedere avond sluiten de deuren en komen de grievers niet naar hier.' Thomas kan zich nog goed herinneren toen hij oog in oog stond met een griever, het was een van zijn engste momenten in zijn leven maar hij heeft er een gedood. Maya kijkt hem aan, 'dankje. Dankje dat je me dit verteld hebt.'

Ik kijk Thomas aan. mijn hoofd voelt meteen lichter aan. er is eindelijk een klein beetje orde in de chaos. ik voel de slaap komen. 'Gally, zeg ik dan. Gally heeft dit gedaan.' ik doe mijn ogen dicht en voordat ik wegdoezel bedenk ik me dat ik blij ben dat ik een vriend heb gekregen die ik vertrouw.

The maze runnerWhere stories live. Discover now