Hoofdstuk 35

142 9 3
                                    

Iets na zes uur 's ochtends wordt Evert wakker. Slapen op de bank was niet ideaal, maar hij heeft in elk geval een paar uurtjes kunnen rusten. Hij draait zich van zijn zij op zijn rug en wrijft met de rug van zijn hand over zijn voorhoofd. Hij hoort stoelpoten over de vloer schrapen in de keuken en vermoedt dat eerder geluid de reden is dat hij wakker is geworden. Hij komt langzaam overeind, aarzelend of hij Fenna even moet laten of naar haar toe moet gaan.

Fenna kijkt op als ze voetstappen hoort. Ze heeft niet geslapen en had een paar minuten geleden besloten dat ze geen zin had om nog langer in bed te blijven liggen. Nu ze zich realiseert dat ze Evert heeft gewekt voelt ze – naast de tornado van gevoelens die al in haar rond raast – schuldgevoel opborrelen in haar borst. Hij ziet er moe uit, en ze bijt op haar lip, "sorry." Mompelt ze dan schor. Ze voelt tranen branden achter haar ogen. Ze is uitgeput, alle emoties worden haar te veel. Veel te veel. Maar ze wil niet huilen, dus ze knippert een paar keer met haar ogen.

Evert reageert niet op Fenna's verontschuldiging, maar laat zich op een stoel naast haar zakken. "Heb je iets kunnen slapen?" Vraagt hij zacht. Ze wendt haar blik af, en hij weet genoeg. "Het gaat echt niet, hè?" Het is een retorische vraag, maar Fenna knikt zwakjes. Het nog langer ontkennen heeft weinig zin. Evert legt zijn hand op haar schouder, en direct verkrampt ze. Haar hele lijf staat ineens strak van de spanning, al haar spieren samengetrokken. Evert trekt zijn hand direct weer weg, maar ze kan niet meer ontspannen.

Kwart over zes 's ochtends. Buiten is het nog donker. Één lampje aan in de keuken, die verder is gevuld met heel veel emoties en angst. "Ik ga koffie voor je zetten, en ontbijt voor je maken." Evert weet niet wat hij verder kan doen. Hij weet dat Fenna eigenlijk niet van ontbijt houdt, dus besteedt hij vooral aandacht aan de koffie voor hij wat yoghurt in een bakje giet en daar muesli en fruit bijgooit. Als hij het dampende kopje en het tot de rand gevulde bakje voor Fenna neerzet draait hij weer terug naar het aanrecht om nog een boterham voor zichzelf te smeren. Daarna neemt hij weer naast Fenna plaats met zijn eigen ontbijt.

Fenna staart voor zich uit. De hoofdpijn die ze had toen ze vannacht in bed ging liggen is alleen maar erger geworden en ze is inmiddels zo misselijk dat zelfs de geur van de koffie haar tegenstaat. Ze voelt Everts bezorgde blik op haar en kijkt langzaam naar hem op. "Ik kan het niet, Evert," langzaam schudt ze haar hoofd, "ik voel me niet goed. Ik wil niet eten. Ik kan niet slapen." Evert kijkt haar aan, eerst zwijgend, maar langzaam opent hij zijn mond. "Probeert toch maar iets te eten, Fen," zegt hij dan zacht, "het zal echt niet alles oplossen, maar misschien voel je je dan iets beter..." Het zijn dezelfde woorden die hij tegen zijn meisjes uitspreekt als ze ziek zijn en geen honger hebben. En het voelt stom om het op dit moment ook uit te spreken, maar hij weet niet wat hij anders kan.

Zwijgend volgt Fenna het advies van Evert op. Ze laat haar lepel in het bakje yoghurt zakken en schept wat muesli en fruit mee. Ze kauwt langzaam en slikt de hap door voor ze de handelingen herhaalt. Het smaakt haar niet, maar ze merkt – ietwat opgelucht – dat ze zich ook niet misselijker voelt. Misschien zelfs wel ietsje beter. Nu ze erover nadenkt kan ze zich eigenlijk niet herinneren wanneer ze voor het laatst iets heeft gegeten. Ze vraagt zich af of ze gisteren überhaupt iets heeft gegeten, ze denkt eigenlijk van niet. Ze werpt een blik op Evert, die zijn boterham al op heeft en nu rustig in zijn koffie zit te roeren.

Als Fenna haar ontbijt naar binnen heeft gewerkt ruimt Evert alles op. Het is pas iets over half zeven, veel te vroeg om wakker te zijn op zondagochtend, maar het is wat het is. Hij kijkt naar Fenna, en er ontstaat een idee in zijn hoofd. "Oké, Fen, trek je jas en je schoenen maar aan." Zegt hij dan, terwijl hij zelf al richting de hal loopt, waar hij zijn jas en schoenen gisteren heeft achtergelaten. Hij hoort Fenna ook opstaan, maar omdat hij met zijn rug naar haar toe staat ziet hij niet hoe strak de lijnen op haar gezicht staan en merkt hij niet op dat haar handen trillen.

VergetenWhere stories live. Discover now