Hoofdstuk 14

175 10 3
                                    

Tegen het einde van de middag ligt Fenna met gesloten ogen in bed. Ze probeert wat te slapen, ze is nog steeds zo ontzettend moe. Net als ze een beetje wegzakt hoort ze de deur van haar kamer opengaan en schiet ze weer overeind. Bram staat in de deuropening en zwaait vrolijk naar haar. "Taxiservice Bram hier," grijnst hij, "wat heerlijk dat je alweer naar huis mag, joh." Hij wandelt naar binnen en zet een weekendtas op haar bed. "Lies is even met je arts praten. Je kent d'r, wil altijd alles weten," hij kletst vrolijk door, "ze heeft thuis wat shirtjes en een joggingsbroek in deze tas gegooid, kijk maar wat je lekker vindt zitten. Dan wacht ik effe buiten en breng ik jou en Lies naar haar huis als je klaar bent." Hij glimlacht vrolijk naar haar voor hij de kamer weer verlaat.

Tien minuten later zit Fenna aangekleed – in een zwarte joggingsbroek met een grijs shirtje – op de rand van haar bed. Liselotte is samen met een arts de kamer binnengekomen en ook Bram is weer teruggekeerd. De arts praat, maar er komt niet zo veel bij Fenna binnen. Aan het begin van de middag vertelde de arts dat ze vandaag het ziekenhuis kan verlaten, en sinds toen gaat alles haar een beetje te snel. Ze heeft Liselotte gebeld, die gelijk aanbood om haar in huis te nemen, en toen allemaal dingen is gaan regelen samen met Bram. In de tussentijd heeft Fenna ook Evert nog kort gesproken, die ook aanbod om Fenna bij hem te laten logeren, maar dat aanbod al snel introk toen hij zich besefte dat ze zich daar waarschijnlijk niet veilig bij zou voelen. En nu worden er papieren onder haar neus gehouden, waar ze zonder iets te lezen haar handtekening opzet. Na nog een stevige handdruk verlaat de arts de kamer en kijkt Fenna haar vrienden nerveus aan. 

"Kom je?" Liselotte duwt een rolstoel richting het bed. Fenna kijkt met grote ogen toe, ze heeft geen idee waar Liselotte dat ding vandaan heeft gehaald, maar ze weet wel dat ze er niet in gaat zitten. "Echt niet..." Mompelt ze, terwijl ze zich van het randje van het bed afzet. Zodra ze rechtop staat merkt ze dat haar lichaam toch een hele harde klap heeft gehad bij het ongeluk. Die twee dagen in bed heeft ze het niet zo gemerkt, maar nu voelt ze zich toch wel ontzettend stijf en beurs. Even werpt ze een blik op de rolstoel, maar ze gaat niet zitten. Haar vrienden kijken haar nu al aan alsof ze gebroken is, daar wil ze niet aan toevoegen door nu in die rolstoel plaats te nemen.

Liselotte legt haar hand op Fenna's rug, "laten we gaan dan..." Zegt ze voorzichtig, waarop Fenna knikt. Rustig voert Liselotte haar mee door de lange gangen. Af en toe werpt ze een blik op de blondine, die met een strak gezicht voor zich uit staart en niet veel mee lijkt te krijgen. Heel even wisselt ze een blik met Bram, die aan Fenna's andere kant loopt. Fenna oogde in het ziekenhuisbed al kwetsbaar, maar dat is nu ze daaruit is alleen maar erger geworden. Ze lijkt verdwaald en in de war.

Even slikt Fenna als ze achterin de auto plaatsneemt. "Fen?" Bram kijkt haar via de achteruitkijkspiegel aan, "gaat 'ie?" Haar gezicht staat zo strak en ze lijkt zo gespannen dat hij het toch even gevraagd wil hebben. Zonder iets te zeggen knikt ze naar hem, waarna hij even naar haar glimlacht voor hij nog een bezorgde blik met Liselotte wisselt. De brunette heeft naast Fenna op de achterbank plaatsgenomen en reikt nu naar haar hand. Fenna staat de aanraking toe, en geeft een zacht kneepje. Liselotte glimlacht geruststellend naar haar, "we zijn zo thuis," zegt ze, "en dan hoeft er de rest van de dag helemaal niks meer."

Fenna knijpt gedurende de rit continu zacht in Liselottes hand terwijl ze haar blik strak op de weg gericht houdt. Ze wéét wel dat Bram en Liselotte haar nooit iets aan zouden doen, maar toch vertrouwt ze het niet. Zo in deze auto is ze volledig aan hen overgeleverd, en het verlies van controle kan ze na het afgelopen halfjaar niet hebben. Daarnaast heeft ze ook pijn. Uit bed opstaan viel haar al zwaar, tijdens het lopen naar de auto kreeg ze vooral van haar rug enorm veel last. De autostoel helpt daar nu niet bij, en door haar gespannen houding voelt ze ook de pijn in haar nek steeds erger worden. Ze probeert te focussen op haar ademhaling. Diep in en uit, telkens weer. Dat houdt ze vol tot Bram de auto bij Liselotte parkeert. Binnen twee seconden staat Fenna naast de auto en ademt ze de buitenlucht diep in. Ze is vrij en veilig, herinnert ze zich nu weer.

VergetenWhere stories live. Discover now