XX

1.1K 96 17
                                    

Wat is dit? Een nieuw hoofdstuk van Dragonheart? Jazeker! De volgende update zal pas laat zijn, maar tot die tijd kunnen jullie genieten van de geheimen en avonturen in Emberior. 
Emb i vra e vrio. O tra lidsa u redi.


Bertin snoof de lucht diep in en ademde met een zucht uit. Een grote glimlach lag er op zijn gezicht. ‘Dit het is het leven. Lekker buiten in de frisse lucht met een stel kameraden. Het enige wat ik nu nog mis in een groot glas bier en een vechtpartij.’ Horace grinnikte. ‘Vooral dat bier mis je zeker.’ Bertin lachte. ‘Dat kun je wel stellen.’ Daarna viel zijn oog op Steward en Joanne. Joanne moest net hard lachen om een grap die Steward maakte. Bertin snoof. ‘Ik wordt misselijk als ik naar ze kijk.’ Horace haalde zijn schouders op. ‘Laat ze gewoon. Wees liever bij voor ze. Niet iedereen vindt iemand die bij hun past.’ Bertin keek grijnzend naar Horace. ‘Jij en die Neylia passen anders ook best goed bij elkaar.’ Horace werd rood en keek weg van Bertin. ‘Ik weet niet waar je het over hebt.’ Bertin begon hard te lachen. ‘Ik heb het wel gezien hoor, die afscheidskus. Er speelt al meer tussen jullie twee dan tussen die twee voor ons.’ zei hij terwijl hij naar Steward en Joanne wees. Horace gromde. ‘Hou toch je kop.’ Bertin grinnikte nog wat na. ‘Wat jij wilt.’
De hele middag reden ze door. Bertin floot een vrolijk deuntje tijdens het rijden. Steward en Joanne praatten de hele tijd zachtjes met elkaar. Horace keek een beetje doelloos voor zich uit. Telkens gingen zijn gedachten terug naar dat korte moment dat Neylia hem zoende. Hij voelde haar zachte lippen nog op die van hem. Een warm gevoel diep van binnen borrelde in hem op.
Voordat hij verder kon genieten van dat heerlijke gevoel was er opeens wat herrie. Horace keek voor zich en zag dat er een opstootje was tussen wat dwergen. Hij reed zijn paard verder naar voren. ‘Wat gebeurd er?’ vroeg hij aan Gietrig. ‘Deze keek naar de dwergen die hard stonden te schreeuwen. ‘Het lijkt erop dat Doignot en Heagon ruzie hebben gekregen.’ Horace keek naar de woedende Doignot en de nog redelijk kalme Heagon. ‘Waar hebben ze het over dan?’ Gietrig hield zijn hand omhoog. Doignot en Heagon praatten in een ontzettend vreemd dialect waardoor Horace niet goed kon verstaan wat ze zeiden. Gietrig leek geconcentreerd te luisteren. Daarna schudde hij met zijn hoofd. Doignot is van mening dat we niet naar Droitok mogen zonder dat we geblinddoekt zijn. Hij heeft het er zelfs over om de dwergenmagiërs een spreuk uit te laten spreken die ons voor korte tijd blind maakt. Heagon weigert omdat Steward een Drakenhart is en hij heeft groot respect voor hem. Het is volgens hem onbeleefd om Steward voor korte tijd blind te maken of te blinddoeken.’ Horace keek naar de dwergen. ‘Wat vinden alle anderen?’ Gietrig haalde zijn schouders op. ‘De meesten zijn het eens met Heagon, maar Doignot heeft veel angst ingezaaid bij de dwergen en ze zijn bang om te kiezen.’ Horace knikte. ‘En nu?’ Gietrig haalde zij schouders op. ‘Ik heb geen idee. We kunnen niet verder zolang Heagon en Doignot het niet met elkaar eens zijn. En dat kan nog wel eens erg lang gaan duren want dwergen kunnen behoorlijk koppig zijn.’ Horace kreunde. ‘Waarom snappen ze niet dat met elke minuut die verstrijkt Terar dichterbij komt?’ Gietrig richtte zijn blik van de dwergen af en keek Horace nu aan. ‘Er zijn dwergen die dat wel degelijk begrijpen, Heagon bijvoorbeeld. Doignot mag dan een sterke dwerg zijn, maar logisch nadenken is juist een zwakte. Heagon ziet wel degelijk het gevaar.’
Hun gesprek werd onderbroken door een harde schreeuw van Doignot die recht op Heagon afvloog. Heagon had al lang verwacht dat Doignot hem zou aanvallen en was dan ook al voorbereid. Hij bukte zich, pakte Doignot beet bij zijn middel. Doignot zag het gevaar te laat aankomen en kon niet meer afremmen. Heagon gebruikte de vaart van Doignot en gooide de dwerg over zijn rug naar achteren. Doignot slaakte een kreet van schrik en kreunde luid toen hij met zijn rug op de grond klapte. Voordat hij iets kon doen liet Heagon zich boven op hem vallen. Doignot kreunde en haalde voorzichtig adem. Heagon stond rustig op, liep een eindje bij Doignot vandaan en keerde zich daarna om. Doignot stond zwaar ademhalend op. Woedend keek hij naar Heagon. ‘Jij smerige rotzak. Ik zal je krijgen.’ Heagon zei niks terug maar liep rustig op Doignot af. Zodra hij dichterbij kwam, sprong Doignot op Heagon af. Deze sprong snel opzei en gaf een harde klap tegen het hoofd van Doignot. De klap was zo hard dat hij het bewustzijn verloor en op de grond viel. Heagon draaide zich om naar de andere clanleiders. ‘Iemand anders nog bezwaren?’ vroeg hij terwijl hij met een duistere blik rondkeek. Zijn hand lag op het gevest van zijn bijl. De dwergen zwegen. Heagon knikte. ‘Prachtig, dan gaan we verder.’ De dwergen begonnen verder te lopen en een paar tilden Doignot op van de grond. Heagon richtte zich tot Steward. ‘Mijn excuses voor het ongemak. Doignot kan erg koppig zijn.’ Steward knikte vriendelijk naar Heagon. ‘Geen enkel probleem. Ik begrijp hem best, hij is gewoon erg wantrouwig.’ Heagon schudde bedroeft zijn hoofd. ‘Hij zou beter moeten weten. Wij hebben ontzag voor de draken en we behandelden ze altijd met ontzag. Dit zou niet anders moeten zijn voor iemand met een Drakenhart.’ ‘Hoe zit het dan met Terarior?’ vroeg Steward. ‘Die bezig ook een Drakenhart.’ Heagon gromde. ‘Terarior bezit alleen een Drakenhart omdat hij met duistere magie draken kan oproepen. Wij hebben geen ontzag voor hem of zijn draak.’ Bertin kwam er nu ook bij staan. ‘Maar hoe wist je dat wij niet duister zijn of kwade bedoelingen hebben.’ Heagon lachte. ‘Wij dwergen zijn zeker niet dom. Bovendien reizen jullie samen met Gietrig, en wie met Gietrig reist kan nooit duister zijn. Gietrig is vreemd en apart, maar hij is een goed man.’ Steward keek verbaasd naar Heagon. ‘Hoe kennen jullie Gietrig?’ Heagon glimlachte geheimzinnig. ‘Iedereen in Emberior en omstreken kent Gietrig. Bovendien hebben we al eens eerder kennis gemaakt met Gietrig. En laat ik het zo zeggen, die ontmoeten zal voor altijd verteld worden door liederen.’
Een tijd lang liepen ze zwijgend door. Bertin liep de hele tijd naar de bijl van Heagon te kijken. Op een gegeven moment zag Heagon de blik van Bertin. ‘Wil je hem zien?’ vroeg hij. Bertin knikte gretig. Heagon haalde de bijl uit zijn riem en gaf hem aan Bertin. Deze hield hem vol verbazing in zijn handen. De bijl had twee bladen, een strijdbijl dus. De bijl was gemaakt van een vreemd soort staal of ijzer, waardoor het een blauwe gloed leek te hebben. Bovendien waren in het ijzer allemaal figuren aangebracht. Golven, rondjes en zelfs hier en daar een bloem. Bertin vloot. ‘Ik heb nog nooit zoiets gezien. Zo prachtig. En die blauwe gloed.’ Heagon knikte. ‘Er is er maar eentje op de hele wereld zoals deze. Ik hem hen namelijk zelf gesmeed en de tekens aangebracht. Een flink karwei, maar het was zeker de moeite waard. En die blauwe gloed hebben al onze wapens. Het is een vreemd soort metaal dat veel in de grond in Ilri te vinden in. We hebben het de naam Eblordas gegeven, wat blauwe gloed betekend. Het is ook nog eens een sterk metaal waardoor onze dwergenwapens veel sterker zijn dat dat van mensen of elfen.’ Bertin knikte. Daarna pakte hij de bijl met twee handen beet en zwaaide er even mee rond. Hij lachte van genot. ‘Wat een wapen. Met deze bijl zou je iedereen aankunnen. Ik vraag me af of er een wapen in dat het hier tegenop kan nemen.’ Heagon haalde zijn schouders op. ‘Sowieso de hamer van Palkor.’ Bertin keek hem niet begrijpend aan. ‘De hamer die het Drakenhart gaat proberen op te tillen heet de hamer van Palkor.’ legde Heagon uit. Bertin knikte nu dat hij het snapte. ‘Maar dat is een magische hamer.’ Steward haalde nu zijn schouders op. ‘Hamers zijn sowieso effectiever dan bijlen.’ Het was even stil. ‘Wat zeg je me nu?’ vroeg Bertin. Steward keek Bertin nu recht aan. ‘Hamers zijn beter dan bijlen.’ Bertin begon te gniffelen. ‘De jeugd van tegenwoordig. Laat me je iets zeggen knul: bijlen winnen altijd en zijn veel effectiever.’ Steward lachte nu en schudde met zijn hoofd. ‘Je moet met je tijd meegaan Bertin. Hamers zijn effectiever en winnen het gemakkelijk van een bijltje.’ Bertin keek nu wat bozer. ‘Heb jij ooit iemand een hoofd af zien hakken met een hamer.’ Voordat Steward iets kon zeggen ging hij al verder. ‘Dat dacht ik.’ Steward glimlachte nog steeds. ‘Mijn beste Bertin, beeld je dit eens in: je staat tegenover een vijand volledig in harnas. Er is geen enkel plekje waar je hem kan raken. Je bijl maakt niet eens een krasje. Maar met een hamer hoef je alleen maar een flinke dreun te geven en de man ligt al op de grond.’ Bertin liep rood aan. ‘Maar met een hamer kun je niet iemands been afhakken zodat hij niet verder kan vechten.’ Steward haalde simpelweg zijn schouders op. ‘Waarom zou je het been afhakken. Het enige wat je hoeft te doen is hard slaan en de botten zijn gebroken. Dan kun je ook niet meer verder.’ Bertin werd nu kwaad. ‘Als hamers zo perfect zijn, waarom loop jij dan met twee van die speldenprikkers rond?’ Steward trok een zwaard snel uit de schede en richtte die op Bertin. De punt was een paar meter gescheiden van zijn gezicht. ‘Ten eerste zijn dit geen speldenprikkers. Ten tweede, ik heb nooit gezegd dat hamers perfect waren. Zwaarden zijn nog veel handiger omdat je er veel sneller mee kan bewegen. Voor zo’n zwaargewicht als jij is snelheid natuurlijk niet haalbaar, maar voor iemand zoals ik is het veel handiger.’ Bertin trok zijn bijl van zijn rug en zwaaide er gevaarlijk mee rond vanaf de rug van zijn paard. ‘Hoe noemde je mij?’ Steward bracht langzaam ook zijn andere hand naar zijn gevest. ‘Zwaargewicht. Je moet toegeven dat je niet de lichtste bent.’ Bertin gromde. ‘Kijk uit jochie. Voor mij ben je niet meer dan een dwerg.’ Heagon keek beledigd op. ‘Pardon.’ Zei hij Bertin haalde zijn schouders op. ‘Niks persoonlijks.’ Heagon gromde maar ging er verder niet op in. Steward en Bertin hielden allebei hun wapens in hun handen terwijl hun geruzie doorging. Horace zuchtte. Waarom maakten ze altijd zo’n punt van iets nutteloos. ‘Tis net als met de kwestie van de baard.’ Zuchtte hij. Joanne, die nu naast hem reed keek hem aan van opzei. ‘Welke baardkwestie?’ Horace schudde zijn hoofd. ‘Lang verhaal.’

DragonheartWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu