Hoofdstuk 8: Vertrouwen

59 5 0
                                    

Cole nam plaats voor MIJN Evans. Hoe durft ie? Ik schraapte m'n keel, verstrengelde mijn hand in die van Evans en glimlachte naar d'r. En zij naar mij.

'Hey Cole.' Zei ze -zoals altijd- vriendelijk.
'Hey Lils.' Antwoordde Cole best wel nerveus.
Ik kon dit op de een of andere manier niet aanhoren maar wou hun ook wat privacy geven. Waarom? Geen idee. Ik mag hem misschien niet maar hij is een vriend van Lily...

Ik maakte mijn vingers los uit die van haar, stond op, legde haar haar achter haar oor en zoende haar. Mijn lippen tegen de hare. Ik voelde Cole zijn ogen kort op ons gericht en voelde of hoorde ze eerder wegkijken. Hij schraapte zijn keel. Ik keek hem kil aan, glimlachte naar Evans en ging weg. Met de jongens achter me aan. Sirius was al snel langs mijn rechterzijde, Remus naast Sirius en Peter langs mijn linkerzijde.

'Gaat het wel mate?' Vroeg Sirius.
'Ja hoezo?'
'Je liet juist een andere jongen alleen met Evans. Hoezo?!'
'Ik vertrouw Evans. En ik denk wel dat ze wat privacy wilt, of op z'n minst een deftig gesprek kan aangaan.'
'Zeker?' Vroeg Remus.
'Zoals ik al zei, ik vertrouw Lily met m'n hart.'
'Trouwens, van de spiegel zal ze het ook binnenkort doorhebben dus laat ik dat haar de volgende keer ook weten als dat voor jou goed is Padfoot?'
Sirius knikte al glimlachend. 'Sure, zoveel verschil maakt het nu toch niet meer uit of wel soms?' Hij had een grote grijns op zijn gezicht en ik grijnsde terug. Als echte rebellen liepen we met z'n vieren naast elkaar door de gangen waar we Alice en Frank tegenkwamen. Ik groette hem stoer en Frank vond het wel grappig. Alice ook. Alice is altijd al vriendelijk geweest. Ze passen echt wel goed samen.

Pov Lily

Cole kwam voor me zitten tijdens het middagmaal in de grote zaal. We waren juist klaar. James en ik zaten wat te flirten, Remus en Peter waren aan het kletsen en Sirius en Frank waren druk bezig met praten. Sirius liet een dreuzeltijdschrift met motors zien.

Ik voelde James zijn nerveusheid toen Cole voor me zat en met zijn helderblauwe ogen en zwarte haren, in mijn ogen te staren. James zijn vingers strengelden in die van mij. Ik deed vriendelijk tegen Cole. We hadden nog geen twee woorden tegen elkaar gezegd of James stond op, stak mijn haar achter m'n oren wat me als een tomaat liet blozen, kuste me passioneel. Ik ga er denk ik nooit wennen aan wanneer zijn lippen zich op de mijne plaatsen en me liefdevol kussen. Hij stond daarna op en ging met de andere Marauders weg.

Cole vroeg om eens samen iets te gaan drinken in Zweinsveld.
'In de drie bezemstelen? Zaterdag? Als je zin hebt natuurlijk...' Vroeg hij nerveus.
'Tuurlijk. Alleen moet je weten dat ik en James iets hebben Cole.'
'Weet ik.' Hij aarzelde. 'Gewoon als vrienden.'
Ik dacht even na.
'Je hoeft niet als je niet wilt hoor.' Zei hij.
'Nee, ik ga graag mee! Zie ik je Erm, om 18.15 beneden in de lk?'
Cole knikte. 'Zie je dan!'
Hij stond op en verliet de zaal. Zonder iets te eten.

*~*

De volgende dag

Al geeuwend kwam ik wakker. De zonnestralen schenen warm op mijn huid door mijn slaapkamerraam. Ik moet toegeven, het is best wel warm voor de tijd van het jaar. We zijn nu al een maand of één en een half terug op Zweinstein en ik voel me hier zo thuis. Alleen spijtig dat Pethunia niets meer van me wol horen...

Ik maakte me klaar en ging de wenteltrap af waar James en de Marauders in hun gebruikelijke zetel voor de open haard zaten. 
Ik liep naar hem toe, ging op zijn schoot gaat zitten en keek in zijn hazelbruine ogen.

'Zin om te gaan wandelen? Jij en ik?' Ik glimlachte. Er verscheen een nog grotere glimlach op zijn gezicht dan dat hij al had. Ik stond eerst op, dan hij. Hij nam zijn mantel en leidde me de weg naar buiten.

Hand in hand liepen we door de gangen, richting het meer. 'Hoe was je gesprek gisteren?' Vroeg hij nieuwsgierig. Ik hoorde een kleine brok in zijn keel toen hij ernaar vroeg.
'Goed, nouja veel hebben we niet gesproken. Hij vroeg of ik zin had om zaterdag samen iets te gaan drinken.'
Ik zag die blik op zijn gezicht komen. Een jaloerse maar beschermende blik. Een bezorgde blik?
'Rustig maar Jamie, ik heb hem al duidelijk gemaakt dat ik met jou ben. En dat het gewoon puur vriendschappelijk is. Het samen iets gaan drinken hé.'
James voelde zich toch al iets meer op zijn gemak. We waren ondertussen al bij het mee aangekomen. Ik lag met mijn hoofd op zijn borstkas. Met mijn gezicht naar hem gericht.

'Weet ik wel. Ik vertrouw jou Lils. Echt waar. Met heel m'n hart maar het is gewoon...'
'Gewoon wat James?' Vroeg ik vriendelijk.
'Ik vertrouw hem niet...' Gaf hij eerlijk toe. 'Ik wil niet zo het jaloerse type vriendje zijn maar ik kan er gewoon niet aan doen. Het is sterker dan mezelf...'

Ik smelte bijna. Ik voelde mijn wangen rood komen. Ze gloeiden. ' Aw James...' ik glimlachte met mijn als tomaat gloeiende wangen. 'Ik hou van je Potter.' Zei ik.
Hij slikte en keek me aan. Recht in mijn ogen. Man, wat zijn z'n ogen mooi.

'Ik hou meer van jou Lily-Flower. Meer dan iemand ooit zou kunnen doen. Meer dan je ooit zou kunnen bedenken. Meer dan je ooit zou durven dromen.' Hij leunde naar voren, nam mijn gezicht in zijn armen en drukte zijn lippen terug tegen de mijne. Ik kreeg bijna geen adem meer. Ik hou van hem. Met heel mijn hard. Wie had dat ooit durven denken een jaar geleden? Ook al was ik toen al zot van hem, doen alsof ik hem haatte was misschien wel het moeilijkste wat ik ooit al gedaan heb.

We lagen daar lang. Aan het meer. Het was er rustig, kalmgevend. Niemand behalve wij twee. Uitzonderlijk. Maar geweldig.

*~*

Zaterdag 17.30

Pov James

'Ik zeg het je Sirius, ik vertrouw die jongen niet.'
Zenuwachtig liep ik door de kamer. Mijn nagels afbijtend. Zo zenuwachtig was ik. Om exact 45 minuten zou Cole met Lily naar Zweinsveld gaan. En ik had er geen goed gevoel bij.

Ik nam mijn mantel, sloeg hem rond me.

'Wow wow waar ga jij naartoe?' Vroeg Sirius nietsvermoedend.

'Zweinsveld.' Zei il kil.
'Ik ga met je mee.' Zei Sirius vastberaden.
'Best. Maar wees snel want ik vertrek.' En dat deed ik ook. Vastberaden liep ik de lk uit. Evans was niet beneden dus was ze vast op haar kamer met Alice aangezien zij ook niet beneden was.

*~*

Eenmaal in Zweinsveld gingen we de drie bezemstelen binnen. Namen plaats in het donkerste hoekje van de kroeg. Met de onzichtbaarheidsmantel in mijn binnenzak.

We wachten af, bestelden alvast vier boterbiertjes. Voor elk twee. Hoeven we mevrouw Rosmerta geen twee keer te storen aangezien het er redelijk druk was. 'Niet zoveel andere leerlingen van ons jaar, dat is goed.' Had ik gedacht. In afwachting dronken we ons eerste biertje al voor de helft op.

Totdat Lily binnenkwam met Cole achter haar aan. Ze namen plaats. Perfect in ons zicht maar wij uit hun zicht. Ik dronk zenuwachtig mijn tweede biertje op. Sirius bestelde wat sterkers. Wodka. Dronk ik in twee teugen op. En nog een glas. Cole en Lily bestelden beiden een boterbiertje. Cole trakteerde haar. Ze babbelden en babbelden. Het zag er onschuldig uit maar ik wist wel beter. Uiteindelijk gingen ze weg. Terug naar het kasteel naar buiten. Dus Sirius en ik gingen kort daarna ook naar buiten met onze mantelkap over ons. Aangezien het al redelijk donker was buiten en met onze kappen op, best onherkenbaar.

Je zou denken dat ze al terug naar het kasteel onderweg waren maar stonden buiten nog wat te praten.

'Ik vond het erg leuk vanavond.' Zei hij.
'Ja, ik ook.' Antwoordde Lily.
'Misschien moeten we dat wel vaker doen?' Zei Cole onschuldig.
'Cole...'
Ik zag hoe Cole dichterbij stapte. Lily keek weg. 'Cole ik ben met James.' Mijn hart smelte toen ik dat hoorde. Maat het bevroor al snel. Ik zag hoe Cole zijn lippen op die van Lily plaatsten. MIJN Lily. Hoe hij haar kuste. De tranen stonden ik mijn ogen. Ik wist niet wat te doen. Ik voelde me zo verraden. Ik vertrouwde haar. Met heel m'n hart. Ik hou van d'r. En dan flikt ze me dit? Mijn hoofd stond op springen. Of het door de drank of door het tafereel dat zich zojuist voorkwam en zich de hele tijd herhaald in mijn hoofd, dat weet ik niet. Ik moest weg. Weg van hier. In het zwart, met mijn zwarte mantel en de zwarte kap over mijn hoofd, liep ik weg. Richting een bos. Het verboden bos. Niet echt onbekend terrein. Toch niet dit deel van het bos. Dicht bij het oud vervallen huis. "The Shrieking Shack" oftewel "Het Krijsende Krot." Als een hert liep ik erheen. Met een zwarte hond achter me aan.

The Life Of James Potter IIWhere stories live. Discover now