🌕6

10 1 0
                                    

Het nieuwe jaar werd zoals altijd ingeluid met grote hoeveelheden flitsend, knallend, licht sproeiend en gillend vuurwerk. En ook dit jaar trok men er in grote getalen opuit om het vuurwerkspektakel op de Dam te bewonderen. Het zag er zwart van de mensen. Ik zag ook een paar benedewerelders in de menigte: een heksenmeester met twee enorme hoorns op zijn hoofd, een groepje seelies met kleurrijke vleugels en ook een soortgenoot, iemand van mijn clan die ik niet bij naam kende. Nergens zag ik echter een jonge weerwolf met goudblonde krullen. Demian was er nog niet. In dat geval kon ik misschien nog wat vers bloed drinken voor hij arriveerde. Mijn hoektanden kwamen naar buiten bij die gedachte. Ik spiedde om me heen, zag niemand direct mijn kant uit kijken en boog me vlug naar de tiener naast me. Een meisje van een jaar of zeventien met een blauw jack en haar gezicht dicht geplamuurd met makeup. Mijn tanden zonken weg in haar hals. Ik rilde van walging toen ik haar bloed proefde, die had bepaald niet rustig aan gedaan met de alcohol. Ik moest oppassen dat ik zelf niet dronken werd. Toen ik overeind kwam en het warme bloed van mijn kin veegde, maakte ik oogcontact met mijn slachtoffer waardoor ze de laatste twee minuten vergat.
"Daar ben je!" Demian dook naast me op.
"Waar zijn ze?"
"Hier ergens in de menigte. Kom, dan gaan we ze zoeken." We liepen onder het geknal en geflits door tot ik ze als eerste opmerkte, twee met elkaar verstrengelde normalo's vooraan in de massa. Ik wees ze aan op het moment dat Demian ze zelf ook al gezien had. Onze ouders, in gelukkig, niet wetend dat ze twee kinderen hadden, kinderen die nu vlak achter hen stonden.
"Wat gebeurt er als we naar ze toe zouden gaan?", vroeg Demian half bezorgd en half hoopvol.
"Dan zouden ze ons niet herkennen." Het was goed om te zien dat mijn encanto zo goed standhield, maar ergens deed het ook pijn. Ik bedoel, onze ouders wisten niet meer dat we bestonden, hoe erg was dat?
"Hoe lang blijven ze zo?"
"Zo lang als ik dat wil, ten minste als het goed is."
"En hoe lang is dat dan? Wil je ze tot aan hun dood zo houden?"
"Nee. We moeten bedenken wat we tegen hen gaan zeggen."
"Misschien ga ik wel weer bij hen wonen."
"Is het niet leuk bij de roedel dan?"
"Jawel, maar ik moet alles alleen doen en daar ben ik nog niet klaar voor." Tuurlijk, Demian was pas veertien. Hij kon nog niet op zichzelf wonen, en de roedel zou niet zo voor hem kunnen zorgen als zijn ouders dat deden. Fronsend keek hij opnieuw naar het schijnbaar gelukkige echtpaar, dat zich totaal niet bewust was van onze aanwezigheid.
"Wat heb je nog meer gedaan met die encanto, Lily?", vroeg hij onverwachts streng.
"Volgens mij zijn pap en mam heel lang niet meer zo dol op elkaar geweest." Met een hol gevoel dacht ik terug aan mijn vroegere leven, de ruzies, de huilbuien van mama, slaan met deuren, scheldpartijen...

"Ja oké, ik heb gezorgd dat ze weer heel veel van elkaar houden", zei ik schuldbewust. Zijn afkeurende blik deed me heel erg aan Loïs denken. Ging hij als jonge weerwolf mij nu vertellen wat ik wel en niet mocht doen met mijn vampierkrachten?

Na de show liepen we met de mensenstroom mee, waarbij we zorgvuldig afstand bewaarden tot onze ouders, want je wist maar nooit. Er heerste een ongemakkelijke stilte tussen ons. In een wanhopige poging die te verbreken zei ik:
"Francis wil dat ik mee ga naar het instituut van Amsterdam om te praten over de bloedwolfmaan." Foute beslissing, ik zag het aan Demians gezicht. Dat trok wit weg.
"Wil Francis echt dat je mee gaat naar het hol van de schaduwjagers?"
"Rustig maar, ik overleef het wel. Francis is bij me en we komen niet om iets uit te vechten of zo."
"Maar het zijn schaduwjagers! Die zoeken altijd naar een excuus om benedewerelders iets aan te doen." Fuck, nu had ik mijn kleine broertje van streek gemaakt.
"Geen zorgen welpie, het komt wel goed." Aan de duistere uitdrukking op zijn gezicht zag ik dat wat ik ook zei, hem niet zou geruststellen.
"Wanneer?"
"Morgennacht." Hij rilde.
"Dan al?"
"Ik kom terug met al mijn vingers en tenen er nog aan, dat beloof ik."

Onder de bloedwolfmaan (#Wattys2019 winnaar)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu