Hoofdstuk 35 (herschreven)

164 4 1
                                    

In twee dagen tijd hebben we ook de laatste twee dagen ingelopen. Hoe we dat weten? Will en ik zijn sinds gisteren bezig het kamp van de bende te bespioneren, kijken hoe we zo snel mogelijk Gilan en het meisje kunnen bevrijden die ze gevangen hebben genomen. Ik kook van woede, al een hele dag lang. Gilan is bond en blauw geslagen en hij wordt uitgehongerd door de dertien mannen, niet dat ze hem helemaal niks te eten en te drinken geven, maar het is bij lange na niet genoeg om goed van te leven. Zijn kleren zijn helemaal gescheurd en de bange blik in zijn ogen was verschrikkelijk om naar te kijken. In mijn leven dat ik Gilan ken, nu ruim vijf jaar, heb ik hem nog nooit zo bang gezien en het raakt me recht in mijn hart. De eerste keer dat ik hem weer zag, sprongen er tranen in mijn ogen, maar die maakte al snel plaats voor woede. Voor afkeer naar deze dertien mannen.

Maar wat me echt heeft laten koken, heeft niets met Gil te maken, maar met het meisje wat naar onze schatting niet ouder dan acht kan zijn. Mijn vermoedens die ik twee dagen geleden bij het kampvuur tegen Arnaut en Will hardop heb uitgesproken, zijn waar. Deze smerige mannen kunnen inderdaad niet met hun gore poten van jonge meisjes afblijven. Gisteravond werd net jonge meisje gebruikt, misbruikt voor het kleine, tengere lichaampje en ik begon zo erg te koken van binnen dat ik bijna was opgesprongen en een pijl door de borst van die viezerik had geschoten. Bijna, maar Will hield me tegen en zei dat de kans te groot was dat ik het kleine meisje zou raken en dat we eerst een goed plan moesten hebben. Natuurlijk had Will weer eens gelijk gehad en ik wist me te beheersen, wel met heel veel moeite. Will en ik hadden geen keus en moesten blijven toekijken hoe het kleine meisje misbruikt werd door een paar van de bendeleden. Het werd al snel duidelijk dat dit vaker was gebeurd, want één van de bendeleden dwong Gilan om te blijven kijken hoe het kleine meisje voor alles en nog wat misbruikt werd. Hij stribbelde heel erg tegen, ondanks zijn vermoeidheid, zei dat ze hem maar moesten gebruiken. Maar elke keer als hij zijn mond opentrok of zijn ogen afwenden, kreeg hij een harde klap met een stok. Het duurde dan ook niet heel lang, voordat hij bewusteloos was.

Godzijdank hadden wij wel de mogelijkheid om niet te hoeven kijken, want dan had ik mezelf nog liever vermoord. Will en ik zaten dicht tegen elkaar aan te wachten tot het over was en de dertien viezeriken gingen slapen. Het was al na middernacht, toen dat pas gebeurde en Will en ik slopen zo stil mogelijk terug naar ons kamp twee kilometer verderop. Arnaut had net koffie gezet en merkte aan ons dat we even daarvoor verschrikkelijke dingen hadden gezien. Dingen die ons razend hadden gemaakt. Hij liet ons praten en stelde geen vragen. Onze beste vriend begreep dat we even alles kwijt moesten wat we bij het kamp van die verschrikkelijke bende waren te weten gekomen en hadden gezien. Ze waren inderdaad van plan om naar Celtica te gaan, maar waarom, dat hadden ze niet gezegd. Will en ik praatten aan één stuk door zonder te stoppen. We vulden elkaar aan en vertelden alles precies zoals het was gegaan. Arnaut luisterde vol afkeer naar ons verhaal en toen we klaar waren met vertellen, waren er niet twee, maar drie mensen ziedend van woedend en bovenal heel erg gedreven om hun beste vriend, vriendje en het kleine meisje van acht jaar te gaan bevrijden.

Dat zijn we nu nog steeds. Onze emoties zijn nog steeds hetzelfde als gisteravond en we zijn druk bezig om een goed maar simpel plan te maken. Het is al bijna af, maar we moeten gewoon nog even de puntjes op de i zetten. De grote improvisatie show is voorbij. Als we Gilan en het meisje willen redden, moeten we precies weten waar we mee bezig zijn. Op dit punt kunnen we hun leven niet laten afhangen van improvisatie, daarvoor staat er veel te veel op het spel. 'Oké, we vallen dus morgen rond zonsopgang aan, want ze willen morgen vertrekken, toch?' vraagt Arnaut en hij kijkt Will en mij aan voor bevestiging. 'Ja, en dan val jij ze aan met je zwaard en geven wij je rugdekking met onze pijl-en-boog,' zegt Will. Het is even stil, terwijl we, ik in ieder geval, denken aan wat Gilan en het meisje nu doormaken. 'Weet je zeker dat we niemand moeten laten leven, Tess?' zegt Arnaut na de stilte. 'Heel zeker! Deze mannen hebben een meisje misbruikt, verkracht nog wel. Zij verdienen het niet om te leven!' zeg ik en ik voel de woede weer opkomen, niet dat die echt weg was geweest, maar toch. Will legt zijn hand op mijn arm, waardoor ik wat kalmeer en kijkt me dan aan. 'Ik ben het helemaal met je eens, Tessje, echt, maar wat als er nog meer mannen rondlopen van deze bende? We kunnen één man, de leider, in leven houden en informatie uit hem halen. Als we hem niet meer nodig hebben en alle informatie hebben, kunnen we hem alsnog vermoorden,' zegt hij.

'Er zijn niet nog meer mensen. Anders zouden ze nu niet in een groep van dertien man rondtrekken, maar in kleinere groepjes van vier à vijf personen. Ik weet niet wat jullie doen, maar elke pijl die ik morgen raak schiet, gaat één van die smerige mannen vermoorden. Als wraak op wat ze Gilan hebben aangedaan, maar vooral als wraak voor het kleine meisje dat misbruikt is!' zeg ik stellig en ik sla opstandig mijn armen over elkaar. Arnaut en Will kennen me door en door en weten ook dat ze me op dit moment niet meer op een andere gedachten kunnen krijgen. Toch probeer Arnaut het nog. 'Tess, lieverd, Will en ik willen ook heel graag dat deze mannen zo snel mogelijk van de aardbol verdwijnen, boeten voor wat ze hebben gedaan. Maar wat als er toch wel nog anderen rondlopen? Ik weet dat jouw instinkt hartstikke goed is, dat heb je de laatste jaren wel bewezen, maar je weet maar nooit. Je kan nooit voorzichtig genoeg zijn, dat weet jij ook.' Diep van binnen weet ik dat de ridder gelijk heeft, maar de woede en afkeer jegens de bende zorgt ervoor dat ik niet toegeef. Arnaut zucht diep als hij doorheeft dat ik toch niet naar hem ga luisteren en kijkt Will aan, zoekend voor hulp. Die geeft Will hem maar al te graag en hij besluit het over een andere boeg te gooien.

'Tess, wat had Halt gezegd als hij hier nu was?' 'Halt is hier niet, Will, houdt hem hierbuiten,' snauw ik, wetend dat ik deze discussie hoogstwaarschijnlijk ga verliezen van mijn beste vrienden. 'Nee, Tess, ik ga Halt hier niet buiten houden!' Wills stem is hard en haast een beetje kil. Het is duidelijk dat hij op dit moment zeker niet blij met me is. Arnaut is zo verstandig om zijn mond te houden en laat zijn blik van Will naar mij glijden en weer terug. 'Denk je echt dat het me wat kan schelen wat Halt nu gezegd zou hebben, Will?! Halt is hier niet, wij zijn hier. Wij moeten de klus klaren!' zeg ik terug, nou ja, je kan het bijna schreeuwen noemen. Dit is de eerste keer in onze hele vriendschap dat we ruzie hebben. 'Toen we in het korps opgenomen zijn, hebben we een belangrijke eed afgelegd: Het rijk altijd op nummer één! Je moet verdomme je gevoelens onder controle houden en denken aan het rijk!' Will schreeuwt nu echt en zijn ogen schieten bijna vuur. We zijn beiden opgestaan en ik zet een stap achteruit, omdat ik bang van hem word. Wetend dat het toch geen nut heeft om nu tegen Will in te gaan, laat ik hem maar uitrazen. 'Als wij nu lukraak iedereen vermoorden en er straks WEL nog anderen rondlopen, is het rijk in gevaar. Wil jij het verdomme op je geweten hebben dat nog meer jonge meisjes verkracht worden door deze goorlappen? Dat er nog meer kinderen worden ontvoerd, worden uitgehongerd en in elkaar geslagen worden? Wil je dat echt op je geweten hebben, Tess?!'

Zoals altijd is Will degene die me weer brengt op de plek waar ik hoor te zijn. De woede had mijn lichaam overgenomen en Will heeft me weer wakker geschud, ervoor gezorgd dat ik weer helder en normaal kan nadenken. 'Nee, tuurlijk niet,' mompel ik beschaamt en ik sla mijn ogen neer. Zoals altijd vraag ik me weer eens af wat ik zonder Will zou moeten. Zonder wat te zeggen, loopt mijn aller beste vriend een eindje van ons kamp weg en ik laat me zuchtend naast Arnaut zakken. De lange ridder slaat een arm om me heen en ik leg mijn hoofd op zijn schouder. We zeggen niks, maar dat is ook niet nodig. Elkaars aanwezigheid is genoeg. Helemaal gekalmeerd en met een hele andere blik in zijn ogen dan daarnet, komt Will even later teruggelopen. Hij trekt me overeind en trekt me meteen tegen zich aan. 'Sorry dat ik zo tegen je schreeuwde, maar je moest gewoon wakkergeschud worden,' mompelt Will en ik leg mijn hoofd op zijn schouder. 'Geen sorry zeggen, Willie, jij deed wat je moest doen,' fluister ik terug. 'We laten gewoon één man leven en ondervragen hem. Daarna zullen we hem alsnog vermoorden, want ik ben het helemaal met Tess eens dat deze mannen niet het recht hebben om nog te leven,' zegt Will tegen Arnaut en mij als we elkaar hebben losgelaten. 'Strak plan, kan weinig aan misgaan,' zegt Arnaut. 'Jep, dat is ook wat willen,' zeg ik en ik knipoog even. De ruzie van een paar minuten geleden lijkt alweer helemaal vergeten te zijn. 'Laten we ons alvast een beetje gaan voorbereiden. Er staat morgen namelijk nogal wat op het spel,' zegt Will. 'Helemaal mee eens! Wie wilt er koffie?' zegt Arnaut.

En ook het laatste hoofdstuk is herschreven. Ik weet niet hoe lang het geduurd heeft, maar eindelijk zijn we op dit punt gekomen: er gaan nieuwe hoofdstukken komen🥰🥰. Ik ga zo snel mogelijk proberen om hoofdstuk 36 te schrijven en te uploaden. Ik hoop dat de mensen die dit boek wel aan het lezen waren, maar die niet doorhadden dat ik weer verdergegaan was met herschrijven, er bij hoofdstuk 36 achterkomen dat alle hoofdstukken zijn herschreven. Tot snel!!

Xx deslimmenerd❤️❤️

De Grijze Jager ~ Niet Geschoten Is Altijd Mis (HERSCHREVEN)Wo Geschichten leben. Entdecke jetzt