Hoofdstuk 38 (nieuw)

76 5 1
                                    

De terugreis richting kasteel Redmont verloopt rustig. Dat is wel iets wat we alle vijf kunnen gebruiken. Voor we gingen, waren we nog wel naar het kamp van de bende geweest om Gilans zwaard, boog, pijlenkoker en zijn dubbele schede met zijn Saksische mes en Werpmes op te halen. We hebben Ciara teruggebracht naar haar ouders en die waren ons onwijs dankbaar voor wat we hadden gedaan, zeker nadat we ze vertelden wat de bende met Ciara had gedaan. Ze waren blij dat we die viezeriken vermoord hebben, want ook volgens hun verdienden ze niet beter dan de dood. De dagen daarna doen we rustig aan, want we hebben totaal geen haast. Gilan is nog steeds heel vermoeid en verzwakt en kan dan ook niet lang bij mij achterop op Bumper zitten. We stoppen veel, zodat Gilan genoeg kan uitrusten en nemen 's avonds de tijd om goed te koken en om natuurlijke heerlijke koffie te drinken. Doordat we zoveel stoppen en tijdens het rijden geen haast maken, zijn we pas na twee weken op twee uur van kasteel Redmont.

We zijn weer gestopt en hebben een vuurtje gemaakt, zodat we koffie kunnen maken. Als het klaar is, schenkt Arnaut vier bekers vol met koffie en Will doet in allemaal een grote lepel honing. Genietend nemen we alle vier een slok en even genieten we in stilte van elkaars aanwezigheid. 'We rijden zo, neem ik aan, meteen door naar het kasteel?' zeg ik en ik kijk mijn beste vrienden en vriend aan. 'Ja, dan kunnen we Gilan gelijk door de kasteeldokter laten onderzoeken,' zegt Will en Arnaut, Will en ik beginnen te lachen als er een luide kreun uit Gilans mond ontsnapt. 'Moet dat echt?' vraagt hij en de lange Jager begint diep te zuchten als we alle drie knikken. 'Het ziet ernaar uit dat je er vanaf bent gekomen en met veel blauwe plekken, wat schrammetjes, kleine wondjes en één wat grotere wond, maar wij zijn geen dokters en weten dus ook niet of er nog meer aan de hand is,' zegt Arnaut. 'Ik voel toch dat er niks is, nou ja, alleen ben ik vermoeid en wat verzwakt, maar met rust en goed eten komt dat weer goed.' Gilan kijkt ons aan en slaat opstandig zijn armen over elkaar. 'Jij gaat naar de kasteeldokter of je het wilt of niet! Naut, Willie en ik hebben niet ons leven voor jou geriskeerd, zodat jij misschien je lichaam weer kan verzieken,' zeg ik en ik kijk Gilan streng aan. 'Oké, oké, ik ga al, maar ik doe het niet met plezier,' zegt Gilan zuchtend. 'Dat is niet erg, dan kunnen Tess, Arnaut en ik lekker lachen,' zegt Will met een pesterige grijns. Gilan geeft ons alle drie een boze blik als we beginnen te lachen.

'Ik ben hier de volwassene, jullie zouden naar mij moeten luisteren,' mompelt Gilan nors. 'Ja, jij bent ook echt zó volwassen, hè?' zeg ik sarcastisch. Gilan geeft me een chagrijnige blik. 'Ik begrijp wel dat Halt jullie vaak zat is,' zegt de oudste van ons vieren tegen Will en mij. Will en ik kijken naar elkaar en grijnzen even. 'Soms, Gil, is het beter om naar de jongeren te luisteren,' zegt Arnaut. 'Ja, dat klopt. Wij zijn slimmer dan jullie denken,' voegt Will eraan toe. 'En vervelender,' mompelt Gilan. 'Wij kijken met een hele andere blik naar dingen dan jullie oudjes,' zeg ik en we kijken Gilan alle drie met een grijns aan. 'Hé, ik ben niet oud!' protesteert Gilan. 'Je zegt net zelf dat je volwassen bent. Volwassene zijn oud,' zegt Arnaut en we beginnen alle drie heel hard te lachen door Gilans blik. 'Jullie zouden respect moeten hebben voor de ouderen, maar nee, zelfs dat kunnen we niet krijgen,' zegt Gilan hoofdschuddend, maar wel met een kleine grijns. Hij heeft eindelijk besloten om gewoon met onze praatjes mee te spelen. 'Halt heeft ons geleerd dat je respect niet zomaar krijgt, maar moet verdienen. Schande, Gil, dat zou jij nou juist moeten weten,' zegt Will en hij kijkt Gilan quasi-teleurgesteld aan. 'Ja, klopt, maar ik ben nu zielig en verdien wat respect,' zegt Gilan terug. Will, Arnaut en ik kijken elkaar aan en zeggen tegelijk: 'nehh.' 'Ik ben jullie zat. Ik ga.' Gilan gooit de drab van zijn koffie in het vuur en staat dan op. 'Doei, lieverd,' grijns ik en ik begin lachend te zwaaien. Gilan loopt gewoon een stuk het bos in en steekt zijn middelvinger naar mij op. 'Lekker, jongens,' lacht Arnaut en we geven elkaar een high five.

Nog na lachend drinken we onze koffie op en dan beginnen we ons klaar te maken om de laatste twee uur richting Redmont te rijden. Gilan komt al snel weer teruglopen en kijkt ons lachend aan, terwijl wij het vuurtje uitmaken en Trek, Schopper en Bumper weer klaar beginnen te maken voor vertrek. Zodra alles klaar is, stijgen Will, Arnaut en ik op Trek, Schopper en Bumper en gaat Gilan bij mijn achterop op Bumper zitten. Zoals altijd is het hartstikke gezellig als we met zijn vieren zijn en de tijd vliegt dan ook voorbij. Het lijkt maar een paar minuten laten als we kasteel Redmont in zicht zien en op de laatste heuvel blijven we even staan. In stilte kijken we alle vier naar Redmont voor ons en naar het indrukwekkende kasteel. Voor ons alle vier is deze plek ons thuis, misschien voor de één iets meer dan voor de anderen, maar dat doet er niet toe. 'God, eindelijk thuis,' zucht Will en met een blije glimlach kijkt hij ons aan. 'Ja, ik heb het gemist,' geef ook ik toe. 'Nou, waar wachten we nog op! Wie het eerste bij het kasteel is,' grijnst Arnaut en Will, Arnaut en ik geven onze paarden de sporen. Will en Trek schieten er als een pijl vandoor en Bumper, Gil en ik zitten ze op de hielen. Arnaut en Schopper komen iets trager op gang, maar als snel hebben ze het tempo gevonden en we schieten de boeren op hun velden en akkers voorbij. Vijftig meter voor de ophaalbrug komen we tot stilstand. Trek als eerste, Bumper als tweede en Schopper als laatste. Will grijnst zelfvoldaan, terwijl we in stap de laatste meters naar de ophaalbrug afleggen en naar de wachters salueren als we eroverheen rijden. Op het voorhof kijken diverse mensen ons nieuwsgierig aan. Ik vraag me af of mensen überhaupt wel doorhadden dat we er niet meer waren. We stijgen alle vier af en kijken elkaar dan even aan.

'Het maakt me niet uit wat jullie willen, maar ik ga eerst kijken hoe het met Bles is,' zegt Gilan. 'Tuurlijk! Dan zullen wij ondertussen de paarden verzorgen,' zegt Will, wetend hoeveel een paard voor een Jager betekend. Ik pak het leidsel van Bumper en pak met mijn andere hand de hand van Gilan vast, waarna we naar de stallen lopen. In de stallen heeft Gilan Bles al gauw gevonden en terwijl hij zijn paard liefkozend aait en verwend met appels, zetten wij Bumper, Trek en Schopper in drie lege stallen en beginnen ze te verzorgen. Ik maak mijn bagage los van het zadel en leg het in het stro neer, net als mijn boog. Ik zadel Bumper af en wrijf hem helemaal droog met een hand stro, waarna ik hem goed borstel en hem voorzie van schoon water en stro. Ik vis een appel uit mijn tas en geef hem aan Bumper die hem dankbaar opeet. 'Je hebt het goed gedaan, vriendje,' mompel ik en ik wrijf liefkozend over zijn neus. 'Had je wat anders van me verwacht dan?' vraagt Bumper haast beledigd. 'Nee, ik had inderdaad niks anders van je verwacht,' mompel ik hoofdschuddend terug, maar ik kan een grijns niet onderdrukken. 'Mag ik dan nog een appel voor mijn goede verdiensten?' Bumper kijkt me haast smekend aan en ik moet lachend denken aan wat Halt ervan vindt als Will en ik Trek en Bumper te veel appels geven. 'Oké, nog ééntje dan,' zeg ik en ik geef mijn paardje nog een appel. Bumper hinnikt dankbaar en na hem nog wat klopjes op zijn nek geven te hebben, loop ik met mijn bagage de stal uit, terwijl ik mijn boog over mijn linkerschouder hang.

'Is iedereen klaar?' vraag ik en niet veel later lopen ook Arnaut en Will, met hun bagage, en Gilan zonder bagage hun stal uit. 'Mooi zo! Dan kunnen we de kasteeldokter met een bezoekje vereren,' zeg ik grijnzend en Gilan begint alweer te kreunen. 'Heb je er al zin in, Gil?' vraagt Arnaut lachend, terwijl we de stallen uitlopen. 'Ik doe je nog wat, Arnaut,' mompelt Gilan en daardoor begint de lange ridder alleen nog maar harder te lachen. We lopen de donjon in en lopen meteen richting de ziekenzaal. Gilans humeur wordt steeds minder vrolijk en Will, Arnaut en ik vinden het alleen maar prachtig. Bij de ziekenzaal aangekomen, lopen we naar binnen en een bediende komt naar ons toegelopen. 'Jagers, heer, wat kan ik voor jullie doen?' vraagt de man. 'Gilan moet onderzocht worden,' zegt Will en weer ontsnapt er een kreun uit Gilans mond. Will, Arnaut en ik moeten moeite doen om onze lach in te houden. 'U kunt daar op dat bed gaan liggen, Jager, dan komt de kasteeldokter zo snel mogelijk bij u,' zegt de bediende vriendelijk en hij wijst naar een. leeg bed in de grote zaal. We lopen met Gilan mee en met tegenzin gaat mijn vriend op het bed liggen. 'Nu jij ligt, kunnen wij Halt gaan zoeken en inlichten over de afgelopen weken,' zeg ik en Gilan kijkt ons met grote ogen aan. 'Jullie gaan me hier alleen achterlaten?!' roept hij half uit. 'Sorry, Gil,' grijnzen we alle drie. Ik geef Gilan een kus en de jongens geven hem een knuffel. Daarna lopen we richting de deur van de zaal. 'Harteloze zielen,' horen we Gilan nog mompelen en nu schieten we echt in de lach. 'Ah, die zal het hier vast naar zijn zin gaan hebben,' lacht Arnaut.

Hey, hier is weer een nieuw hoofdstuk. Had vandaag weer even de tijd gevonden om te schrijven en heb hem meteen maar afgemaakt. Ik vraag me echt af hoeveel mensen dit boek nog eindelijk in hun bibliotheek hebben staan. Waarschijnlijk niet veel, maar dat is niet erg. Er komt hopelijk zo snel mogelijk een nieuw hoofdstuk aan, dus tot dan!!

Xx deslimmenerd❤️❤️

De Grijze Jager ~ Niet Geschoten Is Altijd Mis (HERSCHREVEN)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu