hoofdstuk 2

191 9 1
                                    

Ik word wakker en zie dat het ongeveer middernacht is. Mooi dan heb ik nog genoeg tijd om het geld bij de mensen terug te leggen. Ik pak m'n tas en stop Carter erin want hij mag niet worden gezien. Ik klim uit de boom en maak het paard klaar om te vertrekken. Als ik onderweg ben pak ik de buidel met geld. 'Even kijken' mompel ik in mezelf. Ik pak er tien duiten uit voor mijzelf want mijn geld raakt op. Als ik bij het dorp ben aangekomen stap ik van het paard af en laat hem aan het rand van het bos bij een boom achter. Ik sluip naar het dorp en ga alle huizen bijlangs en leg geld bij hun in huis. Als ik alle huizen heb gehad is de geldbuidel leeg. Ik stop de zak in mijn tas bij Carter die weer is gaan slapen en loop naar het paard toe. Ik nam het paard mee naar een herberg met een stal. Stilletjes sloop ik naar de stal toe en deed de deur open. Ik had zo'n gevoel dat ik in de gaten werd gehouden maar ik kon niemand zien. Toen ik net het paard had afgezadeld en geborsteld hoorde ik geritsel. Ik draaide me om en zag twee soldaten staan. Gelukkig was het donker zodat ze me niet goed zagen. Ik ik keek om me heen en zag dat ik zo op de balken kon geraken. Stilletjes klom ik naar de balken en bleef daar zitten zodat ik kon horen wat ze zeiden. Een van de mannen zei ' Wel wel wel dat was m'n avondje wel of niet  Raoul?' ' hahaha ja de dames waren maar al te blij om de soldaten vande koning blij te houden' zei de andere man die Raoul heet. 'De eerste man zei weer ' Kom we gaan maar snel slapen want we moeten zo snel mogelijk aan de koning vertellen dat er weer een belastinginner is gedood door de Rebel'

Net op dat moment vond Carter een goed moment om uit mijn tas te glippen en over de balken te kruipen.' Carter kom terug' sis ik, maar dat had ik beter niet kunnen doen want nu keken allebei de mannen me aan. Gelukkig is het donker waardoor ze me niet goed zien.  Allebei de mannen trokken hun zwaarden en de man die Raoul heet zegt met een eisende toon ' klim rustig naar beneden en geen onverwachte bewegingen. Ik klim voorzichtig naar beneden en zorg ervoor dat ik in de schaduwen blijf. ' Nu loop langzaam naar voren zodat we je kunnen zien. Carter klimt weer in mijn tas terwijl ik een kille lach laat horen. Snel pak ik een laag hangende balk en trek me omhoog ik gooi nog snel een veer als mijn Rebel teken en spring op het paard wat ik terug wou brengen en spoor het paard aan om te galopperen en ga er snel voorbij de twee mannen nastarend achterlatend. Gelukkig had het paard nog teugels waardoor ik me nog aardig goed kon vastpakken want de zadel had ik al van het paard gedaan. Ik reed weer snel richting het bos met de capuchon ver over mijn gezicht zodat niemand mij goed kon zien waaraan ze me later zouden herkennen. Toen ik weer in het bos was hield ik de teugels in zodat het paard wat langzamer zou gaan. Ik klom van het paard af. ' Wat moet ik nu met je doen' mompel ik tegen het paard. Ik kan nu niet meer terug naar het dorp want dan zou ik zeker gepakt worden. Ze zouden nu wel andere mannen hebben opgeroepen om naar me op zoek te gaan. Ik loop snel verder met het paard naast me. Ik luister goed als ik niemand hoor aankomen. Carter kijkt door de opening van mijn tas naar buiten. 'Ik ben diep teleurgesteld in je Carter. Ik was bijna gepakt en wat dan?' mopper ik op Carter. Hij staart me met zijn glanzende kraaloogjes aan en klimt uit mijn tas en gaat op mijn schouder zitten en geeft me een kopje,het lijkt net dat hij precies weet wat hij deed maar ik denk dat hij gewoon kan voelen dat ik boos op hem ben. Ik zucht en aai over zijn kop. Ik kijk om me heen voor een geschikte verstopplek en zie een perfecte boom. Ik laat het paard grazend achter op het open plekje waar ik was gestopt. Ik klim ik de boom aan de rand van de open plek en maak het me gemakkelijk. Ik pak een kleed uit de tas die ik een paar weken nadat mijn familie was vermoord had gevonden in de tas van en belastinginner en leg het over me heen. Carter komt op mijn borst liggen en ik val al snel in slaap.

Ik schrik op van een nachtmerrie die ik al een hele poos niet heb gehad. Ik droomde weer over Ryan en hoe hij werd gedood. Ik kijk om me heen en zie dat het al weer licht begint te worden. Ik klim uit de boom en zie dat het paard is gebleven en niet is weggelopen wat ik gedacht had, ik ga naar het paard en aai het over zijn manen. Het is een heel mooi paard helemaal glanzend zwart. ' Nu je toch niet weg bent gegaan ga ik je shadow noemen' zeg ik. Dan heb ik vervoer vanplaats dat ik altijd moet gaan lopen naar het volgende dorp. Ik ga op zoek naar water en vind al snel een beekje dat er heel helder uitziet. Ik drink en eet het laatste beetje brood dat nog in mijn tas zat. Carter is gaan jagen want hij moet ook eten. Ik kleed me om in een jurk zodat ik toonbaar naar het dorp kan gaan zonder de aandacht op me te vestigen. Het is een groene jurk. (zie de afbeelding. Alleen heeft het geen koepelrok maar gewoon recht naar beneden) Ik trek mn jurk nog een beetje recht en wacht totdat Carter terug is van zijn ochtendmaal. Ik ga zitten onder een boom en kijk hoe Shadow zit te grazen. Ik hoor geritsel en ik kijk snel om me heen waar dat vamdaan komt. Gelukkig was het Carter maar die uit de bosjes springt. " Carter! je liet me schrikken." zeg ik tegen hem. Carter staart me alleen maar aan en ik zucht. Ik sta op en pak mijn tas die ik naast me neer had gelegd en loop naar Shadow. Carter kruipt langs mijn jurk de tas in en ik klim snel op Shadow. Ik spoor Shadow aan en we gaan terug naar het dorp waar ik vannacht ook was maar nu op een normale manier. Toen ik bij het dorp aankwam klom ik van Shadow af en ik ging naar de markt. Ik keek naar de drukte en luisterde naar wat de andere vrouwen aan het roddelen was. "Heb je al gehoord dat er een vreemde man in de stal was?" hoor een vrouw met een geelige jurk zeggen tegen een andere vrouw " ja , hij sprong gewoon over de twee mannen heen en ging er op een paard vandoor!" zegt de andere vrouw. Gelukkig dacht ik ze denken dat het een man was die gisteren in de stal was niet ik. Ik loop verder en zie een kraampje waar ze heerlijke broden verkopen. Ik loop erheen en begroet de man die erachter staat vriendelijk. " en wat wil dit beeldige meisje hebben?" vraagt hij. Hij heeft al grijs haar dus ik schat hij richting de 50 is. " drie tarwebroden alstublieft. Hij pakt drie broden en wikkelt ze in een doek. Dat is 3 zilveren dukaten. Ik geef hem het geld en loop door. Ik vind het altijd fijn om over de markt heen te lopen. Al die geuren van versgebakken broden gewoon heerlijk. In gedachten verzonken loop ik verder over het markt. Opeens bots ik ergens tegenaan en val achterover. "auw" zei ik toen ik op de grond viel. 'Het spijt me ik zag je niet' zei de jongeman waartegen ik was gebotst. Ik kijk op en zie dat hij best knap is. Hij heeft bruin warrig haar en bruine ogen, ziet er niet veel ouder uit als mij, mischien net een jaar. 'Maakt niks uit ik lette ook niet helemaal op' zei ik. ' Hier laat me je helpen' zei hij en stak zijn hand uit. Ik pakte zijn hand en hij trok me omhoog, ik klopte het zand van mijn jurk en pakte mijn tas op die was gevallen. Arme Carter hopelijk blijft hij in de tas want anders moet ik hem ook nog uitleggen. 'Mijn naam is Chris' zei hij en stak zijn hand uit. 'Amalia' zei ik en pakte zijn hand om het te schudden maar hij trok het naar zijn mond en kuste mijn hand. ' Leuk u te ontmoeten Amalia' zei hij met een sexy scheve glimlach. Hij is wel heel erg knap. Focus Amalia. ' Het is ook leuk om u te ontmoeten alleen wel iets pijnlijk.' Zei ik. ' Oh ja voor dat sorry ik was een beetje in gedachten verzonken' verontschuldigde hij met een zenuwachtige glimlach. 'Maakt niks uit ik was zelf ook in gedachten verzonken en lette ook niet helemaal goed op waar ik liep' zei ik. 'CHRIS kom je nog we moeten door' hoor ik een man roepen. Ik kijk op en zie dat het een man van dezelfde leeftijd als Chris maar dan met blond haar. Naast hem staan de twee mannen die gisteren in de stal waren en mij bijna gepakt hadden. Ik schrik ik moet hier weg voordat ze mij herkennen. 'Ja ik kom er zo aan' roept Chris. Hij kijkt mij weer aan en zegt 'sorry de plicht roept. Hopelijk zie ik u nog een keer' ' Ja hopelijk' zei ik ook al meen ik het niet. Ik moet voor hem oppassen ik weet niet wat hij doet maar als zijn vriend samen met die twee soldaten is dan weet ik niet wat hij allemaal weet van de Rebel. Ik glimlach naar hem en draai me om. Ik loop snel weg de menigte ik weg van hem. Shadow was de hele tijd netjes blijven staan naast me zonder weg te lopen ook al had ik zijn halster niet meer vast. Toen ik van de markt af was klom ik weer op Shadow en spoor hem aan. Ik voel beweging in mijn tas en zie dat Carter na veel pogingen uit de tas is gekropen. Hij kijkt me aan net dat hij wil zeggen dat het mijn schuld is dat ik de tas liet vallen. ' Sorry hoor dat ik tegen een man ben gebotst.' zeg ik tegen hem ook al weet ik dat hij niks terug kan zeggen. Ik kijk voor me en ga naar de volgende dorp om daar in het bos te overnachten en weer een belastinginner te vellen. Ik weet dat het niet de beste plan is maar ik weet nog niks anders te doen om de koning lastig te vallen. Ik denk dat het tijd is om stap twee van mijn plan uit te voeren. Ik gedachten verzonken om een plan te bedenken rijd ik op Shadows rug naar het volgende dorp met Carter voor me op de zadel. De zon gaat al aardig onder dus het zal wel donker zijn wanneer ik over ben.

rebelWhere stories live. Discover now