hoofdstuk 12

154 11 3
                                    

'Oke Lizzie is er een plek dicht bij het kasteel waar we ons kunnen verstoppen. Ik wil dan samen met jou als dienstmeisjes in het kasteel werken, maar William kan hier niet blijven want het is te ver weg.' Lizzie denkt na en zegt dan dat er een plek in het bos dichtbij het kasteel een boomhut is gebouwd maar nog nooit ontdekt behalve haar. ' oke nu dat geregeld is denk ik dat het tijd is om er maar heen te gaan. Geef me eventjes ik ga me even omkleden' Ik pak mijn jurk en loop naar buiten naar een meertje dichtbij de grot. Het is al een poos geleden dat is me gewassen heb en ik kan natuurlijk niet smerig naar het kasteel gaan. Ik kijk om me heen als er iemand is en kleed me dan uit. Ik duik het verfrissende water in na 10 minuten klim ik weer uit het water. Ik droog me af met een doek dat ik meegenomen had en kleed me aan. Ik loop terug naar de grot en zie dat ze allebei klaar zijn om te vertrekken. 'Oke zullen we maar vertrekken, ik wil voordat het donker is al in de boomhut zijn en de omgeving gecontroleerd hebben.' Ik zie dat William nog steeds te verzwakt is om zover te lopen dus laat ik hem op Shadow rijden. 'Nee dat hoeft echt niet hoor, ik kan wel lopen.' zegt William 'Nee dat kun je niet volhouden. Ik wil in een stevig tempo lopen en dit klinkt mischien hard maar anders hou je ons tegen.' Ik zie dat hij zich overgeeft en help hem op Shadow. Ik maak al mijn bezittingen vast aan de zadel en we beginnen te lopen.

Na 3 uur stevig door hebben gelopen zie ik het kasteel nog een paar kilometer voor me. Ik draai me naar Lizzie die bij Shadow op de rug is gaan zitten want ze was te moe om nog door te lopen. 'Het kasteel is nog maar een paar kilometer van ons vandaan, waar is jouw boomhut? Het moet hier ergens in de buurt zijn of niet?' Lizzie kijkt om haar heen. 'Die kant op' Ze wijst schuin naar rechts. Ik begin weer te lopen maar nu in de richting die Lizzie heeft aangewezen. Na 10 minuten lopen zegt Lizzie dat we er zijn. Ik kijk goed om me heen en zie dat we op een mooie open plek net iets van de rand van het bos zijn. Ik kijk naar de bomen en zie waar de boomhut is. Als je niet weet dat het er is zou je het niet kunnen zien. 'Je hebt gelijk het is een goed verborgen hut. Hoe komen we in de hut?' Lizzie loopt naar een boom naast de hut en begint te klimmen. Ik loop ook naar de boom en zie nu pas de ladder het is helemaal vergroeid met de klimop van de boom. Ik help William de trap op. Als we allemaal boven zijn kijk ik rond. Het is best groot voor een boomhut. Stevig gebouwd met zelf een paar strozakken als bedden. Shikra komt van het raampje naar binnen gevlogen en gaat op de rand van de raam zitten. 'Maken jullie alles hier klaar dan ga ik even rondkijken of er echt niemand is' Ik klim de boom weer uit. Carter komt naar me toegerend en kruipt zoals gewoonlijk op mijn schouder. Hij was samen met Shikra vooruit gerend, ik wist toch wel dat ze ons weer terugvinden. 'Een goede jacht gehad Carter?' Hij niest en lachend begin ik te lopen. Het is niet heel gemakkelijk om geruisloos door het bos te lopen met een jurk maar het moet maar. Na een half uur rond te hebben gelopen en niks verdachts te zien loop ik terug naar de boomhut. Shadow ligt al onder de boom zonder zadel te rusten. Hij is verdekt gaan liggen om niet te veel op te vallen. Ik aai Shadow nog even over zijn manen en kruip de boomhut weer in. Ik laat me op een strozak vallen en val al snel in slaap.

Ik word uitgerust wakker en maak alles klaar zodat Lizzie en ik zo snel mogelijk naar het kasteel kunnen. We staan nu allemaal onder de hut klaar om te vertrekken. 'Oke, William als er gevaar dreigt stuur Shikra naar ons toe en ga met Shadow zo snel mogelijk naar de grot. Blijf daar totdat een van ons komt. Is dat duidelijk?' William knikt ' Ik snap het.' 'Oke Lizzie zullen we dan maar gaan?' 'Ja is goed.' We beginnen te lopen naar het kasteel. Carter is met mij mee en Shikra en Shadow blijven bij William. Carter zit in mijn verborgen zak in mijn jurk. Daar bewaar ik ook de armband en mijn ketting van mijn broer. Na een kwartier te hebben gelopen om het kasteel komen we bij de ingang waar we willen zijn. We konden er al veel langer zijn geweest maar we moesten van de richting van de stad komen anders zou het er verdacht uitzien. We lopen de personeelsingang in en maar we worden tegengehouden door een wachter. 'En wie mag dit wel zijn Lizzie?' 'Dit is mijn vriendin Alia en ze is bij mij. Ze wil mij graag meehelpen want anders zit ze de hele week met mijn ouders opgescheept en dat wil niemand graag.' Ik glimlach kleintjes en kijk dan naar beneden zodat ze me niet goed in het gezicht zien. We hebben mijn naam afgekort zodat ze niet mijn echte naam weten. We hebben niet een hele nieuwe naam gedaan want straks reageer ik niet op mijn naam en dat zou schamend zijn. Het ziet eruit alsof ik verlegen ben maar ze mogen mijn gezicht gewoon niet te lang zien. ' Oke ze mag mee maar verwacht maar niet op extra loon.' 'Daar had ik ook niet verwacht en bedankt.' We liepen snel langs hem zodat hij niet van gedachten zou veranderen. Het is maar goed dat ik een jurk van Lizzie had gekregen zodat ik meer op een dienstmeisje uitzie dan gewoon een burger. 'Oke wat wil je nu doen?' 'Nou ik dacht dat we gewoon als dienstmeisjes gaan gedragen en de kasteel gaan schoonmaken zodat we de kasteel direct kunnen verkennen. Ik moet eerst de ontsnappingsroutes weten voordat ik mijn stap maak.'

Het is een paar dagen later. Het kasteel heeft veel gangen maar gelukkig ken ik al veel uithoekjes. Ik loop nu naar de trofeeënkamer heen omdat het de wekelijkse schoonmaakbeurt is en anders mag niemand erheen dus het is de enige kans om de kamer te bekijken. Lizzie loopt naast me met een bezem en ik loop met een stofferdoek. We komen bij de kamer en beginnen met schoonmaken. Ik kom bij een glazen vitrine dat zo smerig is dat je er niet goed doorheen kan kijken. Ik begin schoon te maken en sta ineenkeer doodstil te staren naar wat er in de vitrine ligt. Dit kan niet waar zijn, nee, nee, nee. Ik kan mijn tranen niet tegenhouden en beginnen over mijn wangen te glijden. In de vitrinekast ligt Ryan's deel van onze ketting. Ik zie weer allemaal herinneringen van hem. De glinstering in zijn ogen als hij weer een grap heeft gehaald op één van de dorpbewoners. Zijn vrolijke lach als hij moet lachen om mijn opmerkingen over zijn grappen en zijn gepijnigde gezicht toen hij werd doorboord door een zwaard. Mijn benen kunnen me niet meer houden en ik zak door mijn knieën. Ik merk niet eens dat Lizzie naar me toe is gerend en me vraagt wat eraan de hand is. Ik kan gewoon niet antwoorden ik ben gewoon verlamd. Ik staar volgens mij wel vijf minuten naar de ketting voordat ik uit mijn verlamming kom omdat Lizzie mij door elkaar schud. 'Wat is er aan de hand Amalia?' 'Dat is de ketting van mijn broer, hij heeft er ook een voor mij gemaakt en ze passen exact op elkaar. Ik had het bij hem gelaten toen hij vermoord werd. Blijkbaar is de koning teruggekomen nadat ik was weggegaan en de ketting als trofee meegenomen.' Ik duw mijn emoties terug en sta op. Ik veeg mijn tranen weg en ga weer verder aan het werk. 'We moeten maar verder gaan voordat er een wachter komt kijken waarom we er zo lang over doen.' Ik zie dat Lizzie me nog iets wil vragen maar het niet doet als ze mij ziet. Met een medelijdende blik gaat ze verder aan het werk. Na nog een uur te hebben schoongemaakt zijn we klaar en lopen de kamer uit. De wachter doet de deur weer op slot en loopt weg. 'Zullen we maar naar onze vertrekken gaan? Het is al bijna etenstijd en ik rammel.' We lopen naar onze vertrekken allebei in gedachten verzonken.

Tadaaaaa dat was weer een hoofdstuk. Ik hoop dat jullie het leuk vonden. Oeh ze zijn eindelijk in het kasteel. Hoe zou het verder gaan? Dat lees ze de volgende hoofdstuk verder. Please comment wat je er van vond en vote.

rebelTahanan ng mga kuwento. Tumuklas ngayon