30. Gevangen als een traan

1.3K 78 16
                                    

"Ach, meisje toch," zei de oude bediende toen ze Robyn zo radeloos zag. Ze liep naar Robyn toe en sloeg haar arm om haar heen. Robyn werd zachtjes meegetrokken in het domein van de vrouw: de keuken. Daar snoof Robyn de heerlijke geur van versgebakken brood op. Haar aandacht ging nu alleen niet naar het heerlijke eten. Tristan.

De bediende nam Robyn in haar armen en wiegde haar heen en weer. Robyn legde haar hoofd tegen haar borst en huilde zacht. Met een dikke stem van verdriet begon de vrouw te praten. "Je vriend is meegenomen door de bewakers. Ze hebben hem buiten de deur gezet."

"Wat?!" Robyn balde haar vuisten. "Hoe durft hij!" De oude bediende wist instinctief dat het jonge, gebroken meisje het over haar vader had. "Ach, ach," fluisterde ze weer. "Hij weet niet wat hij doet, lieverd. Stil maar, alles komt goed."

Robyn schudde haar hoofd, terwijl ze zich vastklemde aan de enige persoon die haar nog liefhad. "Nee" - en plotseling wist ze haar naam weer - "nee, Irina. Het komt niet goed. Ik heb mijn moeder en broer gedood. Mijn vader haat me."

"Dat heb je niet gedaan," zei Irina, terwijl ze Robyns haar streelde. "Dat heb jij niet gedaan. Jij was klein en je bent geen heks. Ik weet het zeker. Ik ken je al van je geboorte af, je moeder en ik hebben je opgevoed. Nee, jij bent geen heks. Nooit."

"Maar-"

"Néé, Robyn! Je broer is gestorven aan de pest - je vader zelf kon hem niet redden, al was hij chirurgijn! De halve stad stierf uit, de pest kon ons huis niet voorbij gaan. Dat was onmogelijk. En je moeder... die stierf bij de geboorte van Thanatos. Ik was erbij. Het had niets te maken met jou. Het was een moeilijke bevalling, Thanatos lag niet goed en je moeder verloor te veel bloed. Het was jouw vader die niet op tijd kwam, Robyn. Het was jouw eigen vader."

Robyns woorden bleven steken in haar keel. "Heef-heeft hij mama dood gemaakt?"

"Ik weet het niet," zei Irina treurig. "Misschien, als je vader eerder was gekomen, misschien had hij haar dan nog kunnen redden. Maar zelfs die kans was klein. Nee, het was moeder natuur die haar terugriep."

"Waarom?"

Dat ene woord bleef minutenlang rondzweven door de drukkende stilte in de keuken. Waarom.

"Waarom moest mama sterven? Als mama niet gestorven was, dan had papa gewoon zijn zoon en zijn vrouw gehad. Mama had mij beschermd en ik was niet naar het kamp gegaan. Dan waren we allemaal nog gelukkig, toch?"

Irina streek met een verweerde vinger over Robyns wang. "Maar dan was jij nooit het sterke meisje geworden wat je nu bent."

"Ik? Sterk?" zei Robyn verdrietig. "Nee. Echt niet."

"Jawel," reageerde Irina eenvoudig. "En ik weet zeker dat je heel veel goede dingen hebt gedaan in dat kamp."

"Wacht-- jij wist het? Je wist wat het kamp inhield? Ik dacht dat dat geheim was?"

Irina boog beschaamd haar hoofd. "Toen jij weg was, begon ik vragen te stellen aan je vader. Hij vertelde mij - omdat ik zo ongeveer het hoofd van het huis was - van het kamp. Ik gruwde ervan, maar het was al te laat. Ik kon je niet meer terughalen. Jij was al weg." Ze boog zich van Robyn af en met haar kin op haar borst, zocht ze naar een zakdoek. Ze snoot haar neus. "Het spijt me Robyn, het spijt me zo!"

Robyn werd gek van de tegenstrijdige gevoelens in haar hart. Aan de ene kant was ze woedend - Irina had het al die tijd geweten! Had Irina haar niet terug kunnen halen met wat hulp van anderen?! Aan de andere kant... Irina had al zoveel voor haar gedaan! En ze kon toch niet haar leven op het spel zetten voor haar? Want haar vader zou het nooit goed vinden als Irina achter haar aanging.

De Slavendrijver |1| #Wattys2014Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu