'Tisser?' vroeg hij met een knikje mijn kant op.

'Ik was je kwijt.'

'Ik lig al die tijd al hier.'

'Als ik het licht nu weer uit en aan doe, ga je dan weer in een andere positie liggen?' Ik had geen idee waarom ik zoiets vroeg, en ik begon meteen te blozen.

Hij lachte en wiebelde met zijn voeten. 'We zullen zien.'

Ik deed het licht uit en aan, maar hij lag nog steeds in dezelfde positie. Hij gaf weer een knikje mijn kant op en ik deed het licht weer uit.

'Ben je nou nog boos of niet?' vroeg hij na een tijdje.

'Nee.'

'Waarom was je nou eigenlijk boos?'

'Weet ik niet.'

Hij zuchtte. 'Vrouwen zijn ingewikkeld.' Ik deed het lampje weer aan om te controleren of hij stiekem van plaats was veranderd. 'Wat?' Hij keek me fronsend aan. 'Jullie snappen jezelf niet eens, maar jullie verwachten wel dat wij jullie snappen?'

'Nee, heb ik dat gezegd dan?'

'Nee, maar je doet het lampje weer aan en kijkt me weer boos aan.'

'Ik wilde kijken of je nog steeds zo lag.'

Hij lachte opnieuw en ik deed het lampje weer uit.

'Ik denk dat mannen en vrouwen elkaar even goed begrijpen als een doof en een blind iemand elkaar begrijpen.' zei ik tenslotte.

'Daarmee bedoel je helemaal niet dus?'

'Ja. Daarom moeten we elkaar juist leren kennen. Niet elke man en vrouw zijn hetzelfde.'

'Dat is heel knap gezegd, wist je dat?'

'Oh ja?' Ik deed het lampje weer aan om te kijken of hij een grapje maakte, en schrok toen hij opeens naast me lag.

'Boe.'

'Hoe doe je dat toch steeds?'

Hij haalde zijn schouders op en gleed met zijn hand door zijn haar. 'Na de vakantie ga ik mijn piercings terug zetten.'

'Allemaal?'

'Nee, veel meer natuurlijk.'

'Ook die in je tong?'

'Ja, want dat was natuurlijk mijn favoriete. Zoent ook vast heel lekker.'

Ik keek hem aan en knipperde een paar keer met mijn ogen.

'Natuurlijk laat ik die niet terug zetten, sukkel.' Hij liet zijn hoofd op zijn kussen ploffen en drukte met zijn vinger op mijn neus.

'Die in mijn neusvleugel, misschien de twee in mijn bovenlip...'

'En die boven je wenkbrauw?' Dat waren altijd mijn favoriete piercings geweest, en ik had het jammer gevonden toen hij ze niet meer droeg.

'Die niet.'

'Waarom niet?' Ik klonk bijna geschokt.

'Omdat ik ze niet mooi vind.'

'Echt niet?'

'Nee, hoe kom je daar nou bij.'

Ik zuchtte bijna van opluchting toen ik het zware sarcasme in zijn stem hoorde.

'Maar hoezo wil je ze opeens terug?'

'Ik mis ze. Het is alsof ik een kind kwijt ben.' Hij streek langs zijn gezicht en staarde verdrietig naar het plafond. 'Maar ook omdat ik er toen heel cool uitzag. En nou gaat het licht uit, anders komen we morgen allebei ons bed niet meer uit.'

DuivelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu