27.

614 64 32
                                    

Ik sliep uit tot één uur 's middags omdag ik toch niets beters te doen had. Louis zat nog steeds in het ziekenhuis en was me wel of niet vergeten of kon zich niets meer herinneren van gisteren en ik hoorde eigenlijk opgesloten te zitten in het hotel. Niet dat er zo heel erg op me gelet werd - anders kon ik niet naar het ziekenhuis gekund - maar vandaag zou ik me netjes aan de regels van de politie houden en in het hotel blijven waar ik me veilig dood kon vervelen. Ik had sowieso geen zin om naar buiten te gaan - voornamelijk omdat het gigantisch aan het regenen was en ik me niet heel fit voelde. Dus nadat ik wakker was geworden en nog een lange tijd in bed had gelegen, was ik opgestaan om te gaan douchen. Het was inmiddels half drie en ik stierf van de honger aangezien in gister alleen maar avondeten op had. Misschien was de gedachten aan dat ik zo meteen kon eten de reden dat ik sneller douchte dan normaal, want ik had zelfs buikpijn van de honger toen ik de kraan uitdraaide. Ik bestelde een kleine lunch, zodat ik 's avonds ook nog avondeten op kon en verspilde de rest van de dag met het lezen van één van de boeken die ik mee had. Ik was half in verleiding gebracht om opnieuw "Het Dagboek" te gaan lezen, maar Louis was er nu niet dus kon hij me niet troosten als het nodig was. In plaats daarvan kroop ik in de hoek van de bank met een ander boek en at afwezig van mijn lunch die door de hotelmedewerkers naar mijn kamer was gebracht.

De middag leek uren te duren en het was vreselijk. Ik kwam niet goed in het verhaal van het boek en ik zocht afleiding, maar er was niets. Er was geen geluid van een piano, of de muziek van Louis' CD's. Er waren geen opmerkingen of flauwe grapjes om de stilte te verbreken. Het enige geluid was het eeuwige getik van de regen tegen de ramen. Er was helemaal fucking niets en het maakte me kwaad omdat ik ook nergens heen kon en niets kon doen. Als ik thuis was geweest, had ik naar Edward kunnen gaan, of naar de stad of honderd andere dingen kunnen doen, maar hier in Frankrijk was er niets. Ik was eerder de markt al op gegaan, dus daar was niets meer te doen en ik kon niet eventjes naar de stad gaan om te winkelen of iemand opzoeken. Uiteindelijk was ik zo kwaad geworden dat ik mijn boek tegen de muur aan had gegooid. Het viel met een doffe klap op de grond. Ik moest me ervan weerhouden om niet ook nog de bloemboeketten - samen met de vazen, want waarom niet? - tegen de muur te gooien want dat zou zonde zijn en dan zou er overal glas liggen. Het boek gaf alleen niet de juiste voldoening, dus greep ik een kussen en begon er zo hard in te knijpen als ik kon om mijn frustratie eruit te gooien.

Als ik vanavond ook heel de tijd hier zou moeten zitten, zouden de bloemboeketten het sowieso niet overleven, hoe mooi ze er ook uitzagen.

**

Nadat ik bijna al mijn frustratie in het kussen had geknepen, stond ik op en pakte de telefoon. Als ik wist hoe duur het precies was om naar het buitenland te bellen, had ik Edward waarschijnlijk heel de middag gebeld. Ergens kon het me niet zoveel schelen hoe duur het was, want als de politie wou dat ik binnen bleef, mochten ze ook de rekening van het hotel van mij betalen -dat deden ze sowieso, maar ik wist niet of ze ook de onnodige kosten zouden betalen. Aan de andere kant was dat dus de reden dat ik op dit moment weer twijfelde of ik hem wel of niet zou bellen. Maar ik moest iets doen, toch?

Nadat ik de hoorn nog twee keer had terug gehangen en opnieuw had gepakt, draaide ik het nummer van Edward. Hij ging krakend over, en na de vierde keer kreeg ik zijn voicemail. Met een diepe zucht hing ik op en leunde tegen de muur naast de telefoon. Ik was er inmiddels van overtuigd dat alles me tegen zat. En dat werd alleen nog maar erger toen ik de tv aanzette. Het was net vijf uur geweest, dus was het nieuws bezig. De nieuwslezer gaf in het Frans een kort overzicht van wat er in het nieuws zou komen, en het verbaasde me niet dat er ook nieuws over de pasoor was. Het verbaasde me echter wel dat er nieuw nieuws was en dat ik nog niet was ingelicht door de politie.

Normaal zou ik de tv weer uit hebben gezet omdat ik het niet wou zien, maar nu ging ik op de bank zitten en zette het volume harder zodat ik nog iets boven het geluid van de regen uit kon horen. De nieuwslezer praatte misschien net iets te snel voor mij om het goed te kunnen volgen, maar ik kon eruit opmaken dat er nieuwe waarschuwingen waren uitgegaan en dat hij ergens was gesignaleerd. Ik keek met een frons naar de beelden van een kerk die ze op tv lieten zien en zag dat alle ramen van de kerk kapot waren. Daarna werd er iemand geïnterviewd, maar ik besteedde er nauwelijks aandacht aan want ik vroeg me af wat er aan de hand was. Waarom zou ik nog niet ingelicht zijn? Misschien was het niet belangrijk genoeg om aan mij te vertellen. Maar toch, als hij was gesignaleerd…

DuivelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu