27. De grootste fout

Start from the beginning
                                    

"Ja," knikte Chloë. "Eigenlijk is dat best cool van hem."

"Maar-" schrok Robyn opeens, "waar is Hallet eigenlijk?"

Britt zoog een diepe teug adem naar binnen. "Is hij weg?"

Robyn keek om haar heen. "Zien jullie hem?"

"Hij is weg," concludeerde Sam.

"Maar waar is hij dan heen?" zei Lander met een klein stemmetje. "Waar is Hallet gebleven?"

Bart haalde een hand door zijn vaalbruine lokken. "Ik heb hem geloof ik weg zien gaan. Ik dacht dat hij naar de rivier ging of zo. Misschien moest hij... je weet wel."

"Zo lang?" vroeg Robyn ongelovig. "Dan had hij toch allang terug kunnen zijn? Ik heb hem al vanaf dat we opstonden niet meer gezien."

 De stilte die volgde was killing. "Ugh," zuchtte Robyn. "Ik haat dit. Waar is hij?" Bezorgd keek ze om zich heen. Toen stond ze op en klopte haar kleding af. "Ik ga hem zoeken. Hij kan nooit ver weg zijn."

Het groepje voor haar staarde haar stilzwijgend aan.

"Kijk alsjeblieft uit," mompelde Chloë. Lander keek haar smekend aan. "Straks is er iets ergs gebeurd..."

"Ach wat," reageerde Sam nonchalant. "Ik snap best dat hij even weg gaat. Ik bedoel, hij zit al de hele tijd tussen ons. Hij wil vast even alleen zijn. Logisch toch?"

"Dan had hij het toch kunnen zeggen?" twijfelde Britt.

"Moet Hallet zich dan altijd verantwoorden?"

Nee, dacht Robyn in haar hoofd. Hallet hoefde zich niet te verantwoorden. "Maar alsnog had hij het gewoon kunnen zeggen, toch? Maar goed, met dit praten schieten we niks op. Ik ga kijken waar hij uithangt." Ze voegde direct daad bij woord en liep zoekend bij de groep vandaan. Ze had nog maar enkele struiken en bomen gepasseerd toen ze plotseling twee handen om haar schouders voelde klemmen. De handen rukten haar de bosjes in. "Wat-" begon Robyn te schreeuwen.

Hallet hield zijn hand voor haar mond. "We moeten weg, nu!" zijn borst ging hijgend op en neer, zijn ademhaling was gejaagd. "Wat is er aan de hand?" vroeg Robyn met een klein stemmetje.

"Straks," beloofde Hallet. "We moeten nu weg. Meteen."

Hij sleurde Robyn mee naar haar vrienden en Bart, die nog steeds besluiteloos onder de boom zaten. "Allemaal op de wagen!" schreeuwde Hallet. "We gaan nu weg!"

De kinderen keken hem verschrikt aan. "Maar... waarom?"

Robyn slikte toen ze de angst zag in de ogen van Lander. Ze liep naar hem toe, legde een arm om zijn schouders en trok hem half mee naar de kar. Zij wist ook niet wat er aan de hand was, maar ze wist wel dat dit serieus was. Ze zag in het Hallets ernstige ogen.

Enkele seconden later waren ze allemaal op de kar geklommen en Hallet beval dat ze plat op de bodem moesten gaan liggen. Zelf ging hij naast Bart op de bok zitten en deed één van Barts grote strohoeden op. Ondertussen waren de ossen ingespannen en Bart klakte met zijn tong. De beesten zetten zich in beweging en snel verlieten ze de plek des onheils.

De altijd nieuwsgierige Robyn kon het natuurlijk weer niet laten om zich nog één keer om te draaien. Ze omklemde de houten rand van de wagen en bracht haar hoofd ietsje omhoog. Ze kon precies over de rand heen kijken en wat ze daar zag, deed haar gruwen.

"Robyn! Draai je om!" zei de strakke stem van Hallet. Robyn hapte naar adem. Ze had hem nog nooit zo horen praten! Hij klonk zo... beangstigend.

Ze kromp ineen onder zijn stem en dook in een hoekje van de wagen. Ze rolde zich op tot een bal en stopte haar hoofd tussen haar knieën. Hallet klonk als... een vader.

De Slavendrijver |1| #Wattys2014Where stories live. Discover now