Hoofdstuk 18

2.7K 197 26
                                    

#Ava

Ik word langzaam wakker. Ik open mijn ogen en zie dat ik in Jacksons slaapkamer lig. Maar Jackson zelf is nergens te bekennen. Ergens in mij voel ik teleurstelling. Ik hoop dat hij snel terug komt. Dan kunnen we eindelijk naar het bos. Ik heb de bomen en het gras zo gemist. Laat staan het stromende water met vissen en plantjes. En de herten en zwijnen waar op kunnen jagen. En de vogels met hun mooie zang.

Ik kreun zachtjes als ik er aan denk. Ik wil niets liever dan daar zijn. Nouja...met mijn ouders dan. 'En Jackson.' Zegt Anna er bij. Ja dat kan ook. Misschien....

Ik stap uit bed en rek me uit. Ik loop naar de badkamer en neem een douch. Als ik klaar ben droog ik me af en trek een badjas aan. Ik loop de slaapkamer in en tot schrik staat Jackson daar. Ik dacht hij eigelijk nog wel even weg zou zijn. Op mijn badjas na heb ik niks anders aan! Oke. Dat mag hij dus niet weten.

'Hey, goeiemorgen schoonheid.' 'Hey Jackson.' 'Goed geslapen?' Vraagt hij terwijl hij op mij af loopt. Ow god. 'Uhm... ja heel goed.' Zeg ik terwijl een paar stappen achter uit doe. 'W-waar was jij eigelijk.' 'Hoezo? Miste je mij?' Grijnst hij terwijl hij steeds meer dichter bij komt. 'M-misschien.' Zeg ik en sta met mijn rug tegen de muur. Hij grinnikt. 'Schattig hoe nerveus je van mij word.' Grijnst hij weer en komt steeds dichterbij. 'Ik heb het gewoon een beetje koud.' Zeg ik en sta met mijn rug tegen de muur. 'Hhmm.. dan zal ik je maar moeten opwarmen.' Zegt hij en staat dicht tegen mij aan. Hij gaat met zijn hoofd bij mijn oor. Ik voel zijn warme ademhaling tegen mijn blote huid aan. Mijn nekharen gaan omhoog. Zijn lippen raken zachtjes de zijkant van mijn oor. Ik voel zijn lippen langzaam naar beneden gaan tot mijn oorlel. Dan bijt hij zachtjes in mijn oorlel.

Mijn admehaling word zwaarder. Anna schreeuwt naar meer. We kijken elkaar aan. Hij komt met zijn lippen dichter bij die van de mijne. Dan voel ik dat zijn ander hand onder mijn badjas op mijn blote heup legt. Dan zie ik zijn ogen in een flits even zwart worden. Het lust. Het is zijn wof. Nee hier ben ik niet klaar voor.

Hij wiltmij net zoenen als ik er van weg loop. 'Dus hoelaat gaan wenaar het bos.' Zeg ik snel en loop naar de inloopkast. Ik hoor hem zachtjes grommen. Maar dat negeer ik. Ik loop de inloopkast in en doe de deur achtermij op slot. 'We gaan zo. Nadat je bent aan gekleed gaan we eten en dan gaan we naar het bos. Wat eigelijk helemaal niet hoeft.' 'Ja deg. Ik ga niet naakt door het bos rond lopen.' Zeg ik terwijl ik mijn kleren aan doet 'Ik dacht dat je niet kon veranderen met kleren aan?' 'Daarom blijf ik ook een wolf.' Zeg ik en doe de deur weer open en loop met kleren aan naar buiten. 'Laten we gaan.' Zeg ik en loop naar de deur. Hij kijkt me aan. 'Wat?' 'Niks. Laten we gaan.' Zegt en loopt ook naar de deur.

Nadat we heerlijk hebben gegeten gaan we dan eindelijk in het bos. We staan in de lift en verheug me er zo op. Jackson slaat een arm me heup in. Ik laat hem. Anders komen we straks niet bij het bos.

De liftdeuren gaan open en komen uit bij de garage. We lopen naar binnen en Jackson loopt op een stik dure auto af. Ik kijk er naar. 'Wow.' 'Cadeautje van vader.' Zegt hij alsof het niks is. CadeauTJE? Vraag me af wat ik krijg als ik jarig ben.

We stappen in de auto en rijden weg. Ik kijk om me heen. Het is druk. Het valt me wel op dat Jackson altijd groen licht heeft bij de stoplichten. Het zal vast een zendertje of zo in zijn auto. Ik vraag me af hoelang het rijden is.

Maar na een half uur stopt Jackson bij een parkeerplaats. Voor onze neus staat een mega glazen coupel. Maar ik kan niet zien wat er binnen is. 'Waarom stop je? Ik dacht dat we naar het bos gingen?' 'Daar zijn we ook.' Zegt hij terwijl hij uitstapt en wijst naar de coupel. Ik kijk hem vreemd aan en stapt ook de auto. Hij loopt naar mij toe en pakt mijn hand vast. Hij kijkt mij lief aan en gaat met zijn duim over mijn hand heen. Ik word er rustig van. Dan neemt hij me mee naar de deur van de coupel.

Hij legt zijn hand op een soort plateau. Zijn hand word gescant en de deur gaat open. We lopen naar binnen. Dan geloof ik mijn ogen niet. Een bos. Eindelijk een bos!

Ik laat de hand van Jackson los en loopt verder. Ik kijk mijn ogen uit. Maar...het voelt raar. Anders. Vreemd. 'En? Wat vind je er van?' 'Ik...dit...' Hij grinnikt. 'Sprakeloos dus. Kom, verander en wees je wolf.' Ik zucht en kijk naar hem. 'Dat kan niet.' 'Waarom niet?' 'Omdat dit niet het bos is waar ik mijzelf kan zijn. Het is nep.' 'Hoezo nep?' Ik leg mijn hand op een boom en sluit mijn ogen. 'Deze bomen zijn geplant door mensen. 15 jaar geleden.' Zeg ik en open weer mijn ogen. Dit is niet door de natuur gebouwd.'

Ik loop naar het meer met de waterval. 'Zelfs dit is nep. Dat water stroomt uit een pomp. Uit pijpleidingen. De natuur heeft geen pijpleidingen. Er is geen vlaagje wind. Waar zijn de herten, zwijnen en de hazen waar je op kunt jagen. De vogels die fluiten. Er ligt zelfs geen blaadje op de grond!' Hij kijkt mij verbaasd aan. 'Wat?' 'Ik....ik weet niet beter. Dit is mijn bos. Hier ben ik opgegroeit.' Zegt hij. Ik voel aan zijn stem dat hij gekwetst is. De grote toekomstige Alfa Jackson. Gekwetst?

'H-het spijt me. Zo bedoelde ik niet. Het was dom van me.' Zucht ik en sla mijn ogen neer. 'Het is oke.' 'Ik snap trouwens niet dat alle weerwolven in de stad hier in passen.' Jackson grinnikt. 'Dat past ook niet. Maar 50 weerwolven mogen hier in tijdens de vollemaan.' 'Wat?! Waar gaan alle andere weerwolven dan naar toe tijdens volle maan?' 'Niet. Ze veranderen thuis.' 'Dat gruwelijk!' 'Je overdrijft.' 'Weet je waar de ijsbeer leeft?' 'Uhm...de noordpool?' 'En wolven in het bos! Ik moest mezelf ook opsluiten. Het was gruwelijk. Het deed pijn. Ik had eigelijk gehoopt dat het vanavond anders zou zijn.' Zeg ik en kijk rond.

Jackson komt bij mij staan. 'We gaan.' 'Naar huis?' 'Nee. Naar het echte bos. Jou thuis. Ik wil jou wereld zien.' Ik glimlach en knuffel hem. 'Dankje, dankje, dankje!' Zeg ik blij. Hij geeft een kus op mijn hoofd. Het voelt zo fijn.

We rijden naar het vliegveld. Ik zie de jet klaar staan voor ons. Ik heb nog nooit gevlogen. Dus ik ben heel zenuwachtig. We stappen de auto uit. We lopen hand in hand naar de jet. De piloten staan buiten. Ze kijken alle twee naar de grond als wij voorbij lopen. Ik vind het stom. Dat moet dus ook veranderd worden.

We stappen de jet in. Het is super lux. 'Hoelang is het vliegen?' 'Ik denk anderhalf uur?' Ik knik.

De vliegtuig start en stijgt op. Ik kijk naar het uitzicht. 'Het is prachtig.' Jackson grinnikt. 'Wen er maar aan. Dit zullen we vaker doen.' 'Zolang ik maar niet alleen ben.' 'Geloof me. Ik zal je niet uit mijn oog verliezen.' Ik glimlach en kijk weer uit het raam.

Na anderhalf uur landen we. Ik kijk uit het raam en zie een echt bos. Er komt een raar gevoel in mijn buik. Een grote glimlach komt op mijn gezicht. Ik sta te springen om het vliegtuig te verlaten.

De vliegtuig staat stil en ik spring naar de deur. Ik maak hem open en spring er uit. Ik ren het bos in en laat me vallen in het gras. Ik heb dit zo erg gemist.

Dan zie ik dat Jackson naar mij glimlacht. Ik ga staan, ren naar hem toe en knuffel hem. 'Dankje. Dit is.... dankje.' Zeg ik blij en knuffel hem strakker. Dan laat ik hem los en we kijken elkaar aan. Hij komt dichter bij met zijn hoofd. En ik doe het zelfde. En dan eindelijk zoenen we elkaar.

Ava #Netties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu