39. Vermoeden

373 21 0
                                    

Uitgeput zat ik nog steeds bij de deur. Heel de nacht had ik niet geslapen.  Ik was bang want het was donker en koud. Opnieuw keek ik voor de zoveelste keer naar de lelijke kamer. Wat verlangde ik naar mijn eigen kamer. Zuchtend strekte ik mijn benen uit en dacht opnieuw aan de foto die Adam mij gister liet zien. Mohammed en Amin stonden op de foto. Nog steeds kon ik het niet geloven. Mohammed die zich jaren lang had verstopt. Geloofde ik het ? Nee nog steeds niet. Het drong niet tot me door dat mijn broer gewoon nog in leven was. Wat niet gek is. Hoe kan ik na 7 jaar nog geloven dat mijn broer leeft?  Ik dacht verder na. Amin heeft Adam bedrogen door zich bij mijn broer aan te sluiten. Wacht. Dat was het!  Amin is te weten gekomen dat ik Mohammeds zusje ben. Hij had al die tijd al een vermoeden daarom was hij me achtervolgd in het ziekenhuis in Marokko!

Het was een paar uur verder. Ik lag uitgeput op het matras. De deur ging opeens open. "Goeiemiddag." Zei Adam. Hij had een plateau met een broodje en drinken. Hij legde het naast me neer. "Eet." Zei hij en gaf me het broodje. Boos smeet ik het tegen de muur aan. Dacht hij nou echt dat ik dat zou gaan op eten. Hij kon me vergiftigen. Woedend keek hij me aan en balde zijn vingers tot een vuist. ''Dan niet.'' Hield Adam zich op tijd in. "Je komt nu pas?! Ik heb je gister hele tijd geroepen! "  "Niemand hoort je of gaat je horen schat." Ik begon in paniek te raken en begon me misselijk te voelen.  "Ik moet overgeven!" Riep ik en stond op. Adam greep me vast. "Geen smoesjes." "Ik voel me niet goed." "Een foute beweging en je gaat zien wat er gebeurd." Hij trok me mee de kamer uit naar de wc. Ik ging op me knieën zitten en gaf huilend alles over. "Ik ga. Ze hebben hem. Hou haar in de gaten. "Zei Adam tegen de jongen. "Ja. Baas."  De jongen liep weg en kwam terug met een flesje water. Medelijdend keek hij me aan en gaf het aan me. Ik dronk snel het flesje leeg alsof mijn leven er vanaf hing. "Laat me alsjeblieft gaan." Smeekte ik hem. Hij negeerde me en nam me mee terug de kamer in. Ik ging zitten op het matras. "Dat kan niet. Als ik dat doe dan vermoord Adam mij." Stil keek ik hem aan. Ik kreeg een brok in mijn keel. "Karim?!" Hoorde ik Adam schreeuwen. Karim zuchtte en liep weg. Een traan ontsnapte uit mijn ooghoek. Ik miste mijn ouders. Adam kwam terug met Amin die helemaal vastgebonden was met touw en met tape op zijn mond. Verschrikt keken Amin en ik elkaar aan. Adam dumpte hem op de grond en liep naar me toe. "Je zal het met hem moeten doen. Jij blijft hier totdat je weet waar je broer is en ik hem heb. Gedraag je. 1 fout en je bent dood." Zei hij wijzend naar zijn pistool. Geshockeerd keek naar hem terwijl hij de deur uitliep en op slot deed.

Ik hoorde Amin geluid maken en naar zijn mond wijzen. "Ga je niet schreeuwen?" Hij knikte. Ik stond op en trok de tape voorzichtig eraf. Hij bleef de moed houden om niet te gaan schreeuwen en hijgde van de pijn. "Gaat het?" Zei ik bezorgd terwijl ik de de tape aan zijn broek plakte zodat ik hem er als Amin er aan zou komen er weer op kon plakken. "Dat deed focking veel pijn. Kan je ook mijn handen en voeten los maken?" "Amin ben je gek. Wil je hier dood uit komen?"   "Geloof me ik weet wat ik doe. Maak me los."  "Nee we kunnen beter wachten als ze er niet zijn." "Ze zijn hier altijd Sihem." "Ik doe het niet. Klaar."  Ik liep naar me matras toe en ging zitten. Ik keek naar me ring. Ik had gister getwijfeld om hem af te doen maar ik kon het niet. Ik hield van Khalid  "Ben je verloofd?" Vroeg Amin. Boos keek ik naar hem "Dat gaat jou niks aan." "Wat jij wil." Zei hij en keek grondig om zich heen. "Ik zou bijna mij verlovingsfeest hebben totdat ik hier in belandde." "Wat erg voor je."  Ik greep al mijn moed bij elkaar om niet te gaan huilen. "Ik zweer we gaan hier uit komen."  Ik slikte. "Waar is Mohammed?"    "Dat weet ik niet. Hij is weer spoorloos verdwenen.'" "Hoe gaat hem met hem?'' ''Goed. Hij mist je ouders en jou Sihem.'' Ik slikte en keek weg.  De tranen begonnen over mijn wangen te stromen.  Ik voelde 2 handen op mijn schouder. Huilend keek ik Amin aan.  ''Ik mis hem ook heel erg Amin.''

Fa'ienna M'al Usri Yusra.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu