Hoofdstuk 5

815 57 5
                                    

Jacob p.o.v

Ik doof mijn sigaret tegen de zijkant van het huis en draai me om richting de deur, als ik ineens een paar flitsen langs me heen zie gaan. Met gespitste oren kijk ik om me heen en ruik de geur van Kristen en Caleb.

'Kristen? Caleb?' Zucht ik. Kristen leunt ineens voor m'n neus tegen het huis aan. 'Hallo grote broer.' Zegt ze met een grote glimlach op haar gezicht.

In een flits knalt Caleb haar dichter tegen het huis aan. 'Als je iets zegt, ik zweer het je...-' 'Jacob, ik wou je dus wat vertellen hè.' Zegt Kristen met een uitdagende grijns en geeft een harde duw tegen Caleb aan, zodat hij haar loslaat. Ik zucht. Kinderachtig gedoe. 'Kristen, je houdt je bek, hoor je me?' Gromt Caleb kwaad.

Kristen draait zich om naar Caleb. 'Twintig euro.' Zegt ze met een grote grijns. Caleb ontbloot zijn lange hoektanden en pakt zijn portemonnee uit zijn zak. Ik rol met mijn ogen en loop richting de deur, als ik ineens stop.

'Caleb? Had ik jou niet gevraagd om op Kayla te letten?' Vraag ik en draai me langzaam naar hem op. Caleb kijkt me alleen maar aan, waarna zijn ogen ietsje groter worden. 'Euhm... Jawel.' Ik grom luid en open de voordeur, waar Kayla tegen aangeleund staat.

Ze kijkt me beledigd aan en gooit het laatste beetje van de pure whiskey achterover, waarna ze de glazen fles met een harde klap op de grond kapot laat vallen. 'Zo, fles nummer twee is afgerond. Wat dacht je van een Bacardi cola?' Vraagt ze. Ik ben helemaal stil en kijk hoe ze volledig dronken naar de keuken heupwiegt.

Ik draai me om naar Caleb en geef hem mijn bekende "ik spreek je later"-blik, waarna ik achter Kayla aan de keuken binnen loop.

'Ik ben een half uur weg, en je hebt twee fucking flessen whiskey naar achter gegooid?' Roep ik uit. Kayla wijst naar nog een kapotte fles, omringt door drank. 'Ja, ik wou eerst wodka nemen, maar het was niet zo lekker.' Zegt ze en schenkt een glas met cola in, waarna ze de Bacardi wilt pakken, maar ik pak haar pols in een flits vast.

'Wat wil je hiermee bereiken?' Vraag ik fronsend. Kayla haalt onverschillig haar schouders op. 'Ik weet niet, mezelf dood zuipen of zo.' Zegt ze met een nep-glimlach en probeert zich los te rukken, maar ik hou haar stevig vast. 'La, ik begrijp dat je boos bent, maar...-' 'Ik zal je graag willen geloven, dat je je echt zo voelt, maar je gevoel staat uit.' Onderbreekt ze me en kijkt me recht aan.

Ik ben even stil en kijk haar aan. 'Waarom zet je je gevoel niet aan?' Zegt ze zacht, als ik tranen in haar ogen zie komen. Ik bijt op m'n onderlip. 'M'n wolf heeft me nog niet vergeven. Hij is wel terug, maar hij praat niet.' Zeg ik. Boos rukt ze haar pols los. 'Nee, dat snap ik ja! Als ik jouw wolf was, zal ik je ook niet vergeven, Jack!' Roept ze naar me en loopt een stuk achteruit. 'Wat voor kerel ben jij nou! Je laat je soulmate en heel je familie achter! En wat krijg ik als je weg bent? Een fucking papiertje met een zinnetje erop geschreven!' Schreeuwt ze kwaad. Ze grijpt naar de Bacardi fles en gooit die richting mijn hoofd, maar ik buk al direct, waardoor de fles gevuld met Bacardi tegen de muur kapot slaat.

Kayla rent ineens richting de gang en een paar seconde daarna hoor ik geluid dat ze aan het overgeven is. Ik sta in een flits naast haar en haal de losse plukken die in haar gezicht hangen vast. Ik lijk eigenlijk wel gek ook, ze heeft zichzelf in minder dan een half uur tijd helemaal vol gegoten. Een mens zal allang in coma zijn geraakt.

'Jij hebt haar anderhalf jaar alleen gelaten en je wordt boos als je een paar losse plukken vast moet houden?' Hoor ik de stem van mijn wolf in mijn hoofd.

Ik voel mijn oren zwart kleuren en mijn wolventanden voor een paar seconde groeien, waarna ze direct verdwijnen. 'Wat? Ben je weer terug?' Vraag ik, maar hij antwoordt al niet meer.

Kayla hoest nog wat uit en trekt de wc dan door. Ik laat haar haar weer in haar gezicht vallen en ze staat op. Hardhandig duwt ze me aan de kant en loopt langs me heen de wc uit. 'Graag gedaan!' Roep ik achter haar aan.

Kayla p.o.v

Mijn hoofd bonkt van de alcohol, maar ik loop naar boven toe. Ineens zie ik een klein groepje mensen in de grote inloopkast heen en weer lopen. Verward kijk ik ze aan. Het zijn roedel leden.

'Luna, gaat alles goed met u?' Vraagt een vrouw bezorgd en loopt naar me toe. 'Ja ja. Wat doen jullie?' Vraag ik verward en kijk verbaasd naar het groepje mensen, dat kleding ophangt. Ik loop er naar toe en ruik aan één van de shirts. 'Het is de kleding van de Alpha, we hebben de opdracht gekregen om zijn kleding hier op te hangen.' Zegt ze met glimlach. 'Wat?' Roep ik uit. Haar glimlach verdwijnt.

'Ik ben hier de Luna! Had je dat niet even kunnen melden?' Roep ik gefrustreerd. De groep stopt verward en ik loop naar de kledingrekken, waarvan ik er één optil en over de reling naar beneden gooi. Een harde klap is het resultaat en Jacob staat in een flits naast het kledingrek.

Ik loop naar het tweede kleding rek en gooi hem over de reling, richting Jacob's hoofd, maar hij staat in een seconde tijd weer naast me en drukt me tegen de muur aan. 'Kayla, gedraag je niet zo debiel.' Sist hij. Ik wil hem een klap geven met mijn vlakke hand, maar hij pakt direct mijn pols beet.

Die man heeft toch ook belachelijk snelle reflexen.

Zijn ogen glimmen rood en in een snelle beweging gooit hij me over zijn schouder heen, richting de slaapkamer.

The returnWhere stories live. Discover now