7. Als je geheimen plannen wilt smeden.

160 3 1
                                    

Wie oh, wie zal ik met mijn queeste opzadelen. We hebben even vrij, en ik ben al ijsberend met mijn ring aan het spelen. Lidia zit al een tijdje naar mij te kijken en kijkt geïriteerd. 'Ga alsjeblieft iets doen. Je bent ongelofelijk irritant als je aan het peinzen bent. En er komen rimpels in je voorhoofd al je nog langer zo fronst.' Soms denk ik dat Lidia niet een kind van Apollo is, maar van Aphrodite. Ik zucht en loop richting het handarbeidgebouw. Ik vind het fijn om daar te zijn. Om de Hephaistos kinderen te zien werken aan hun machines, om te tekenen en te schilderen en naar de kinderen te kijken die les hebben. Ik pakte mijn schetsboek en keek wat ik had getekend. Het waren vooral kamp activiteiten, slaapgebouwen, en kampvuur momenten, bijvoorbeeld het marshmallowgevecht. Er was een tekening van de boogschietles met Peter. Ik weet eigenlijk niet waarom ik hem heb gemaakt, maar ik kan er niet, ik weet het niet, iets houd me tegen om... Nee. Wat heb ik toch vandaag? Snel sla ik de bladzijde om. Op het papier stond een tekening van de hellehond. Ik dacht aan de tand, die ik als trofee had verkregen. Ik had hem elke dag in mijn zak, gewoon om te verkomen dat ik hem kwijt raakte. (Wat ik nogal vaak met dingen doe.) Ik haalde de tand er uit en legde hem op de tafel. Wat zal ik er mee gaan doen? Idee. Ik pakte een boor, en boorde er een gat in. Door dat gat haalde ik een veter dat ik om mijn nek bond.

Ik liep naar mijn volgende les, pegasusrijden. Ik was best zenuwachtig, want het was mijn eerste les. De stallen waren toch een van de leukste plekken in het kamp, de pegasi maakten altijd een beetje geluid en het was er best warm. Ik zag Peter staan en liep naar hem toe. Hij keek me grinnikend aan. 'Je hebt wel in eens veel nieuwe sieraden. Eerst de ring, dan die ketting. Kun je me waarschuwen als je ook armbanden gaat dragen?' Ik stak mijn tong uit en keek verwachtings vol naar Butch. 'Kampers, vandaag gaan we pegasusrijden.' Dat is nogal logisch Butch. 'Jullie zadelen ze op, stappen op en gaan rijden.' Wacht, we gaan niet eerst theorie doen? Paniekerig keek ik Peter aan. Hij grijnsde en duwde me naar een stal. Butterfeet stond er op het bordje. 'Heet je Butterfeet?' Vraag ik, ik heb geen idee waarom, aan de pegasus. Butterfeet kijkt me aan met een blik die zegt: ''Heb je daar problemen mee?'' Ik bekijk Butterfeet eens goed. Hij is matbruin met gelige vlekken, net boter. Zijn vleugels zijn roodbruin met de zelfde boterkleurige vlekken. En dan heb je Butterfeet's benen, die zijn namelijk helemaal boterkleurig. Butterfeet snoof ongeduldig. Ik maakte de stal open en liep naar binnen. Ik aaide hem een beetje, om hem te leren kennen. En hij staarde me op hooi knabbelend aan met blik op zijn snuit: "Dit is eigenlijk best wel fijn." Ik pakte zijn zadel en halster, dat aan de muur hing. Voorzichtig legde ik het op de pegasus. Butterfeet snoof verontwaardigd. 'Sorry.' Mompelde ik. Ik deed mijn haar in een staart en probeerde mijn eerste poging te wagen om op Butterfeet's rug te gaan zitten. Het lukt niet. Ik probeer het nog een keer. Tevergeefs. Dave liep langs en zag mijn pogingen. Hoofd schuddend liep hij de stal binnen. 'Kleintje, heb je dan echt nog nooit gehoord van een opstapje?' Hij zakte op zijn knie en zag er uit alsof hij me een zetje wilde geven. Ik zuchte en zette mijn voet in zijn hand. 'Één, twee, drie.' En ik zat op de pegasus. Butterfeet hinnikte. 'Kom, ik leidt je wel naar de opstijg plaats.' Dave leidde Butterfeet en mij uit de stal. 'Niet er af vallen hè, willen niet dat je weer op de ziekenboeg beland.' Dave zei het met zo'n serieus gezicht dat ik moest lachen. We kwamen langs de stal waar Peter bezig was met een pegasus. Ik zag dat hij naar me keek en ik voelde meteen het bloed naar mijn wangen stromen. Ik kon zijn blik niet helemaal ontcijferen. Hij zag er duidelijk vrolijk uit, maar het leek net alsof er jaloezie in zijn blik lag. Heb ik vast verkeerd gezien.

'Is iedereen er?' We stonden met de pegasi buiten de stallen. 'Mooi. Oké, we gaan eerst de aanloop oefenen. Zonder aanloop geen gevlieg. Vorm een rij allemaal.' Ik probeerde Butterfeet naar achter te laten lopen. 'Goed zo jongen.' Fluisterde ik terwijl ik hem aaide. Toen iedereen op een rij stond begon een meisje van Athena met haar aanloop. Ze begon in stap, toen galop, toen draf en ze vloog. Zelfvoldaan vloog ze een rondje om de parcours. 'Blijf maar in de lucht Tessa!' Riep Butch. Zo ging het een tijdje door. En op een gegeven moment, was ik aan de beurt. 'Oké Butterfeet, we gaan opstijgen. Dat gaan we heel goed doen, oké?' Zei ik tegen Butterfeet en vooral tegen me zelf. Butterfeet snoof. Ik zuchtte en spoorde hem aan. Eerst in stap, toen in draf, toen in galop, en toen... Vloog ik. Ik vloog door de lucht. Gewoon door de lucht. 'Ga maar gewoon even vliegen. Om een beetje kennis te maken met de pegasi.' Ik probeerde Butterfeet een rondje te laten vliegen. Dat weigerde hij en begon freestyle te vliegen. En met freestyle bedoel ik: heel hard omhoog, en dan vrije val, met afsluiting de schroef. Helaas betekende dat voor mij dat ik uit mijn zadel viel. Ik gilde terwijl ik gewichtloos door de lucht viel. En neer kwam bij het zadel van Dave. 'Kleintje!' Riep Dave. 'Zet me alsjeblieft op de grond.' Kreunde ik. Hij stuurde de pegasus naar de grond en ik plofte op de grond. 'Elenor?' Peter lande op de grond. Ik kreunde weer. Waarom universum al dat gedoe? Ik zuchte. 'Jij en jij,' Ik wees naar Peter en Dave. 'Het bos, na de lunch.' Ik draaide me naar Butterfeet. 'En met jou ben ik nog niet klaar.'

Daughter of the gods  Percy Jackson fanfiction DUTCHWhere stories live. Discover now