Hoofdstuk een.

376 12 4
                                    

''Wie ben ik?" hoor ik mijn beste vriend Gideon zeggen en hij bedekt mijn ogen met zijn sterke handen. ''We zijn altijd samen dus het is logisch dat ik je stem herken.'' ik glimlach, zijn stem horen maakt me altijd blij en ik weet eigelijk niet waarom. Gideon en ik ontmoetten elkaar toen we zes jaar waren en sinds die dag zijn we onafscheidbaar. Gideon mompeld een vloek want als ik niet raadde dat hij het was dan kon hij mij een 'sukkel' noemen. En wij geven elkaar vaak beledigende namen, het is een 'beste vrienden' ding, denk ik. 

Hij verwijderd zijn handen van mijn gezicht en ik kijk naar de wolkenloze lucht, om de zon te voelen schijnen op mijn gezicht. Ik draag een witte mouwloze jurk die reikt tot mijn knieen en net zoals iedereen bruine sandalen. Het dienstmeisje heeft mijn bruine haar gevlecht en ik draag een ketting die gemaakt is van kralen. Mijn kleine zusje had die voor me gemaakt en ik moest hem van haar dragen, het maakt mij niets uit want ik vind het wel schattig. 

''Laten we gaan.'' hoor ik Gideon zeggen en ik kijk nu naar hem. Hij beweegd zijn armen op een andere manier dan normaal en dat creéerd een vuurbal tussen zijn handen. Hij is vorige maand zeventien geworden en dat is de leeftijd wanneer je de element begint te besturen. Ik moet nog één nacht wachten tot mijn zeventiende verjaardag. Ik kijk er echt naar uit, ik wil elke vuurbeweging leren. ''Laten we gaan.'' ik herhaal Gideon zijn woorden en we lopen door het veld vol met bloemen naar school.

''Ik hoorde dat Danyiah je leuk vind.'' zeg ik na vijf minuten lopen en ik pak appels van de grond. Gideon is de goed uitziende zoon van de generaal en hij is ook opgevoed om een sterke en moedige man te zijn want hij word zelf generaal als hij achttien word. Hij ook nog eens grappig en lief, we kunnen diepe gesprekken hebben en elkaar alles vertellen. Door zijn persoonlijkheid en hoge status kun je begrijpen dat veel meisjes achter hem aanzitten.

''Oh.'' antwoord Gideon afwezig en hij maakt een grotere vuurbal. Hij kan elke meisje krijgen die hij wil maar het interreseert hem gewoon niet en als ik dan vraag waarom niet dan veranderde hij snel het onderwerp van onze gesprek. Soms denk ik dat ik hem zie blozen maar ik weet het niet zeker. 

''Stop met het maken van een vuurbal, je maakt me jaloers.'' zeg ik voor de grap en er verschijnt een grijns op zijn gezicht.

Ik drukte hem, ''haal die grijns van je gezicht, ik meende het niet. Ik weet zeker dat ik morgen een grotere vuurbal dan jou kan maken.''

''Wedden van niet!'' Gideons grijns word groter terwijl de vuurbal tussen zijn handen groeit. Ik moet toegeven dat hij goed is met het besturen van vuur want hij kan een beweging al binnen een dag leren. Ik gooi een appel naar hem en meteen maakt hij een schild. De appel valt verbrand op de grond. ''Je bent echt goed.'' zeg ik, ik ben diep onder de indruk en ik weet zeker dat hij een machtige generaal word. 

De hele klas zit al in het gras, ik ben weer te  laat. ''Welk smoesje heb je deze keer?'' vraagt de leraar geirriteerd. Ik druk mijn lippen op elkaar en haal mijn schouders op. ''Ze is altijd laat als ze met Gideon naar school loopt!'' roept Eduard, hij is de enige die op een steen zit. Sommige meisjes beginnen te giechelen en anderen meisjes geven me een jaloerse blik. De leraar trekt één wenkbrauw op, ''hadden jullie plezier?'' vraagt ze. Ik rol met mijn ogen, ''we zijn gewoon vrienden.'' 

Ik ga naast Telrunya zitten, ze is een goede vriendin van me. Ze heeft een prachtige stem als ze zingt en we houden allebei van paardrijden. Paarden zijn schitterende beestsen en het ziet er prachtig uit als hun blauwe of rode haren wapperren in de wind wanneer ze galloperen. 

''Laten we jagen!'' zegt Erasmios enthousiast en met dat beginnen alle jongens een discussie.

''Ik heb een nieuwe kruisboog.'' 

''Ik wil ook jagen.''

''Ik kan een hert doden in een seconde.''

''Dat gelooft niemand.''

''Lieg niet tegen ons, Eduard.''

''STIL!'' de leraar onderbreekt hun, ''we hebben vandaag een geschiedenis les.'' De hele klas begint te zuchten, we willen liever dingen doen dan luisteren naar iemand die over vroeger verteld. De leraar schrijft 'WATERMEESTERS.' op de grote witte steen die voorraan staat en we kijken allemaal naar de bergen. De watermeesters leven achter die hoge bergen, in een woestijn waar geen water is. Zonder water kunnen ze zichzelf niet verdedigen of ons aanvallen. Ze werken als slaven maar dat is hun eigen schuld, ze hebben geprobeerd om onze mooie koninkrijk te verwoesten. 

''Ik wil niet praten over die rottige zwakke mensen, ik wil jagen.'' zegt Erasmios met een teleurgestelde blik op zijn gezicht. Venrya, ook een goede vriendin van mij, geeft klopjes op zijn hoofd. ''Is het kleine jongentje verdrietig?'' vraagt ze. Hij geeft haar een kwade blik en iedereen begint te lachen.

''Wij gaan kijken bij de Hoge Klas.'' zeggen Telrunya en Venrya een uur later tegen mij. Voordat ik kan antwoorden rennen ze naar het zwarte gebouw. Ik begin achter hun aan te rennen maar ik stop als ik zie dat Seldrima naar me toe loopt. Ik voel me meteen onzeker. Seldrima is twee jaar ouder dan mij en ze maakt het altijd duidelijk dat ze me niet mag. Ik weet niet wat ik fout heb gedaan, ik ben altijd vriendelijk tegen iedereen, ook tegen haar.

''Zo,'' begint Seldrima en ik wacht op een belediging. ''Ben je morgen jarig?'' vraagt ze en ze keek me aan met een glimlach maar iedereen kan zien dat die nep is. ''Ja.'' antwoord ik kortaf, in de hoop dat ze weg gaat.

''Wat voor cadeau krijg je deze keer?'' vraagt ze alsof ik een verwend kind ben.

''Weet ik niet.'' Ik ben blij met alles dus het maakt me niet uit wat ik krijg.

''Oke dan.'' mompeld Seldrima en ik laat een zucht van opluchting want ze loopt weer weg. Ik weet zeker dat als ze de kans krijgt om me te vernederen, dat ze het dan meteen zou doen. Ik loop verder en na een paar minuten sta ik naast Telrunya en Venrya terwijl we aan het kijken zijn naar de Hoge Klas, een klas vol met mensen die al vuur kunnen besturen. 

''We gaan leren hoe je een vuurbom moet maken.'' zegt de mannelijke leraar in een harde stem en iedereen word stil. De man begint langs zijn leerlingen te lopen, het ziet er indrukwekkend uit. ''Een vuurbom is een korte aanval en we beginnen nu met een flam te maken aan het einde van onze arm.'' Gideon maakt een vlam en als hij mij ziet begint hij te zwaaien. Ik zwaai terug en begin te glimlachen, morgen zal ik eindelijk ook bij deze klas horen. 

Gideon en ik zitten op de lage brug met onze voeten bungelend in het water, de paarden aan het grazen in de bloemenveld. Mijn paard is wit met blauw haar en de paard van Gideon heeft een zwarte vacht met blauw haar. Gideon heeft zelf bruin haar en bruine ogen. Ik heb blauwe ogen. 

Gideon beweegt snel met zijn benen waardoor er spetters op mijn kleren komen. Hij moet lachen om mijn geschokte gezicht en met al mijn kracht geef ik hem een druk. Maar voordat ikzelf kan lachen trekte hij aan mijn been en val ik ook in het water.

Als ik boven water kom zie ik de dienstmeisjes op de brug staan, aan het kijken of ik ongedeerd ben. De dienstmeisjes zijn meisjes van de waterstam en ze mogen niet praten, ze mogen alleen maar bevelen opvolgen. Als ze willen ontsnappen of als ze gaan praten tegen ons dan worden ze vermoord.

''Het gaat goed met ons.'' lach ik en Gideon trekt me uit het water. We zien er allebei verdronken uit. ''Het word al laat, ik zal je thuis brengen.'' zegt Gideon en ik knik.

''Ik kan echt niet wachten tot morgen.'' zeg ik met enthousiastme in mijn stem en ik haal de vlecht uit mijn haar. ''Hoelaat zal ik je morgen ophalen?'' vraagt Gideon en hij wilde me nog voor de laatste keer jaloers maken; hij maakt een vuurbal tussen zijn handen. Ik moet lachen en sla zijn handen uit elkaar waardoor de vuurbal ook verdwijnt. Maar stiekem vind ik het leuk als hij me plaagt. ''6 uur.'' antwoord ik, ik wil zo snel mogelijk vuur kunnen besturen. 

''Okey.'' zegt hij en hij springt van mijn balkon af. Als zijn voeten de grond raken rent hij het bos in. Ik draai me om en loop mijn slaapkamer binnen. 

bevroren vuurWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu