hoofdstuk 10

9 2 1
                                    

Hunter voelde zich duizelig toen ze abrupt ontwaakte. Ze lag op haar zij, haar ademhaling zwaar, terwijl ze de ruimte om zich heen in zich opnam. De vertrouwde bomen, het geluid van kabbelend water - ze was niet in de stad.

Met een zucht van opluchting draaide ze zich om en zag Storm naast haar liggen, vredig slapend onder de zachte schaduw van de bomen. Het was vertrouwd, geruststellend.

"Storm," fluisterde ze, haar stem gesust door de rust om hen heen. "We zijn nog steeds op het eiland."

Storm kreunde zachtjes terwijl hij ontwaakte uit zijn slaap. Hij keek haar slaperig aan. "Alles oké?"

Hunter knikte, een glimlach van opluchting speelde om haar lippen. "Het was allemaal een droom. We zijn hier, op het eiland, precies waar we horen te zijn."

Ze voelden beiden de zorgeloosheid van het moment terwijl ze zich realiseerden dat de stad, het vreemde ontwaken, slechts een illusie waren geweest, een product van hun verbeelding terwijl ze in rust waren.

Met een hernieuwd gevoel van vastberadenheid en vertrouwen in hun omgeving, omhelsden Hunter en Storm de echte schoonheid van het eiland waarop ze gestrand waren. Ze wisten dat, ondanks de uitdagingen, dit nog steeds hun thuis was - een plek van avontuur, groei en onverwachte wendingen, maar altijd een bron van kracht en verbondenheid tussen hen beiden. 

Alleen in het eilandWhere stories live. Discover now