2. Julius

5.2K 248 80
                                    

Ik open mijn ogen. Naast me ligt Ace diep in slaap. Zijn zwart haar hangt voor zijn ogen. Hij ziet er echt schattig uit als hij slaapt.

Ik sta op en loop naar de badkamer. Ik draai de douche open en stap eronder. De stralen stromen over mijn lichaam.

Ace komt nu ook binnenlopen. Hij mompelt goedemorgen en pakt zijn tandenborstel. Het is anders dan normaal. De sfeer is gespannen. Ik merk het heel erg.

Nadat we allebei aangekleed zijn, lopen we naar beneden. Ik pak wat broodjes en stop ze in het toast apparaat. Dan wachten we.

In stilte werken we onze broodjes naar binnen. We zijn allebei in gedachten verzonken. Ik voel hoe Ace soms naar me kijkt. Ik besluit er geen aandacht aan te besteden en eet gewoon rustig door.

Ik excuseer me en loop van tafel. Ik kan echt niet in de ochtend eten. Ik loop naar het toilet. Vlug kijk ik om me heen. Er is niemand in de buurt. Ik loop het toilet in en doe de deur op slot. Ik steek mijn vinger in mijn keel en spuug mijn ontbijt weer uit.

Ace kijkt me een beetje raar aan als ik weer binnenloop. Ik verbleek. Hij zal toch niks doorhebben? Ik glimlach naar hem en zet thee. We drinken allebei een kopje naar binnen. Ik ben nu vrolijker. Dit is een beter ontbijt.

'Wat gaan we doen?' vraagt Ace. Ik haal mijn schouders op. Ik heb hoofdpijn. 'We kunnen naar het zwembad gaan?' stelt hij voor. Ik verbleek. Ik ga echt niet naar het zwembad. 'Ik heb daar niet zo'n zin in,' zeg ik.

'Laten we gewoon naar de stad gaan?' zegt Ace. 'Dat is goed,' antwoord ik. We pakken onze spullen en lopen de deur uit. We lopen richting de stad. Opeens zie ik iemand. Het is het meisje van gisteravond. Ace ziet haar ook. Zijn gezicht betrekt. Ik doe net alsof ik haar niet zie. Helaas, ze komt op ons afrennen.

'Hoi,' zegt ze vrolijk. 'Hallo,' zeg ik. Ze is een knappe verschijning. Ze heeft lang, bruin haar en lichtblauwe ogen. Toch is ze niet mijn type. Ik heb niet echt een type. Ze weet niet echt waar ze over moet praten en ik heb eigenlijk ook helemaal geen zin om te praten. 'Ik moet eigenlijk ergens snel heen,' zeg ik. Dit is niet waar. Ik begin te blozen. 'Oh, sorry!' antwoordt ze vlug. Ze zwaait nog even en loopt dan weg.

'Waarvoor was dat?' vraagt Ace. 'Ik had geen zin in haar,' antwoord ik. Zijn ogen gaan vrolijk staan. Ik grijns. Hij had ook geen zin in haar. 'Nou, zullen we naar de bios gaan?' vraag ik.

Met een beker water in mijn handen kijk ik naar de film. Het is een hele enge film. Ace heeft hem uitgekozen. Eigenlijk kan ik hier totaal niet tegen. Ik kijk met open mond toe. Als er ineens een zombie in het beeld verschijnt, slaak ik een gil en sla mijn armen om Ace heen. Het water valt op een man voor ons. Hij kijkt boos naar achteren. 'Sorry,' zeg ik terwijl ik mijn lach in probeer te houden.

'Ik ben thuis!' roep ik en ik loop naar boven. Het is inmiddels acht uur. Ace en ik hebben in de stad gegeten. Ik heb alleen een beetje salade naar binnen gewerkt. Ik zei gewoon dat ik geen honger had. Hij geloofde me gelukkig. Ik ga achter mijn bureau zitten. Tijd voor huiswerk. 

Het was niks, toch?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu