Hoofdstuk 5

5 0 0
                                    

Kennelijk had ik mijn vlecht niet stevig genoeg gemaakt vandaag, aangezien enkele plukjes los geraakt waren. Het hield me niet tegen, natuurlijk.

Alaric had gedacht dat hij van me kon winnen, zelfs al waren we beiden ingedeeld bij de besten. Het was geen verrassing, gezien hij één of andere edelman gevonden had om hem te sponsoren. Dat geeft meestal wel aan dat je iets kunt. 

Wel, jammer voor hem, maar ik was nog altijd beter.

En kreeg ik nog altijd de slappe lach bij de gedachte aan hoe zo ongeveer driekwart van de school gekeken had toen ik ingedeeld werd bij de gevorderden.

'En dat was 12.' Zuchtte ik. 'Kan je op zijn minst een beetje je best doen?'

'Je vecht niet volgens de regels.'

Onzin. Misschien niet volgens degene die hij gebruikte, maar wel volgens de regels. Alsof je je in een gevecht, als je aan het doodbloeden was, je zorgen zou maken over dat de persoon die je neergestoken had je een vuistslag gegeven had en je dan neergestoken had of of die je meteen neergestoken had.

Nu ja, eigen schuld. Hij was degene die beweerde dat Ethan zich inhield, de eerste 2 dagen. En dan, dat Castellan zich inhield, de dag erna. En dus wou hij nu bewijzen dat ik bij de beginners hoorde.

Ik had het net omgekeerd gedacht, want hij maakte het me wel heel makkelijk. In plaats van dan gewoon te accepteren dat een meisje ook kon vechten.

Alaric wou me weer aanvliegen, maar net op dat moment riep meester Bladespire ons bij elkaar.

We waren begonnen met gewoon boksen –dat mocht ik wel doen met Ethan, logischerwijze..- en dan pas over gegaan naar de zwaarden. Geen probleem: het was leuk om me nog eens uit te kunnen leven met mijn vuisten.

En kennelijk was dat zwaardvechten ook weer het laatste voor de dag, dus trokken bijna alle jongens weer weg, en ging ik weer –naar goede gewoonte- naar Beleza.

Eerst borstelen, dan over het binnenplein wandelen.

'Morgen naar buiten.' Bezwoer ik haar, voor we terug de stallen in gingen. Dat weekend was ook geen moment te vroeg. Het was hier leuk en al, maar ik wou toch wel graag naar buiten ook.

Alhoewel, dat mocht ik in Escana ook niet echt, tenzij begeleid door een half leger aan wachten. Laten we zeggen dat ik te vaak verdwenen was als kind... En dat dat niet per sé beterde bij het ouder worden. Ergens snapte ik het punt natuurlijk wel.

'En, weekendplannen?' Ayden was weer bij zijn hengst, waarvan ik ondertussen ontdekt had dat die Baucent heette.

'Omgeving verkennen.' Was mijn simpele antwoord.

'Let maar op voor de duistere ruiters.' Hij kon amper een rilling onderdrukken. 'Ik kan, en wil, me niet voorstellen wat die met een jonge vrouw zouden doen.'

'Wel.. Beleza is snel, dus..' ik liet de zin wegsterven en gaf de merrie een klopje. 'En ik neem mijn zwaard mee.'

'Tegen zo een groep kan jij ook niets doen, Kyana.' Was zijn antwoord, en ik wist niet goed wat ik daarop moest zeggen, dus kwam er een niet bepaald aangename stilte.

'Ik ga zo naar de bib.. zin om mee te gaan?' Als het hielp met de stilte, dan hielp het met de stilte. Een fijn knikje volgde, en Ayden rondde af met Baucent.

En dus was dat wat we deden: gewoon beiden een boek gaan halen en tot het avondeten lezen. Ayden was goed gezelschap, zelfs als we beiden met onze neus in een boek zaten. En hij had me enkele aanraders gegeven die inderdaad de moeite waard waren geweest. Ik had wel hetzelfde voor hem gedaan, maar dan nog.

RidersWhere stories live. Discover now