POV Caitlin - Waar zijn we?

13 3 22
                                    

Het huisje begint te trillen. Het lijkt wel een plaatselijke aardbeving. Ik verlies mijn evenwicht en ik knal met mijn hoofd tegen Tigo's elleboog aan. 'Au! Dat is mijn telefoonbotje!' roept hij.

'Alsof Caitlin dat expres deed, Tigo!' roept Ashley.

'Serieus? De hele boel gaat instorten en jij wordt boos op Tigo?'

'Ik word niet boos op hem! Ik zeg alleen waar het op staat. Aaah!' Ashley valt om. Dan begint het huisje voor mijn gevoel ineens te draaien. Ashley, Tigo en ik worden alle kanten op geslingerd. Het lijkt wel alsof we gevangen zitten in een holle dobbelsteen die nu aan het rollen is. Dan stopt het opeens. Ik sta op, maar dat is een grote fout: ik ben zo duizelig dat ik meteen weer op de grond val. 'Au', kreun ik.

'Ik heb toch liever Villa Volta', zegt Tigo.

'Zeg dat wel.' Ashley staat voorzichtig op, zoekt onmiddellijk steun bij de muur als ze om dreigt te vallen en probeert dan een paar stappen te lopen. 'Oké, het gaat wel weer.'

Tigo staat ook op en reikt me zijn hand. 'Laat me u helpen, mevrouw.'

Ik glimlach en pak dankbaar zijn hand vast. Tigo trekt me omhoog en dan staan we allemaal weer recht. 'Tigo, je bloed', zeg ik. Ik leg mijn hand op zijn hoofdwond en laat hem verdwijnen. 'Komen mijn krachten toch nog een keer van pas', zeg ik lachend. Ashley trekt met moeite de deur van het kamertje open. Toen alles begon te draaien is de deur in het slot gevallen en nu klemt die. 'Waar zijn Esra, Marnix en Hanna naartoe?'

'Misschien zijn ze al naar buiten gegaan om hulp te halen?' zeg ik.

'Misschien', mompelt Tigo. 'Oké, iedereen nu links aanhouden. De eerste rij tegels hier overslaan, de vierde rij tegels ook en de laatste rij tegels.'

'Wauw', zeg ik onder de indruk. 'Sinds wanneer kun jij zo makkelijk dingen onthouden?'

'Sinds mijn leven er misschien wel vanaf hangt.'

'Kom, ik wil hier weg.' Ashley hopt door de lange gang en ontwijkt alle boobytraps. Wij doen hetzelfde. Daarna lopen we met zijn drietjes naar buiten.

'Huh?' Ik kijk geschokt naar de omgeving. 'Waar is het bos? Waar is al het groen?' We staan in een rotsachtige omgeving. Zover ik kan kijken alleen maar rotsen, dode bomen en woestijn. De grond is bezaaid met voorwerpen. Het een ligt er al langer dan het ander: sommige voorwerpen zijn al bijna helemaal vergaan, andere zijn nog gloednieuw.

'Waar zijn we?' vraagt Ashley.

'Marnix!' roept Tigo. 'Esra! Hanna?' Tigo's stem wordt weergalmd, maar behalve de echo's krijgen we geen antwoord terug.

Ik begin voorzichtig een beetje rond te lopen. Ik ben nog steeds een beetje duizelig. Een eindje verderop zie ik wat botten liggen. Misschien van een aap? Wacht, nee! Laat het alsjeblieft niet waar zijn! Is dat een...

Ik schrik als ik ineens een hand op mijn schouder voel. 'Hé, gaat het wel?' vraagt Ashley. 'Je ziet ineens zo bleek.'

'Is dat een mens?' vraag ik bijna geluidloos terwijl ik naar het skelet wijs.

Ashley slikt hoorbaar en knikt. 'Ik denk het.'

'Dat is een magiër, een Hostis om precies te zijn.' Met een ruk draaien we ons om. Een oude man komt op ons afgelopen. Hij heeft een lange witte baard. Hij draagt een lange, grijze jas en hij heeft een houten stok in zijn rechterhand. Hij strompelt op ons af. 'Ik ben niet zo goed te been meer, zoals je ziet. Wat brengt jullie hier?'

'Daar gaan wij helemaal geen antwoord op geven!' snauwt Ashley.

'Ashley, maak hem nou niet boos', zeg ik met een benauwd stemmetje.

'Dus jij wilt deze Sinterklaas wel vertrouwen?' vraagt Ashley.

'Sinterklaas? Zijn jullie mensen?' vraagt de man.

'Ja, wij zijn lid van Kinderen van Praesidium', zegt Tigo een beetje twijfelend.

'Kinderen van Praesidium! Wat leuk! Vertel het eens. Wat moeten jullie hebben?'

'Ehm... wij zijn eigenlijk...' Ik ben helemaal overdonderd en ik weet niet goed wat ik moet zeggen.

'Wacht eens. Kinderen van Praesidium is toch altijd een team van zes?'

'Wij zijn hier niet om stom te kletsen!' roept Ashley geïrriteerd. 'Kunt u ons gewoon vertellen waar we zijn?'

De man begint te lachen. 'O, een brutaaltje is het niet?'

'Ja, maar zou u wel antwoord kunnen geven op haar vraag?' vraagt Tigo.

'Jullie weten echt niet waar jullie zijn?' vraagt de man. Wij schudden alle drie ons hoofd. 'Dan heeft Lendovicus jullie dus niet gestuurd.'

'Stuurt Lendovicus weleens iemand naar u?' vraag ik.

'Ja, heel af en toe. Zie, dit hier.' De man spreidt zijn armen en toont ons vol trots de kale rotsachtige omgeving. 'Noemen wij de magische vuilwoestijn.' De man begint te lachen. 'Nee, grapje. Zo noem ik het. Dat is een veel mooiere naam dan hoe de leden van de MG het noemen. Zij noemen het de vuilnisbelt, maar dat vind ik nogal beledigend.'

'De vuilnisbelt?' herhaalt Ashley.

'Uh tuttuttut.' De oude man zwaait corrigerend met zijn vinger. 'Magische vuilwoestijn, meisje.'

'Die man is hartstikke gek!' Ashley pakt me bij mijn arm. 'Kom, we zoeken zelf wel een uitweg.'

'Er is geen uitweg zonder hulp van buitenaf', zegt de man.

'Hoe bedoelt u?' vraagt Tigo.

'Hebben jullie je ooit eens afgevraagd waar alle voorwerpen en personen die weggetoverd worden terechtkomen?' vraagt de man.

'Gewoon, nergens', antwoordt Ashley. 'Weg is weg.'

'Dan ben jij dus ook weg', antwoordt de man.

'Pardon?'

'Als Lendovicus jullie niet gestuurd heeft, zijn jullie weggetoverd.'


Kinderen van Praesidium 2 - Organisatie WolfWo Geschichten leben. Entdecke jetzt