Hoofdstuk 1.6 - Ze Zijn Er Niet Meer

1.1K 32 13
                                    

"Hey boys," roept Rob door het huis heen, "zullen we richting het Erasmus gaan? Ik denk namelijk dat Koen en Matt er bijna al zijn en Jaïr kwam er ook aan met Jesse." Nog geen half uur minuten geleden is Saar vertrokken onder sirenes richting het ziekenhuis. Koen had de jongens geappt dat de ambulance halverwege moest stoppen omdat ze opnieuw gereanimeerd moest worden, maar dat ze nu weer onderweg waren.

Matthy had samen met Rob zijn broertje al gebeld toen iedereen nog bezig was met Saar in het huis. Jaïr en Jesse waren meteen ook die kant op gereden. Rob had daarbij de dankbare taak gekregen om de ouders van Saar op de hoogte te brengen, alleen werd er telkens niet opgenomen. In de tussentijd had Rob ze al 9x gebeld en berichten achter gelaten.

"Ja ik kom eraan," schreeuwt Raoul vanuit Matt zijn kamer, "even spullen van Saar pakken." Snel pakt Raoul wat dingen in een tas en ziet dan dat Saar haar telefoon nog in de hoek van de kamer ligt. In alle hectiek zijn Koen en Matthy die vergeten mee te nemen.

Als Raoul hem beetpakt, ziet hij dat Saar het afgelopen uur 3x is gebeld door een anoniem nummer, 1x door een nummer dat zij niet op heeft geslagen en 10x door ene Simon. "Hey Rob," zegt Raoul als hij richting de gang loopt, "heb je haar ouders al te pakken gekregen?" Rob schudt zijn hoofd, en Raoul laat de telefoon van Saar zien. "Huh vreemd," zegt Rob, "welke debiel belt er zo vaak op dit tijdstip?"

Ook Milo komt aangelopen en krijgt de telefoon in zijn handen geduwd. "Kennen wij ene Simon?" vraagt Milo nu ook argwaan. Saar zou nooit van haar levensdagen vreemdgaan op Matt, dat wilde de jongens absoluut niet geloven. "Terugbellen?" oppert Milo. "Ja waarom niet, Koen he-."

Maar voordat Raoul zijn zin af kan maken, horen de jongens een auto richting hun poort komen. Ineens is heel hun oprijlaan verlicht en ze lopen naar buiten. "Matt had toch gezegd dat Jesse en Jaïr meteen naar het ziekenhuis moesten gaan?" vraagt Rob zich hardop af. "Ja dat dacht ik ook," antwoord Raoul.

Als ze de auto naderen, zien ze dat het onmogelijk Jesse of Jaïr kan zijn. "Oww fuck," zegt Milo te hard. Voor hem staat een politie wagen. Aan weerszijde stappen agenten uit.

"Goedenacht heren. Ik hoop dat wij niet storen. Wij zijn opzoek naar Saar Dubois, we hebben vernomen dat zij hier moet zijn," zegt de vrouwelijke agent. "Eh ja die was hier," zegt Raoul als hij weer een brok in zijn keel krijgt, "maar die is net met uw collega's mee." Beide agenten kijken elkaar vreemd aan. "Dat lijkt ons sterk aangezien wij vanuit Breda komen. Zouden wij even bij u binnen mogen komen, wij hebben namelijk niet zo'n fijn nieuws."

Rob opent meteen de poort en de agenten rijden de auto naar binnen. Raoul, Milo en Rob hebben er alle drie een slecht gevoel over, maar niemand durft het hardop te zeggen. "U moest Saar hebben?" vraag Milo als de agenten in de keuken staan. "Ja maar als u zegt dat ze al mee is, dan denk ik dat wij alleen nog onze deelneming aan jullie over kunnen dragen."

Het zware gevoel dat bij Milo, Raoul en Rob groeide is werkelijkheid geworden. "Sorry maar ik denk dat we elkaar hier een beetje niet begrijpen," zegt Rob want als Saar daadwerkelijk is overleden hadden Koen en Matt dat allang doorgebeld, "Saar is naar het ziekenhuis. We weten dat de ambulance nog een keer stil heeft gestaan om haar te reanimeren maar dood is ze nog niet."

Ineens veranderen de blikken van de agenten. "Het spijt ons dit te moeten melden maar er is vannacht rond half drie 's nachts een gewelddadige overval gepleegd in Breda met twee dodelijke slachtoffers. Het gaat hier om 'Lize Maria Dubois-Vogelaere' en 'Mart Olivier Jonas Dubois'."

Rob krijgt tranen in zijn ogen, Milo is naar de wc gerend om over te geven en Raoul staat stijf van shock." De ouders van Saar zijn dood," weet hij zacht uit te brengen, "ze zijn godverdomme dood." Raoul begint te huilen en Rob weet ook zichzelf geen houding meer te geven. De agenten kijken het moedeloos aan.

"We wilde jullie hierbij op de hoogte stellen dat Saar in dit geval volledige voogdij zal krijgen over haar twee Broertjes en zusje," somt de agent op. Op dat moment lijkt er bij Rob iets te knappen. "Nu het huis uit," zegt hij kil, "GA GODVERDOMME MIJN HUIS UIT. SAAR LIGT IN HET FOKKINGA ZIEKENHUIS OKE, WE GAAN ZIEN HOE WE DIT GAAN AANPAKKEN MAAR JULLIE GAAN NU WEG VOORDAT IK JULLIE ERUIT MEP!"

Rob is woedend op beide agenten. Zonder nog een woord te wisselen, lopen ze richting de deur. Rob hoort ze vertrekken en slaat de deur dicht. "Ja en nu?" vraagt Milo zich af. Hij heeft alles eruit gegooid en staat nog steeds te trillen op zijn benen. "Ja Milo ik weet het ook allemaal niet meer oke. We weten niet hoe het met Saar is, we weten niet hoe het nu verder moet, gast we weten niet eens of Saar dit zelf gaat overleven."

Raoul komt ook de gang op gelopen, "we moeten een plan maken. Gaan we die kleintjes ophalen en meenemen of laten we die nog even in Breda? Gaan we Matthy en Koen bellen? We gaan concreet dit stap voor stap afhandelen." Raoul komt altijd met de kalme ideeën, zoals ook nu. "I'm hoeverre is het verstandig om die drie uit een situatie te halen die onveilig is maar ze ook in een nieuwe onveilige situatie te zetten?" vraagt Milo zich af.

"Eén van ons kan ze gaan halen," stelt Rob voor, "en dan zien we vanuit daar wel hoe verder. Misschien kunnen ze met Jesse en Jaïr mee terug naar Ameide of dat ze hier blijven slapen, we weten het nog niet. Maar die kinderen moeten opgehaald worden." de andere twee knikken instemmend. "Ik ga wel," zegt Raoul, "ik neem ze wel mee richting het ziekenhuis, als jullie alvast vertrekken dan kom ik er zo aan."

~~

"Hey ik kwam de kinderen van hiernaast halen," zegt Raoul als hij aanbelt bij de buren. Hij had het nummer teruggebeld en blijkbaar waren de drie kinderen opgevangen door de buurvrouw. "Ik ben Raoul trouwens. Vriend van Saar."

De vrouw knikt en laat Raoul binnen. "Jurre en Guus slapen allebei," zegt de vrouw, "maar Juliette is nog klaar wakker. Arme schaap heeft het zien gebeuren." Meteen voelt Raoul een zware druk, wetende dat hij die drie mee neemt naar een plek waar ze de volgende onaangename verrassing te wachten staat. "Ach arm kind," zegt Raoul als hij de vrouw volgt.

Raoul loopt de woonkamer binnen en ziet Juliette als voor haar uit staren. "Hey kleine kom hier." Hij steekt zijn armen uit waar ze gretig gebruik van maakt. Ze knuffelt hem meteen en barst in tranen uit. "ze zijn dood," snikt ze, "er was een man met een pistool en toen." maar verder komt ze niet zonder te hyperventileren.

"Hey rustig ademen kleine," zegt Raoul als hij Juliette haar kin optilt, "in door je neus en uit door je mond." Hij laat haar zijn hartslag voelen in de hoop dat ze daar iets rustiger van wordt. Gelukkig lijkt het zijn effect te hebben.

"Hey Juul luister," begint Raoul als ze weer een beetje rustig is, "ik neem jou en je broertjes mee naar je zus en Matthy en de rest natuurlijk. Jullie komen een tijdje bij ons en dan zien we het vanaf daar ja. We gaan kleine stapjes nemen, oke?" Juliette knikt en kijkt Raoul verdrietig aan. Zijn hart brak in duizend stukken.

"Wacht maar even in de gang lieverd," zegt Raoul, "ik haal je broertjes." Raoul loopt naar een andere kamer waar twee jongens liggen te slapen op een bank. Jurre ligt in Guus zijn armen verwikkeld. Voorzichtig pakt Raoul eerst Jurre en neemt hem mee richting zijn auto.

"Kom maar Juul," zegt Raoul, "ga maar alvast voorin meisje." Juliette doet wat haar gevraagd wordt maar begint te huilen als ze buiten staat. De hele straat is nog afgezet met lint en voor haar huis staat een witte tent om alles af te schermen. "Hey schat ik ben er voor je he," zegt Raoul liefelijk. Jurre zet hij op de achterbank en klikt ook Juul haar gordel vast. "Ik ga nog even snel je broer halen, dan kunnen we gaan."

Niet veel later is Raoul alweer terug met een slapende Guus. "Zo we vertrekken," zegt Raoul. In een rotgang vertrekt hij terug richting Rotterdam.

Ze zijn halverwege als ook Juul in slaap is gevallen. Dit is voor Raoul het moment om Rob te bellen. "Jo Roel," zegt Rob als hij opneemt, "ik heb niks tegen Matt en Koen gezegd nog. Ze mogen niet binnen zijn meer want ze weten nog helemaal niks." Raoul zucht hoorbaar. "Ja oké oke ik ben onderweg" brengt hij uit, "en even Rob. Die Kids gaan voorlopig nergens heen behalve ons huis. Die klootzak had het gore lef om Lize en Mart neer te schieten voor de ogen van Juul. Dat kind is getraumatiseerd Rob, we kunnen haar niet aan haar lot overlaten."

Wordcount 1549 woorden

𝙽𝚒𝚎𝚝 𝚣𝚘𝚊𝚕𝚜 𝚐𝚎𝚙𝚕𝚊𝚗𝚍 ~ 𝙱𝚊𝚗𝚔𝚣𝚒𝚝𝚝𝚎𝚛𝚜Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu