Hoofdstuk 8

511 25 0
                                    

Ik werd weer naar verhoorkamer geroepen. Ik zat nu vast zwaar in de problemen. Ik beet hard op mijn onderlip toen ik eenmaal voor de deur stond. Ik legde mijn hand op de deurknop en opende de deur. Er zaten dit keer twee mannen. Ik ging weer op dezelfde plek staan. ‘We hebben gehoord wat er is gebeurd met Dan,’ zei één van de mannen. Dit kon niets goed betekenen. Ik klemde mijn kaken op elkaar en keek de mannen één voor één aan. ‘Omdat je nieuw bent en omdat Dan zelf ook al iets bij je geflikt heeft, zien we het voor deze keer door de vingers,’ zei de man op een strenge toon. Ik keek naar de grond en durfte niets te zeggen. Ik was blij dat ik nog een kans kreeg, maar ik had daar stiekem al wel op gerekend. Maar nu hij het vertelde kwam het over alsof ik heel veel geluk had gehad.

‘Zorg dat het niet weer gebeurd,’ zei de man. ‘Je kunt naar je werkplek gaan.’ Ik knikte en draaide me voorzichtig om. Daarna liep ik de verhoorkamer uit en liep ik richting de afwasplaats.

Na weer een hele middag afwassen liep ik weer naar mijn kamer om een douche te nemen. Toen ik mijn kamer in de verte mijn kamer zag naderen, zag ik dat ik Dan naast de deur tegen de muur aan leunde. Zijn houding was nonchalant en hij keek een beetje om hem heen. Het leek erop dat hij hier liever niet gezien wilde worden en dat hij deed alsof hij daar gewoon even bleef rondhangen. 

Ik liep naar hem toe. 'Hé, gaat het weer een beetje?' vroeg ik. Dan keek op. 'Doe de deur open, we praten binnen wel verder,' zei hij. Ik trok een wenkbrauw op. Hij schaamde zich dus echt om bij me gezien te worden. 

Ik besloot er maar niet op in te gaan en haalde mijn sleutels tevoorschijn. Ik stopte de juiste sleutel in het slot en opende de deur. Ik liep naar binnen en ik hoorde Dan achter me aan lopen. Er was nauwelijks ruimte om te staan, dus ik ging maar op mijn bed zitten. Ik hoorde dat Dan de deur achter zich sloot. Ik voelde me erg ongemakkelijk met hem in een zo'n kleine ruimte.

'Je bent me nog een uitleg schuldig,' zei ik. Dat was waarschijnlijk ook de reden waarom hij hier was. Ik vond het erg lief van hem om uit zichzelf hier heen te komen om zich aan zijn belofte te houden. Als hij daarvoor kwam tenminste. Dan stond opgekropt in een hoekje. Ik zag dat hij twijfelend naast me op mijn bed kwam zitten. Hij keek me even aan en zuchtte. ‘Ik heb iets heel ergs gedaan, Jessy,’ zei hij. Hij legde zijn hand in zijn nek. Aan zijn gezicht kon ik zien dat hij flink baalde. Het was een kant van hem die ik nog niet had gezien. Een onzekere en kwetsbare kant.

Opeens keek hij me ernstig aan. ‘Ik, ehm... Charlie en ik. Wij waren, zeg maar, samen,’ stotterde hij. Zie je, ik wist het wel. Ik drukte mijn kaken op elkaar. Hij keek recht voor zich uit. ‘We moesten samen wapens halen uit een kluis. Ik had te slordig gewerkt, waardoor we werden ontdekt door de politie. Charlie wilde maar niet rennen. Ze stond daar gewoon. Ik ben weggerend en schoot tegelijkertijd op de politie die achter me aan rende,’ vertelde Dan. Hij keek me weer aan. ‘Ik wist niet dat ze daar stond. De politieman, voor wie de kogel bedoeld was, sprong weg.  En het ergste is dat ik haar daar heb achtergelaten,’ zei hij. Ik keek Dan aandachtig aan. Ergens van binnen voelde ik een scherpe pijn. Dan gaf om Charlie en niet zo’n beetje ook. Dat was goed te zien. In zijn ogen stond een bepaalde blik en die herkende ik maar al te goed. ‘Hoe lang geleden was dat?’ vroeg ik. Hij haalde zijn schouders even op. ‘Een paar maanden,’ zei hij. ‘Ze kan net weer een beetje normaal lopen. Het is een wonder dat ze überhaupt nog kan lopen.’ Hij haalde zijn handen door het beetje haar dat hij had. Hij droeg geen pet, wat me eigenlijk wel opviel. Want hij droeg bijna altijd een pet. Zover ik wist dan. ´Ik denk dat ik nu wel genoeg heb uitgelegd over mijn problemen. Ik moet nu gaan, ik moet nog het één en ander regelen,´ zei Dan. Hij stond op en liep mijn kamer uit. Ik bleef alleen achter en probeerde alle informatie te verwerken.

Er werd op mijn deur geklopt. Ik deed de deur open en ik zag een jongen staan die ik nog niet had ontmoet. Jazmine stond naast hem. De jongen had zijn arm om haar heen geslagen. Ze lachten allebei. Ik vroeg me af wat er zo grappig was. Ik keek hen vragend aan. ‘Is er iets?’ vroeg ik terwijl ik een wenkbrauw optrok. Ze stopten met lachen, maar hielde een brede grijns op hun gezichten. ‘Je moet naar de verhoorkamer komen,’ zei Jazmine terwijl ze me aankeek. Ik zag dat haar pupillen groot waren. Dit in combinatie met haar gegiechel, vond ik voldoende bewijs om te concluderen dat ze stoned was.

‘Oké, ik kom eraan,’ zei ik. Ik sloot de deur. Ik trok mijn sneakers aan. Ik liet het verder maar voor wat het was. Ik negeerde de opvallende verschijning die zojuist voor mijn deur stond. Ik opende de deur weer en liep naar de verhoorkamer.

Ik klopte even op de deur van de verhoorkamer. Ik opende de deur en liep naar binnen. Tot mijn verbazing zaten alle vier mannen er, maar drie daar van waren druk aan het telefoneren. Ik zag dat er vier bureau’s met daarop elk een computer waren neergezet. Allemaal zaten ze achter een eigen bureau. De man die niet aan het bellen zat druk te typen op zijn computer. De telefonerende mannen schreven allemaal iets op papier.

De man die niet aan het telefoneren was draaide zich om toen ik binnenkwam. Ik liep naar de plek toe waar ik altijd moest staan en keek de man die zich zojuist had omgedraaid aan. Hij typte door. Zijn vingers vlogen over de toetsen heen. Ik keek een beetje ongemakkelijk om me heen.

Na nog even wat typen stond hij op. ‘We zijn van mening dat je klaar bent voor wat groter werk,’ zei de man. Hij bekeek me even. Het leek wel alsof iedereen hier elkaar uitgebreid bekeek. Wat zou hij bedoelen met “groter werk”. Ik wist totaal niet wat ik ervan moest verwachten. Ongeduldig wachtte ik af tot hij verder ging. ‘Buitendeurse prostitutie,’ zei hij rustig. Ik drukte mijn kaken op elkaar en voelde mijn maag omdraaien. Buitendeurse prostitutie? Ik was toch geen prostituee! Ik hoorde vaak verhalen dat prostitueeën werden mishandeld of vermoordt. ‘Dit is misschien niet het leukste onderdeel van de ontgroeningsfase, maar het is verplicht. Ook speelt dit na de ontgroeningsfase ook nog steeds een rol. Het is een bron van inkomen,’ zei hij. Hij deed zijn hand in zijn broekzak en haalde er een papiertje uit. Hij hield het me voor. Ik pakte het papiertje aan en bekeek het even. Er stond een adres op. Ik keek de man weer aan. ‘Je hebt het adres, zorg dat je er over een twintig minuten bent,’ zei de man. ‘Je kunt gaan.’ Hij draaide zich om en ging weer aan zijn bureau zitten. Een beetje verward verliet ik de verhoorkamer. Zodra ik de deur achter me gesloten had, waren de typgeluiden en de stemmen van de bellende mannen verdwenen.

Girl in the GangWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu