Mythen

2.2

Loki ging direct naar Freya toe om te vragen of hij die verschijningsvorm mocht hebben, voor even maar. Het mocht. Loki ging als valk naar Jotunhein, want iedereen wist dat reuzen niet te vertrouwen waren! Als iemand iets had gestolen, was het een reus. Toen hij was aangekomen, ging hij op een tak zitten en luisterde naar alles wat zijn oren binnenkwam. De hele dag hoorde hij niets nuttigs. Hadden de reuzen het toch niet gedaan? Net toen zag hij een groepje reuzen bij elkaar staan. Ze waren druk bezig met overleggen. 'Heb jij het al gehoord?' 'Wat?' Van Thrym, dat hij de hamer gestolen heeft.' 'Welke hamer?' Van Thor, Mjolnir.' Loki had genoeg gehoord. Snel vloog hij naar het paleis van Thrym. Thrym was de koning van dit gebied en toevallig ook nog de grootste en sterkste reus. Daar ging hij in een boom zitten. Thrym was net een wandeling aan het maken en Loki greep zijn kans. Hij sprak de reus aan: 'Gegroet, volgens mij bent u de reus Thrym, berucht om zijn goede inbreken.' Thrym, die wel wist met wie hij te maken had, antwoordde: 'Ook gegroet, volgens mij bent u de god Loki, beroemd om zijn listen.' 'Dat hebt u goed gezien!' Antwoordde Loki. Loki wou nog iets zeggen, maar Thrym kapte hem af: 'Als u de hamer zoekt, die krijg je niet zomaar! Hij zit honderden meters onder de grond. Maar ik wil hem wel ruilen. Als ik Freya tot mijn vrouw mag hebben,krijgen jullie de hamer terug!' Daarvan schrok Loki. Dit zouden de goden, en vooral Freya, niet leuk vinden! 'Ga maar gauw weg, ik regel het huwelijk alvast.' Loki vloog weg. Hoe zou hij dit goed kunnen brengen?