"Wat doen we hier?"

Loriël had me naar een grote, statige ruimte gebracht. De muren waren in zachte tinten geschilderd, een groot contrast met de rest van het paleis. Ze hingen overvol met schilderijen. Het waren portretten van belangrijke elfen, maar ook rustgevende landschappen gehuld in de nacht.

"Mythanar wil ons zien. Hij heeft me gevraagd om je naar hier te brengen."

Ik knikte. Het gevoel van onrust in mijn maag dat ik altijd kreeg bij het horen van zijn naam kwam weer opzetten. Ik probeerde het van me af te schudden door naar de schilderijen te kijken. Het was een rommelhoop van verschillende stijlen en kaders, maar dat stoorde niet eens. Ik wandelde door de ruimte, en Loriël volgde me in stilte.

"Gaat het over de testen?"

Ze haalde haar schouders op.

"Ik heb eerlijk gezegd geen idee."

Ik was niet helemaal tevreden met het antwoord, maar ik wist dat ik het ermee zou moeten doen. Ik wandelde voorbij een schilderij waarop de fontein van de grote hal afgebeeld stond. Er zat een jonge elf op de rand, en op de plek waar ze het water aanraakte, zat een zilveren vlek.

Ik kon niet voorkomen dat mijn gedachten terug slingerden naar hoe kil het water gevoeld had. Ik vroeg me af of het voor de elf ook zo voelde, al vertelde haar serene gezicht me iets anders. Ik schudde de rilling die over mijn rug liep van me af, en besloot dat ik aan iets anders moest denken.

"Mag ik je iets vragen? Over de testen?"

Loriël knikte, maar er zat iets waakzaam in haar blik.

"Natuurlijk."

Ze moest niet eens zeggen dat ze me niet alles kon vertellen. Dat had ze me al vaak genoeg gezegd, en ik had haar waarschuwing niet nog een keer nodig. Loriël leek dat ook te beseffen, want ze glimlachte alleen maar.

"Moet ik sommige testen meerdere keren doorstaan?"

De vraag had al door mijn hoofd gezweefd sinds onze bijna-kus op die vroege ochtend. Loriël schudde haar hoofd.

"Eens je een test volbracht hebt, zal je niet meer op hetzelfde beproefd worden. Je kan een test maar een keer nemen, dus als je hem faalt, is je tijd hier voorbij."

Ik knikte, en beet op mijn lip.

"Dus ik moet me geen zorgen meer maken over granaatappelpitjes?"

Ik probeerde mijn stem licht en zorgeloos te houden, maar het lukte me niet helemaal. Loriëls blik gleed over mijn gezicht alsof ze probeerde te achterhalen of ik een grapje maakte. Ik wendde mijn ogen af om te voorkomen dat ze kon zien waar ik echt aan dacht, maar dat bleek verloren moeite te zijn.

"Matylda... Ik weet dat we het niet echt meer hebben gehad over wat er tijdens je derde proef gebeurd is. Maar je moet weten dat ik je niet opnieuw zal kussen om je te testen, en ook niet als je dat zelf niet wil."

Ik wilde haar bijna zeggen dat dat niet was waar ik me zorgen om maakte. Dat het me echt om het eten ging. Maar dat zou een leugen zijn, en dat wisten we allebei. Het was moeilijk om onze kus te vergeten, hoeveel tijd er ook voorbij ging. Ik wilde hem ook niet vergeten. Ik voelde me echter niet op mijn gemak in het paleis, zeker niet wanneer Mythanar er ook was, en Loriël had dat meer dan gerespecteerd.

Haar hardop horen zeggen dat ze me niet zomaar opnieuw zou zoenen, luchtte me heel erg op. Want mijn hart wilde dat het iets betekende, meer dan ik onder woorden kon brengen. Er zat me nog iets anders dwars, iets dat ik bijna niet hardop durfde zeggen.

"Loriël..."

Ik aarzelde. Ik probeerde me te bedenken hoe ik kon zeggen wat ik dacht zonder jaloers te klinken, maar dat leek bijna onmogelijk. Ik schudde zuchtend mijn hoofd terwijl we tot stilstand kwamen bij een vrouw die met donkere ogen op ons neerkeek.

Hart van ZilverWhere stories live. Discover now