23. Connor

2K 163 9
                                    

Vandaag is een belangrijke dag. Er mag niks fout gaan, anders heb ik straks de dood van de burgemeester op mijn geweten. Gespannen loop ik de brede gang van het gemeentehuis door naar mijn bureau. De stoel veert zacht mee als ik ga zitten. Ondertussen malen mijn gedachten door. Hoe krijg ik in godsnaam dat rattengif in handen? Dezelfde soort smoes als gisteren gebruiken wekt waarschijnlijk argwaan, maar het is mijn enige kans. Ik moet de burgemeester redden.

Ik probeer me te concentreren op mijn werk als secretaresse. Ik voer gegevens in in de computer, neem ondertussen de telefoon op als die gaat en sta tenslotte op om een klapper op te gaan bergen in het kantoor. Binnen let ik goed op of ik het rattengif ergens zie, maar ik weet ook wel dat het niet midden op het bureau zal staan.

“Julia?”

Even vergeet ik dat het mijn schuilnaam is, maar een seconde later schiet ik weer in mijn rol. “Ja?”

Robert staat op. “Ik wil dat je met me mee gaat naar een vergadering om notulen te maken.”

“Oké. Hoe laat?” Het is de eerste vraag die ik hardop stel. De eerste vraag die ik in gedachten stel is: is de burgemeester ook bij die vergadering?

“Nu.”

Mijn hersens gaan als een razende tekeer. Tijdens een vergadering is hij dus niet op kantoor. “Oké, maar ik maak nog even af waar ik mee bezig was. Waar is het? Dan kom ik zo.”

“In de grote vergaderzaal op de eerste verdieping. Ik ga vast en zorg dat jij er ook snel bent. We hebben je nodig.”

“Geen probleem. Ik ben er binnen twee minuten.” Ik wacht tot Robert weg is en controleer dan de gang. Een situatie als laatst moet tenslotte voorkomen worden. Zo gauw ik gezien heb dat de gang leeg is, haast ik me terug naar het bureau om de laden te onderzoeken. Niks, niks, niks, en…. Hebbes! Een cilindervormig geel plastic potje lacht me tegemoet. Het etiket laat me weten dat het inderdaad het rattengif is. Ik gooi de la weer dicht en stop het potje onder mijn shirt. Niet dat het daar niet opvalt, maar een betere verstopplek weet ik ook niet.

Met één hand onder mijn shirt ren ik naar de gang, waar ik het gele potje tussen de schoolboeken in mijn lichtgrijze rugzak laat glijden. Opgelucht haal ik adem. Die buit is binnen. Nu is het een kwestie van binnen houden. Ik kan maar beter zorgen dat ik hier na die vergadering meteen weg kom.

-

Mijn hart klopt zo hard dat ik bang ben dat het door mijn keel naar buiten komt en ik hijg als een hond, maar ik ben er. Ik gooi mijn fiets gewoon in de tuin op de grond in plaats van ‘m netjes op de standaard te zetten zoals ik normaal altijd doe. Als ik naar binnen loop wordt het even zwart voor mijn ogen. Een pijnsteek priemt in mijn maag.

“Con, wat doe je?” Een beeld van een op de bank hangende Sydney flitst voorbij op mijn weg naar de kelder. Ze kijkt verbaasd, waarschijnlijk omdat ze me nooit ziet rennen buiten een voetbalveld.

“Ik…” Ik kan niks zeggen en dus hou ik mijn mond maar terwijl ik verder ren naar de kelder. Daar laat ik mezelf uitgeput in de zwarte leren draaistoel vallen. Binnen een paar seconden is de webcamkamer in beeld.  “Ik wil Johan spreken,” hijg ik. “Nu meteen.”

“Rustig maar, meisje. Komt eraan.”

Het beeld knippert even en dan komt de baas van de geheime dienst in beeld. “Connor Donovan, vertel het eens. Waarom heb je zo’n rood aangelopen hoofd? Heeft dat iets te maken met dat geflikflooi van jou en Toby? Ik wil graag alleen gestoord worden voor uiterst belangrijke zaken.”

Mijn mond valt open van verbazing. Hoe komt hij bij die opmerking over mij en Toby? “Ik doe helemaal niks met Toby. Hij traint me, zoals op het rooster staat, dat is alles.”

“Kijk meid, ik weet dat hij onder de indruk is van je talent, maar hij praat wel erg veel over je. Dus, was het dat?”

“Nee, nee,” antwoord ik gehaast. Ik rits mijn rugzak open en haal het gele busje eruit. “Ik heb het rattengif te pakken gekregen. Kan ik het vanavond nog langs komen brengen? Ik wil het niet hier in huis hebben, zelfs niet in de kelder.”

“Mooi, heel mooi.” Johan wrijft tevreden in zijn handen. “Misschien is het beter dat jij vanavond thuisblijft. Ik stuur iemand langs, vermomd als pizzakoerier of zo. Laat je vader de deur open maken dan weet je zeker dat je het aan de goede persoon meegeeft.”

“Oké.” Ik zet het potje op het bureau en draai het met mijn vingers rond. “Dus nu hoeven we alleen nog maar uit te vinden in welke mate de zoon erbij betrokken is?”

“Dat sowieso en ik wil nog steeds graag weten of er misschien nog andere manieren zijn waarop ze zich van de burgemeester willen ontdoen. Echte schurken houden het meestal niet bij één manier, zeker niet als die niet lukt.”

Ik durf nu echt niet meer op het gemeentehuis te komen, maar kan ik het maken om dat te zeggen? “Wat als ze erachter komen dat ik het rattengif heb gejat? Zo moeilijk is het niet om dat te achterhalen. Er komt geen hond in die gang van het gemeentehuis.”

Johan knikt begrijpend. “Het is weekend. Laten we eerst even afwachten of Lee vandaag nog met interessante informatie aankomt. We kunnen altijd nog besluiten om je maandag ziek te melden.”

Dat stelt me enigszins gerust. Ik hoop maar dat Lee vanavond met iets baanbrekends komt zodat we deze opdracht nog dit weekend kunnen afronden. Dan hoef ik nooit meer stage te lopen op het gemeentehuis en hoef ik ook niet meer bang te zijn dat ze me door hebben. Ik ga Lee zo hard succes wensen voor haar date vanavond.

- - -

A/N Gaat het afronden van de opdracht inderdaad nog in het weekend lukken? Stay tuned...

Sisters in crimeWhere stories live. Discover now