Hoofdstuk 27 - Madelyn

52 8 26
                                    

Madelyn had niet veel meer gedaan dan eten en slapen sinds ze het ziekenhuisbed van haar zus de rug had moeten toekeren. Ze was de lichamen van haar vader en van Jenna nog gaan bezoeken in het mortuarium, ze had Lisa nog een laatste keer op haar voorhoofd gekust. Ze was hen gaan groeten, had de knuffels en bemoedigende woorden van zowel bekenden als vreemdelingen in ontvangst genomen. De begrafenis was in een waas aan haar voorbij gegaan.

Rowan was er de helft van de tijd geweest en haar stiefvader de andere helft, zelfs haar moeder had haar hoofd een enkele keer laten zien. Raine had ze niet meer gezien. Ze had wel haar voicemails gekregen en één keer de telefoon opgenomen, vooral die laatste keer had de tranen in haar ogen weer doen opwellen.

Wat ging Raine doen dat zo gevaarlijk was dat het zou kunnen dat ze het niet zou redden? Waarom had ze zo vaak "ik hou van je" gezegd?

Maddie had geen oog meer dichtgedaan nadat Raine het gesprek beëindigd had. Ze was uit bed geklommen, had een oversized sweater over haar hoofd getrokken en was melk met honing gaan opwarmen.

Als ze haar ogen sloot zag ze nog steeds het beeld voor zich van de keuken, het gat in Jenna's hoofd, de glazige ogen van haar vader, Lisa die oppervlakkig ademhaalde. Zelfs al wist ze dat dat niet honderd procent had gestrookt met de waarheid. Haar maag trok samen en ze proefde gal in haar mond.

Toen de microgolf piepte, liet ze de mok verder ronddraaien. Ze leunde met haar voorhoofd tegen het aanrecht aan, haar handen omklemden de kant, haar armen hield ze lichtjes geplooid.

Alles was goed. Alles zou goedkomen. Mensen stierven, dat gebeurde, mensen stierven en hun naasten overleefden en alles kwam goed.

Een snik verliet haar mond toen ze naar adem hapte. Ze had niet eens gemerkt dat ze gestopt was met ademhalen.

Na nog een tijdje tegen het aanrecht aangeleund te hebben, duwde ze zich voorzichtig weer recht. Al haar ledematen voelden vreselijk zwaar aan. Haar lichaam was te klein voor de intense emoties die door haar heen stormden. Ze wilde huilen, ze wilde zich overgeven aan haar verdriet tot ze geen gevoel meer over had, maar ze kon het niet. Het enige wat ze wel kon doen was haar avondmaal uit haar maag gooien.

Ze keek naar de doodsprentjes die ze op haar vensterbank had uitgestald. De drie kaarsjes die erbij stonden waren uitgedoofd. Ze zocht een aansteker in haar besteklade en stak ze weer aan. De brede donkerblauwe kaars was voor haar vader, de slanke, lange magenta kaars voor Jenna, de kleine, hartvormige gele voor Lisa.

Toen ze de laatste kaars had aangestoken, gooide ze met al haar kracht de aansteker de andere kant op, tegen de ingekaderde schets die aan de muur hing. Het plastic dat de tekening beschermde scheurde bij de klap.

Het was niet eerlijk.

Waarom had Lisa het niet overleefd? Waarom had God haar niet geholpen? Wat had hij te doen gehad dat hij niet even kon tussenkomen toen ze op het punt stond naar de hemel te vertrekken?

Het was niet eerlijk, helemaal niet eerlijk.

Ze plukte het grootste kussen uit de zetel en drukte het stevig tegen zich aan. Ze liep naar haar slaapkamer om haar telefoon te halen. Raine bellen leverde niets dan haar voicemail op. Ze stuurde haar nog een paar berichtjes, maar ze kreeg ook daar geen antwoord op.

Vechtend tegen het misselijke gevoel dat haar bleef overvallen, trok ze een broek en een paar schoenen aan en schoof ze haar telefoon in haar handtas. Het mocht dan wel midden in de nacht zijn, misschien kon ze antwoorden vinden in Raines appartement. Misschien was Raine wel gewoon daar. Misschien maakte ze zich zorgen om niks.

Rowan had eerder die dag ook gebeld, om te zeggen dat ze absoluut haar appartement niet uit mocht vannacht en dat ze haar deur en ramen stevig op slot moest houden. Hij had niet willen zeggen waarom precies, dus besloot Maddie dat het een waarschuwing was die ze mocht negeren.

Over Macht en MenselijkheidWhere stories live. Discover now