6. waar heen?

164 12 0
                                    

Ashley pov

Na dat ik zijn aanbod geweigerd had, heb ik de stad afgescharreld naar een hotel die me níét wegstuurde, maar veel succes had ik niet want tegen vijf uur stond ik nog steeds op de stoep voor de Peperbus met een koffer naast me. Ook stierf ik van de honger en ondanks er genoeg cafeetjes hier in Zwolle waren, was ik weer zo iemand die per se eerst een hotel wou vinden. 

Maar dat viel niet mee want de meeste hotels zaten of vol, of waren gelosten of waren te duur om te betalen. En als het allemaal niet erger kon had ik het steen koud. In mijn zomerjurk met zomerjasje erboven had iedereen mij raar aangekeken en ik zweer: je wordt er gek van. Ik had het koud, voelde me vies, had geen onderdak en stierf van de honger, dus zo waren mijn twijfels over Max's aanbod al gauw verdwenen.

Ik liep ik terug naar het pleintje, maar er was niemand. Het werd al donker en de lantaarnpalen sprongen aan. Een paar lantaarnpalen deden het niet goed waardoor het licht ging flikkeren, wat het hier opeens een stuk enger maakte. Ik rilde van een windvlaag.

Ik probeerde niet te huilen en plofte neer op het bankje, maar stond direct weer op. Het bankje was vochtig en koud. Ik slikte. De eerste tranen waren al ontsnapt en ik veegde ze gauw weg. 

Een halfuur later stond ik nog steeds op het pleintje. Mijn horloge gaf aan dat het zes uur was. Plotseling stond er tien meter van me vandaan een donkere schim voor me. Aan de vorm herkende ik er een mens uit en toen het dichterbij kwam schoot mijn hartslag omhoog. Bevreesd stapte ik naar achter, maar toen het dichter bij kwam zag ik een bekend gezicht.

Het is Max.

Ik zucht van opluchting. 'Wat doe jij hier nog?' Vraagt hij verbaast. Maar ik hou abrupt mijn mond.

'Kom mee naar mijn huis.' Zegt hij na een tijdje met een stem dat opeens zo vertrouwelijk klinkt. Ik knik en stap naar hem toe, waarna hij zich omdraait en me meeneemt naar zijn huis. 

Er rolt een traan over mijn wangen, niet van verdriet, maar van vreugde. Omdat ik eindelijk ergens terecht kon voor vannacht. Misschien was dat wel bij een jongen die ik niet ken, maar ergens weet ik dat ik deze jongen kan vertrouwen en dat voelt fijn.

Ietsjes later stonden we voor een - wat nog lijkt -  best groot huis. Hij lachte warm naar me en draaide daarna de slot van het huis los. Ondanks het een groot huis leek, was de gang smal. Hij gooide zijn jas op de trap neer, maar ik hield mijn jas nog liever even aan. Ik zette mijn koffer bij de kapstok neer - waar geen enkele jas aanhing - en volgde Max door naar de woonkamer. De woonkamer was redelijk groot. Het ziet er allemaal netjes uit, maar toch ook erg gezellig. Het was er heerlijk warm, dus deed ik mijn jasje toch uit en hing hem aan de kapstok.

Ik keek naar wat fotolijsten die aan de muur hangen en al gauw herkende ik Max's gezicht. Er hangt ook een foto van een andere jongen, die er wat jonger uit ziet dan Max. Hij leek op Max, maar toch was het hem niet. Misschien een broer van hem? 

Ik wilde er niet langer over na denken. Ik liep naar de keuken waar Max stond, een paar boterhammen te smeren. Daarna keek hij me met dezelfde warme lach aan en gaf me een plakje brood en ik smeerde er gauw een laag jam op. Ik bedankte hem en snel at ik het broodje op.

Maar hij merkte op hoe snel ik het broodje op had. 'Zo, jij hebt honger.' Hij greinsde. 'Sorry.'

'Geeft niet. Je mag er best nog één.' 

Ik liet hem dat niet twee keer zeggen en maakte weer een broodje jam klaar. Leunend kijkt hij me aan. 'Kan je het zien?' Vraag ik met volle mond. 'Ja hoor.' Zegt hij waarna hij recht gaat staan en nog een broodje voor zichzelf maakt. 

Uiteindelijk had ik na die twee broodjes jam nog twee broodjes kaas opgegeten - dat gewoon mocht van Max - waarna hij heeft geholpen mijn koffer naar boven te sjouwen. Hij liet me de logeerkamer zien waar een groot tweepersoonsbed stond met een nachtkastje ernaast. Tegenover het bed stond een kastje met een spiegel er boven en aan de zijkant een klerenkast. Direct was te zien dat deze kamer van een meisje is. Er was nog een andere deur, wat waarschijnlijk naar de badkamer leidde. 

Ik plofte op bed neer. Max stond in de deuropening met zijn handen in zijn broekzakken. 'Vinden je ouders dit wel goed?' Vraag ik.

'Die zijn er dit weekend niet.' Zegt hij glimlachend. Ik herinner me dan opeens dat het inderdaad alweer vrijdag is. Max loopt de kamer in en gaat leunend tegen het kastje tegenover het bed staan, met nog steeds zijn handen in zijn broekzakken. 'O, bijna vergeten. Vanavond komt er een vriend van mij, die blijft ook logeren vind je dat erg?' Vraagt hij, bijna onzeker.

'Vind ik niet erg, als hij maar uit deze kamer blijft vannacht.' Zeg ik lachend. Direct knikt hij begrijpelijk. 'Mijn broertje is er ook, maar ik zorg er wel voor dat hij je niet lastig valt.' 

Had ik dus toch gelijk, Max heeft inderdaad een broertje. Wel vraag ik me af hoeveel kamers er wel niet zijn in dit huis, aangezien zijn ouders hier ook nog wonen. Ik bedank hem alweer waarna hij mijn kamer uitloopt. 

Even twijfel ik of ik mijn koffer uit moet pakken, maar doe het toch niet. Ik blijf hier maar één nacht, toch? Maar waar moet ik dan heen? Ik wil er niet over na denken en zet mijn koffer naast het bed.

Ik doe mijn telefoon aan en kijk of ik nog berichten heb. Maar natuurlijk heb ik berichten, sterker nog, ik ben helemaal volgespamd. De berichten komen van mijn broer en moeder, had ik ook niet anders kunnen denken.

Mama: Kom naar huis!!

Mama: hoelang blijf je in godsnaam weg?

Mama: Waar ben je?

Daan: Denk je dat wij dit grappig vinden of zo?

Daan: We geven je op als vermist hoor!

En zo had ik nog tientallen andere berichten van mijn moeder en broer. Maar ik negeerde het, zette mijn telefoon uit en verstopte het onderin mijn koffer. 

Daarna ging ik kijken in de andere deur dat inderdaad een badkamer was. Of eigenlijk badkamertje. Het was klein en de douche, toilet en de wasbak paste er allemaal net in. Verder lagen er wat schone handdoeken netjes opgevouwen. Ik keek door een klein raampje naar buiten, maar het was te donker en zag alleen maar de felle lichten van de lantaarnpalen. 

Ik ben naar Max gegaan om te vragen of ik van de douche gebruik mocht maken en dat mocht gewoon. Hij zei het zelfs zo alsof hij het raar vond dat ik het het nog vroeg. Ik bedankte hem en rende terug naar de kamer. Ik zocht schone en warme kleren uit en stapte de badkamer in. Ik draaide het slot dicht, stel dat Max of iemand anders binnenkwam, je weet maar nooit.

Onder een warme straal zeepte ik mijn haren in met shampoo. Het warme water voelde heerlijk aan, maar toch ook erg vreemd. Ik kon alles nog niet zo goed op een rijtje zetten. Ik zeepte mijn lichaam in en spoelde gelijk mijn shampoo uit.

Het leek me niet zo netjes om te lang te douchen dus besloot ik er na tien minuten de kraan uit te draaien. Ik droogte mijn haren af en vouwde het onhandig in een handdoek. Daarna droogde ik mijn lichaam af en hees mezelf in mijn broek. Daarboven trok ik een heerlijke wollen trui aan. Ik opende de badkamerdeur en het stoom van het water ontsnapte uit het krappe hokje. 

Ik haalde de handdoek van mijn hoofd en kamde mijn lange haren door. 

Daarna heb ik de hele avond op bed een boek zitten lezen.

----

Gone girlDonde viven las historias. Descúbrelo ahora