Hoofdstuk 11

21 5 7
                                    

Na een lange tijd, wat voor mij een uur of twee voelt ben ik dan toch eindelijk klaar met het ontcijferen. Er staat: Mijn lieve dochter, ik hou van je! Word een goede piraat en een van de eerste vrouwelijke piraat! Speciaal voor mijn liefste dochter op de wereld, Laureline. Dit bericht is speciaal voor mij bedoeld!

'Lau, we komen aan in Cancapstell Beach. We blijven hier twee dagen. Ga je met mij mee aan wal?' Nadat Jelle uitgesproken is voel ik een harde schok, waardoor ik mijn evenwicht verlies en uit de hangmat kukel.

'Ja ik ga mee.' Snel krabbel ik overeind, waarna ik snel nog even mijn schedes om doe en daarna met Jelle naar boven toe loop. Er is een mooi dorp aan mijn rechterzijde te zien en boven op een hoge heuvel staat een prachtig mooi kasteel. Het is een mooiere kasteel, dan die van familie Williamson!

'Wie gaan er allemaal aan wal?', vraagt de kapitein aan iedereen, die op het dek staat.

'Jelle en ik!' Iedereen slaat van schrik hun handen voor hun oren. 'Zeg, zo hard tetter ik nou ook weer niet, sukkels!'

'Laureline Mendez, niet op reageren en als de wiede weer vertrekken!' roept de kapitein naar me en ik pak Jelle bij zijn arm beet, waarna ik hem met me mee sleur. Samen met Jelle verlaat ik het schip en we lopen over de loopplank, de stijger op waar er een paar mensen zitten te vissen.

'Wat gaan we doen, het dorp in of naar...' Ik zie aan Jelle dat hij in gedachten verzonken is. 'Jelle? Aarde aan Jelle in de hemel!'

Met mijn hand zwaai ik voor zijn ogen om zijn aandacht te trekken, waarna hij met zijn ogen knippert. hoofdschuddend kijk ik hem aan en rol daarna met mijn ogen. 'Wat zei je Lau?'

'Wat we gaan doen! Het dorp in of-.'

'Naar de kliffen!' roept hij vrolijk, als een klein kind. Ik grinnik en voel hoe Jelle mijn hand vast pakt, waarna hij mij met hem mee sleurt. We lopen door een paar straten van het dorp en ik kijk de huizen binnen. Hier ben ik nog nooit geweest, al heb ik er wel eens van gehoord op school! Achter de ramen zie ik een keukentafel, waarboven er een grote lamp hangt. 'Ben je hier wel eens geweest?'

'Nee, ik heb er wel iets over gehoord toen ik nog op school zat.' Zijn mond vormt een geluidloze 'o', waardoor ik zachtjes grinnik. 'Het is hier wel mooier dan van waar ik vandaan kom.'

'Echt?' Hij kijkt me aan via zijn ooghoek.

'Ja, het zijn meer gevangenissen. De ramen daar zijn niet van glas, maar van tralies. Alle gebouwen hebben dat!'

'Waar kom je dan vandaan?' Hij kijkt me met grote ogen, maar kijkt dan snel weer voor zich uit.

'Uit Xnardbos, mijn zus Daphne ook.' Plots stopt hij met lopen en houdt me tegen. Verbaasd kijk ik op en zie even verder op een meisje staan met lang blond haar. Ze is langer dan ik, dat is voor mij wel duidelijk te zien.

'Euh, hallo daar?', hoor ik Jelle zeggen, wat er meer vragend uitkomt. Ik zie het meisje overduidelijk schrikken en ze draait zich met een ruk om, waardoor haar blonde haren met haar mee zwieren.

'Wie zijn jullie?', vraagt ze angstig bij het zien van onze zwaarden. 'Wat willen jullie van me?'

'Wij zijn Jelle en Laureline. We willen jou niks aan doen, want we doen geen vlieg kwaad. Wie ben jij?'

'Ik ben Haven Reesema,' beantwoord ze mijn vraag.

'Hoe oud ben je?', vraagt Jelle op zijn beurt.

'Ik ben 18 jaar en hoe oud zijn jullie?'

'Ik ben 17 jaartjes.'

'En ik ben 20 jaar,' zegt Jelle met een lieve glimlach. Ik zie duidelijk aan zijn ogen een sprankje liefde, maar niet veel meer dan dat. Dat komt denk ik door haar mooie blauwgroene ogen.

'Wow, Jelle ik had jou ouder ingeschat,' zegt Haven en ik voel me al snel buitengesloten, doordat ze alleen met elkaar staan te praten. Ik laat Jelles hand los en loop naar de rand van de klif. Achter me hoor ik Haven en Jelle druk kletsen samen en er rolt een eenzame traan over mijn wang, waarna ik ga zitten en met mijn benen over de rand laat hangen. Zou hij niet meer verliefd op me zijn? Sinds Valerian heeft gezegd dat Jelle verliefd op me is, ben ik daar meer over gaan nadenken. Wacht, ben ik nou serieus jaloers op Haven? Ben ik verliefd op Jelle? Dat kan niet, ik ken hem pas een dag! En we zijn vrienden, dat kan niet zomaar op een dag ofwel?

'Lau, wat is er?' Jelle komt naast me zitten en trekt me tegen zich aan. Er rollen meer tranen over mijn wangen, bij het terug denken aan mijn ouders. 'Ik mis mijn vader en moeder. Het meeste mijn vader, want hij was een van mijn alle grootste piraten held! Mijn vader was een voorbeeld en nu is hij er niet meer. Ik mis hem, ik kan me nooit meer in zijn armen sluiten!  De enige plek waar ik hem nog voel is mijn hart, waar hij nooit meer uit kan ontsnappen. Hij zit in mijn hoofd en gedachtes!'

'Wat is er dan met je vader gebeurd, waardoor hij nu niet meer leeft?', vraagt Haven die aan de andere kant komt zitten. Ik haal diep adem en zucht, waardoor ik de adem uitblaas.

'Ik denk door een storm. Onze kapitein weet het ook niet.' Ik voel haar blik zo wat branden op mijn huid.

'Heb jij trouwens nog familie?', vraagt Jelle om van onderwerp te veranderen. Ik kijk opzij en zie Haven op dat moment van kleur verschieten.

'Ja, mijn tweelingzussen Lori en Dionne van 21 jaar. Maar die wonen al op zichzelf met hun vriendje. En mijn moeder Yana en vader Scout,' verteld Haven. Ik zucht en zie vanaf hier dat Mees, de kapitein mijn zus probeert te verkopen aan mensen. Nee, dat mag niet! Ik moet hem zien tegen te houden. Direct spring ik op en draai me om. 'De heks Sharlyen Marsman woont hier ook ja.'

Ik heb hun gesprek niet mee gekregen, maar het valt me op dat Haven naast Jelle is gaan zitten. Volgens mij hebben ze meer oog voor elkaar, dan voor mij. Dan begin ik te rennen terug naar het dorpje. Ach, Jelle mag zelf kiezen voor wie hij meer liefde heeft. Het boeit mij geen ene fluit, ik haat verliefd zijn op een jongen. Jongens maken daar toch immers misbruik van!

Bam!

Voor de tweede keer voor vandaag loop ik vol tegen iemand aan. Ik kijk op en zie voor de derde keer op de dag generaal Cooper.

'Jemig, wat hebben al die kinderen van tegenwoordig?', vraagt hij. Ik hou mijn mond en zie hem pijnlijke over zijn hoofd wrijven, met zijn ogen dicht. Stil sta ik op en loop snel weg van hem. Hij had me niet herkend, wat een mazzel! Wacht eens, volgens mij loop ik de verkeerde kant op.

Ik loop snel terug en zie tot mijn verbazing generaal Cooper, bewusteloos op de grond liggen. Dat is vreemd, net was hij nog bij zijn positieven en nu plots niet meer.

'Boe!' schreeuwen plots 2 mensen, maar ik schrik er niet van. 'Waarom schrik jij er nou niet van meisje?'

'Omdat ik een echte piraat ben en een piraat schrikt nooit,' zeg ik simpel en kijk de 2 mensen aan. Ik zie dat het twee griezelige jongens zijn van een jaar of 20. 'Wie zijn jullie?'

'Wij zijn ook piraten, net zoals jij.'

'Ik vroeg niet wat jullie zijn, maar wie! Hoe heten jullie?' Zucht ik en hun mond vormt een geluidloze 'o'.

'Wij heten Jan en Joopie.' Ik schiet in de lach van hun namen, maar ze zijn bloedserieus aan hun gezicht te zien. 'De kapitein gaat jou erg leuk vinden! Dat weten we nu al.' Voor ik het weet word er een zak over mijn hoofd getrokken en alles word zwart. O nee!

Voodoo DollWhere stories live. Discover now