6

23 3 2
                                    

Bij Jordans huis plaatsen ze de fietsen naast de auto, zodat we dicht bij de voordeur zijn en niet zo ver hoeven te lopen.

Jordan is van zijn zadel afgegaan, maar verder heeft hij zich nog niet bewogen. Dan komen Niels en Hayley naar ons toe gelopen. Ze helpen mij van de bagagedrager af.

In de tussentijd heeft Jordan zijn fiets op slot gezet en staat hij naast ons. 'Ik neem het wel over,' zegt hij, 'want dan kunnen jullie namelijk naar huis.' 'Redden jullie dat?' vraagt Hayley. 'Ja hoor, dat redden we wel.' antwoord ik. Niels en Hayley willen me aan Jordan overgeven, maar ik zeg snel: 'Nee, dat hoeft niet hoor, kijk maar.' Dan zet ik voorzichtig een paar stappen en ze lijken helemaal goed te gaan. Alleen na ongeveer de vierde stap val ik vol tegen Jordan aan en uit reflex slaat hij zijn armen om mij heen. Waardoor ik tegen zijn borstkas wordt gedrukt.

Gelukkig maar dat hij dat deed, want anders had ik nu voor zijn voeten op de grond gelegen.

Wanneer ik omhoogkijk, ontmoet ik Jordans zacht bruine ogen, waar ik zo in zou kunnen verdwalen – als ik er te lang in blijf staren. Daarna laat ik mijn blik wat naar zijn mond glijden waar een kleine glimlach verschijnt.

'Echt?' vraagt Hayley bezorgd. 'Het zal wel goed komen. Zolang ik haar nog maar niet zelf laat lopen.' antwoordt Jordan.

Hij laat langzaam zijn linkerarm naar mijn middel zakken. Dan grijpt hij mijn linker heup goed vast en trekt die voorzichtig naar zich toe. Zodat ik tegen zijn linkerzij – en onder zijn linkerarm – wordt gedraaid. Om ervoor te zorgen dat ik nog wat steviger sta, sla ik mijn arm om zijn nek heen.

'Oké dan zullen we gaan.' zegt Niels. Daarna kijkt hij naar Hayley. Alleen lijkt ze nog even te twijfelen of ze wel weg wil gaan, maar dan loopt ze toch naar haar fiets. Dan stappen ze op hun fietsen en zeggen: 'Doei.' tegen Jordan en mij wanneer ze tegelijkertijd wegfietsen. Wij kijken ze nog na tot en met we ze niet meer kunnen zien. Vervolgens lopen we naar binnen.

Langzaam en met een beetje moeite zijn we de trap zachtjes – zodat Nina en Paul niet wakker worden – opgekomen. Dan doet Jordan voorzichtig mijn deur open en zonder enig geluid te hebben gemaakt, lopen we mijn kamer in. Jordan zet me op mijn bed zodat ik kan zitten, terwijl hij weer terug naar de deur loopt om hem dicht te doen. Daarna komt hij naast mij zitten.

Ik draai me naar hem toe en trek mijn benen onder me.

Nu hij mij recht aan kijkt zonder iemand om ons heen, begint ineens mijn onderlip te trillen en de tranen die ik al een hele lange tijd achter mijn ogen voelde branden beginnen te vallen. Uit schaamte laat ik mijn hoofd in mijn trillende handen zakken, terwijl de tranen nog steeds over mijn wangen blijven stromen.

Jordan wrijft met zijn duim over de rug van mijn hand.

Voorzichtig haalt hij mijn handen voor mijn gezicht weg. Daarna heft hij langzaam mijn kin omhoog naar zijn bezorgde ogen, om vervolgens een lok haar achter mijn oor te plaatsen – die voor mijn gezicht was gevallen.

'Gaat het'

Ik schud enkel licht mijn hoofd. Dan glijdt zijn rechterhand voorzichtig van mijn nek naar mijn middel. Dan omhelst hij mij met beide armen en begint met zijn rechterhand over mijn rug te wrijven. Ik laat mijn hoofd zachtjes op zijn schouder rusten en sluit mijn ogen.

'Wat is er precies gebeurd?' vraagt hij zacht en bezorgd.

De vraag overrompelt me, waardoor ik mijn ogen – rood van het huilen – open, ik me uit de knuffel breek en hem nu verrast aan kijk.

Als ik mijn ogen naar beneden sla, antwoord ik binnensmonds: 'Ehhh... ik wil er nog niet over praten.' – maar hard genoeg dat Jordan het net kan horen.

The ocean is where I want to be [Dutch]Where stories live. Discover now