00 | Deel 2

224 23 14
                                    

{Louis}
Vervolg 4 jaar geleden

Met mijn ogen tot spleetjes geknepen staarde ik naar de oude vrouw. Ze was gekleed in een oude, kapotte jurk en droeg een zwarte mantel die regelrecht uit de prullenbak leek te komen. Haar sluike, zwarte haar hing in natte strengen om haar gezicht heen en hoe langer ik naar haar keek, hoe kwader ik werd. Wie dacht ze wel niet dat ze was? Aanbellen bij mijn kasteel was één ding, maar aanbellen op de avond dat ik een groot feest gaf was al helemaal van de zotte.

Nog even en ik liet gewoon haar keel doorsnijden.

'Spreek, heks,' zei ik kil, terwijl ik de brandende blikken van mijn personeel negeerde.
De vrouw rilde en hief haar hoofd. Twee diepgroene ogen werden zichtbaar door de regendruppels heen en ik voelde een huivering door mijn lichaam glijden. Er was iets met haar ogen...

'M-meester,' stotterde ze zwak, terwijl ze een stap richting de deur deed. 'P-prins, alstublieft, l-laat me binnen.'

Ik gromde en richtte mijn blik op Niall. Deze knikte lichtjes.

'A-alstublieft...'

'Waarom zou ik dat doen?' snoof ik nors, meer richting Niall dan de vrouw. 'Wat moet ik met een zwerver in mijn kasteel?'
Ik hoorde mijn personeel achter me naar adem happen en een zware donderslag deed de muren trillen. Het leek wel alsof de komst van deze vrouw de storm nog kwader maakte. Verscheidene regendruppels vlogen het kasteel binnen door de harde wind en ik voelde het natte water tegen mijn huid tikken.

'Stap naar binnen,' bromde ik, waarop de vrouw dankbaar knikte en naar binnen schuifelde. Zodra ze de drempel over was, gooide Niall de massieve deur dicht. Een plotselinge stilte vulde de balzaal. Iedereen wachtte met ingehouden adem op wat er nu zou gaan gebeuren.

Maar als het aan mij lag helemaal niets.
O.
Wacht.
Het lág aan mij.

'Wat brengt u hier op deze stormachtige avond?' vroeg ik toen kortaf.

'Ik vraag u of ik hier mag overnachten,' antwoordde de vrouw nauwelijks verstaanbaar. 'Ik ben op reis en kwam plots terecht in deze vreselijke storm... alstublieft, wilt u mij helpen?'

Ik fronste en keek naar haar diepgroene ogen. Ze leken oprecht, alsof ze de waarheid vertelden, maar iets in mij geloofde het niet. Wat moest zo'n arme, slordige vrouw diep in de avond op reis doen? En dan ineens, heel toevallig, langs mijn kasteel dat al zo ver achter het bos lag verborgen? Het klopte gewoon niet.

'Op reis?' herhaalde ik daarom wantrouwend. 'Helemaal alleen?'

Ze knikte. 'Ja, meneer, Prins, ik ben alleen.'

'En u reist helemaal door het donkere bos naar mijn kasteel voor onderdak?'

Opnieuw geknik. 'D-dat klopt.'

'Hm,' snoof ik, en ik zag Niall in mijn ooghoek zijn hoofd schudden. Ook hij geloofde het blijkbaar niet.

'Alstublieft,' smeekte ze opnieuw, maar ik schudde langzaam mijn hoofd. Haar ogen werden meteen groot van schrik en ik hoorde verscheidene personeelsleden achter me afkeurend mompelen. Als niemand het vertrouwde, was het antwoord simpel.

'Nee,' zei ik daarom resoluut, mijn woede niet langer onder controle houdend. 'Nee, ik ga u niet helpen. Zomaar komt u op deze stormachtige avond bij mijn kasteel, verstoord u mijn feest, en dan bent u ook nog zo brutaal om onderdak te vragen?' Mijn stem werd steeds donkerder en iedereen hield nu zijn adem in, wachtend op mijn volgende stap.

Ze wisten namelijk allemaal waar ik toe in staat was.

'M-maar, ik spreek de waarheid,' probeerde ze nog, waarop ik kwaad mijn hoofd schudde.

'Het antwoord is nee.' Ik draaide me om en gebaarde naar Niall dat hij haar de deur moest wijzen. Haar weg moest sturen. Oprotten.
Alleen, ik kreeg geen oogcontact met de blonde jongen. In tegendeel zelfs, hij leek opeens compleet gefixeerd op iets anders. Iets achter mij.

Wat voor de...

'Je had beter over je antwoord na moeten denken.'

Mijn adem stokte meteen in mijn keel. De stem achter mij was zo angstaanjagend, zo duister en donker, dat mijn lichaam spontaan leek te bevriezen. Alle haren in mijn nek schoten recht overeind en bibberend draaide ik me om.

'Je zult boeten voor je daden,' kraste de stem. 'Jij, Prins, en al je onderdanen zullen boeten voor wat jullie gedaan hebben!'

Met grote ogen keek ik naar de vrouw die nu voor me stond. De vieze mantel had plaats gemaakt voor een prachtige, witte jurk en het sluike haar was veranderd in glansende, gouden lokken. De oude, lelijke vrouw was nergens meer te bekennen. Met open mond staarde ik naar de prachtige godin die nu voor me stond en voor het eerst in mijn leven had ik oprecht spijt van wat ik gedaan had.

De oude vrouw was in werkelijkheid een prachtige tovenares.

'Prins Louis Tomlinson, u geeft meer om uw eigen uiterlijk dan om het leven van anderen,' bulderde ze, terwijl haar lichaam van de grond opsteeg en plotselinge wind haar omsingelde. 'Uw haar betekent meer voor u dan uw eigen mensen en daarvoor zult u boeten!' Ze hief haar armen en donkergroen licht leek uit haar ogen te stralen.

'N-nee, alstublieft,' hoorde ik Niall smeken, maar de tovenares schudde boos haar hoofd.

'Het is al te laat!'

Nee. Dit kon niet waar zijn. Al die jaren, al die moeite, alles wat ik hier had opgebouwd, wat ik had gedaan, wat ik had gespaard...

Ik... ik.
Misschien was dat het probleem.
Misschien kon ik...

'Wacht, wacht!' schreeuwde ik toen wanhopig, terwijl ik mezelf aan haar voeten op mijn knieën liet vallen. 'Wacht - ik begrijp het nu!'

De vrouw lachte honend en keek minachtend op me neer. Nog nooit had ik iemand zo intens verafschuwend naar me zien kijken en voor een klein moment dacht ik dat ik dit misschien wel verdiende. Misschien dacht ik inderdaad wel teveel aan mezelf, verdiende ik het inderdaad om gestraft te worden...

Maar mijn personeel niet.

'Ik... ik geef mijn fouten toe,' jammerde ik zachtjes. 'Ik had u moeten helpen, ik had niet zo egoïstisch moeten zijn, ik had-'
Maar mijn woorden hadden geen zin meer. Voordat ik ze überhaupt af kon maken, stroomde een enorm fel, groen licht de balzaal in en liet alles beven. Angstig knipperde ik met mijn ogen en ik zag hoe Niall en de rest van de bewoners van mijn kasteel begonnen te huilen.
Dit was het dan. Mijn leven was voorbij.

Ons leven was voorbij.

'Ik veroordeel iedereen in dit kasteel tot een levenslange vloek! Prins Louis Tomlinson, omdat u uw eigen uiterlijk belangrijker vindt dan al het andere, bent u gedoemd om de rest van uw miserabele leven door te brengen als een afschuwelijk, lelijk beest. Al uw bedienden zullen voor eeuwig veranderen in meubels en om het extra pijnlijk te maken, kunnen ze nog steeds praten en bewegen! De komende jaren zullen ze meer en meer veranderen in echte, levenloze meubels en zodra u eenentwintig jaar wordt, zullen zij vergoed versteend zijn en blijft u voor altijd een monster!' Ze hief haar armen en het licht werd nog feller, liet het hele kasteel trillen en angstig sloot ik mijn ogen. Ik voelde hoe de vloek mijn lichaam binnendrong en bezit van me nam. Al mijn ledematen leken in brand te vliegen en ik schreeuwde het uit van de pijn, smeekte de tovenares om het te stoppen - maar het was al te laat.

'Nu kan alleen de liefde jullie nog redden,' fluisterde ze donker. 'Je hebt tot aan uw eenentwintigste verjaardag, als het laatste rozenblaadje op de grond valt.'

Een harde knal galmde door de balzaal en de felle pijn schoot als een bliksemschicht door me heen. Wanhopig probeerde ik me aan iets vast te klampen, iets levendigs, iets menselijks - maar de pijn schakelde al mijn gedachten uit en voordat ik ook nog maar iets kon zeggen, werd alles in één klap zwart.

*
*
[A/N]
Vote/comment als je het leuk vindt en laat het me weten!
Op naar het volgende hoofdstuk :)

- x Cynthia

Styles & The Beast ~ [l.s.]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu