03 | De zolder

189 20 17
                                    

~
There's a villain in every story
The wicked witch in the west
A wicked witch in the east
The evil stepmother
A monster, a beast
~

{Harry}

Ik had serieus nog nooit zoveel stof bij elkaar gezien. Het zat echt overal; aan de muren, op de vloer, aan het afbladderende plafond en zelfs tussen de sleutelgaten van de deuren. Het was echt één van de meest verlaten en verwaarloosde plekken die ik ooit had gezien. Waar ik ooit was geweest.
Eigenlijk wist ik ook wel honderd procent zeker dat dat voor bijna iedereen gold.

Althans, dat hoopte ik voor hen.

Hoe dan ook - ik was via de oude, stenen trap omhoog gelopen en bevond me nu op de donkere, stoffige zolder van de oude kerk.

Dezelfde zolder waar een man zichzelf van het leven zou hebben beroofd.

'Gemma?' siste ik, al was ik er nu aardig zeker van dat mijn zus zich niet op deze zolder bevond.
Ik liep verder de ruimte in, op zoek naar een licht schakelaar of iets dergelijks. Mijn ogen waren al redelijk gewend aan het donker, maar toch kon ik niet genoeg zien om de bron van de vreemde knal te achterhalen. En liet dat nou net de reden zijn dat ik hier überhaupt was.

Opeens moest ik denken aan een vraag die op één van de stencils van vanmiddag stond.

Zou je een spookhuis binnengaan om je geliefde te redden?

Ik lachte hardop. Lekker ironisch.
Wat een stomme onzin was het ook. Selectiedag. Was dat überhaupt legaal? Een beetje elk jaar een tiener laten verdwijnen, en waarvoor ook? Geld? Macht? Plezier? We leefden in een zieke wereld, dat bleek maar weer.

En toch vond ik het vreemd. Ten eerste was er eigenlijk niemand die wist waarom de Selectiedag bestond. Het enige dat mij duidelijk was geworden in de afgelopen twee maanden dat ik hier woonde, was dat de Voorstanders (die mensen die helemaal geobsedeerd en hotel-de-botel waren van Selectiedag) meer wisten dat ieder ander. Ook was het me duidelijk dat zij niks loslieten over de reden van dit hele gebeuren, laat staan waar de jongeren naartoe werden gestuurd. Werden ze vermoord? Vermist? Ontvoerd? Misschien hadden ze wel een extreem fijn leven ineens, maar was de enige voorwaarde dat ze geen contact mochten hebben met de buitenwereld. Ze konden overal zijn, elk deel van de wereld - niemand wist het. Niemand, behalve de Voorstanders. Althans, dat is wat ik kon opmaken uit alle verhalen.

Je kon het pas zeker weten als het te laat was. Als je naam werd genoemd.

'Mafkezen,' mompelde ik in mezelf, terwijl ik verder en verder de zolder op schuifelde. De stof deed mijn ogen prikken, mijn keel kriebelen en mijn hele lichaam jeuken. Ik kneep mijn ogen tot spleetjes en sloeg mijn arm voor mijn mond, in de hoop dat de dikke stof van mijn jas de vuiligheid enigszins buiten kon houden. Of in ieder geval uit mijn luchtwegen.

En toen hoorde ik het. Opeens, alsof het er al die tijd al was geweest maar ik het over het hoofd had gezien. Nerveus stopte ik met lopen en probeerde ik om me heen te kijken. Mijn hart bonsde in mijn keel en mijn oren en gedachten waren scherper dan ooit.

Het was een soort geschraap, of een soort getik. Ik wist het niet precies. Het was er ineens, of ik hoorde het ineens, en op de één of andere manier voelde het belangrijk.

Misschien stond het in verbinding met die vreemde knal.

'Hallo?' zei ik nu hardop, mijn oren nog steeds gespitst. 'Is daar iemand?'

Mijn stem leek te echoën in de stilte en net op het moment dat ik dacht dat het helemaal niets zou uithalen, hoorde ik wat bewegen. Het geluid kwam boven het vreemde, schrapende getik uit en leek een stuk dichterbij dan dat. Op mijn hoede en enigszins bekneld met angst, hield ik mijn adem in en tuurde ik door de duisternis, op zoek naar enige vorm van beweging.

'Hallo? Is daar iemand?' vroeg ik opnieuw. 'Maak jezelf bekend, alsjeblieft.'

'D-doe me geen pijn.'

Een schreeuw verliet mijn keel en geschrokken sprong ik opzij. Mijn hart ramde tegen mijn borstkas aan en ontdaan probeerde ik op mijn ademhaling te letten. In, uit. In - uit.

Ho. Ly. Shit.

Dat was een fucking stem! En het klonk vrouwelijk... meisjesachtig, eigenlijk.

Ik knipperde verwoed met mijn ogen en probeerde de angst die mijn keel leek dicht te knijpen, te negeren. Ik kon me nauwelijks op mijn omgeving concentreren. Alles begon te jeuken en te kriebelen, en ik kreeg het steeds warmer.

Fuck, daar was echt iemand. 
Niet in paniek raken, Harry, niet in paniek raken.

'B-beloofd?'

'Waar ben je? Wie ben je?' riep ik, nog steeds zoekend naar de eigenaar van de stem. 'Ik zal je echt n-niets doen.'

Er klonk opnieuw een geluid vlak naast me, een soort geritsel, en een paar seconden later ging er een zaklamp aan. Het plotselinge licht was zo fel, dat ik meteen mijn handen voor mijn ogen sloeg. Na een aantal tellen haalde ik ze weer weg en tuurde ik richting de bron van het licht.

'Ik kan niks zien,' zei ik verward. 'Het licht is zo fel.'

Met een zachte klik ging de lamp weer uit. Opgelucht opende ik mijn ogen, maar toen kwam het besef van het feit dat iemand zich hier in de schaduwen had verstopt, weer als een klap terug bij me.

Wie was het?

En toen, heel langzaam, kwam ze tevoorschijn. Ze had ongeveer de lengte van Gemma, en haar lange bruine haar hing verwilderd over haar schouders heen. Het leek wel alsof ze hier dagen, al dan niet weken, had gezeten en mijn angst maakte meteen plaats voor medelijden.

Wie had dit haar aangedaan?

'H-hoi,' glimlachte ze onzeker. 'Ik had niet verwacht dat iemand hier ooit zou komen.'

Ik glimlachte terug en haalde mijn schouders op. 'Ik ook niet. Eigenlijk was ik opzoek naar mijn zus, maar-'

En toen zag ik het. Opeens, alsof haar gezicht nu pas tot me doordrong, wist ik wie ze was.

Maar dat kon niet.

'M-Melissa?' fluisterde ik niet-begrijpend, waarop het meisje knikte. Ik zag angst in haar ogen - angst en opluchting, alsof ze eindelijk verlost zou worden van haar lijden.

'Maar hoe... hoe kan je...' Ik schudde mijn hoofd. Dit was niet mogelijk.

Melissa, het meisje dat vorig jaar uitgekozen was voor de selectiedag, stond hier recht voor me, op een oude, koude en verlaten zolder.

'Het is een lang verhaal,' zuchtte ze, terwijl ze dichterbij kwam en voor me kwam staan. 'Laten we zeggen dat ik aan het beest ben ontsnapt.'

***

[A/N]
Vote/comment je mening en ik ga snel weer verder ! X

Styles & The Beast ~ [l.s.]Där berättelser lever. Upptäck nu