Deel 21♡

431 17 11
                                    

Ik word wakker van harde stemmen. Zuchtend draai ik me om. Hoe laat is het? Ik schrik wanneer ik naar de klok kijk. Shit! Heb ik zo lang geslapen? Snel sta ik op, fatsoeneer me en loop naar beneden.

"Oké, Em. Nu je geslapen hebt, moeten we praten." Begint Eline gelijk.

Er klinkt een lach uit mijn keel. "Ik wist het! Jij kan nooit iets laten gaan. Als ik ook maar één ding doe word je al boos."

"Ik ben niet boos."

"Oh, volgens mij wel."

Eline zucht. "Jace zei dat je je raar gedroeg."

"Jace kent me nieteens."

"Emma.." hoor ik Raf zacht zeggen.

"Nee, niks 'Emma'. Jullie moeten allemaal even normaal doen! Serieus, laat me gewoon mijn gang en zit me niet zo te bemoederen."

"Ik zou me niet zo gedragen als jij je niet als een opstandige puber gedraagt." Reageert Eline.

"Waarom haat je me?" Vraag ik. De vraag komt uit het niets aanhuppelen en Eline had hem ook duidelijk niet verwacht.

"Ik haat je niet, ik haat het hoe je je gedraagd."

"Ik ben hoe ik me gedraag, Lien."

"Jij bent niet zo, Em. Je was anders. Je bent," ze stopt midden in haar zin. Lekker dramatisch. "Je bent veranderd."

"Het spijt me als ik je teleurstel, maar ik ben zoals ik nu ben. Als dat niet genoeg is voor jou dan heb je pech." Ik zucht. "Ken je het verhaal van de adelaar?" Vraag ik.

Eline kijkt me raar aan dus begin ik te vertellen. "Er was ooit een boer. Hij vond een adelaars ei, denkend dat het een kippenei was, legde hij het bij de rest van de kippeneieren. Het ei kwam uit en de baby adelaar groeide op tussen de kippen. Hij mocht niet vliegen, want kippen doen dat niet. Ze fladderen alleen. De kleine adelaar voelde zich anders, hij voelde zich raar. De kippen vonden hem vreemd en storend. Na jaren worstelen om een normale kip te zijn haatte hij zichzelf. Waarom was hij anders? Waarom kon hij niet gelukkig zijn?

Om het gevoel van vliegen te compenseren ging hij verstorende dingen doen. Veel drama en onrust veroorzaken. De kippen haatte hem en lieten dat duidelijk merken. De arme adelaar werd depressief." Ik stop even om te kijken of ze het nog volgen. Eline kijkt nieuwsgierig maar volgens mij is Raf half in slaap gevallen.

"Op een dag," ga ik weer verder. "Op een dag, zag hij hoog in de lucht een andere adelaar. Hij voelde herkenning en riep naar de andere kippen. 'Ik wil ook vliegen! Ik ga ooit vliegen!' De kippen lachten hem uit. 'Ben je gek? Jíj kan niet eens kakkelen, laat staan vliegen. Wanneer word jij nou eens volwassen en doe je wat wij doen. Wat is er mis met jou?' De adelaar voelde zich klein en ontmoedigd. 'Laat ook maar, het heeft geen zin' dacht hij. Tot hij, dagen later, de adelaar opnieuw zag vliegen. De jonge adelaar gaf niet op. Hij strekte zijn vleugels voor de eerste keer en, voor hij het wist, vloog hij door de lucht. Hij zat niet langer opgesloten en voelde zich vrij."

Ik zie hoe Raf probeert zijn lach in te houden. Met een kleine grijns kijk ik hem aan.

"Noem je ons nou kippen?" Vraagt Eline.

"Nee." Antwoord ik langzaam. "Ik noem jullie de adelaars die me lieten inzien dat ik ook een adelaar ben."

Raf kan zich niet langer inhouden en barst in lachen uit. "Je bent echt gestoord." Lacht hij.

"Dat is precies wat een kip zou zeggen, Raf."

Ik hoor een lach achter me. "Heb ik iets gemis?" Vraagt Damian.

"Emma geeft ons een filosofie les. En ik ben vrij zeker dat ze ons kippen noemde."

"Oh.. Gezellig."

"Maar Em," Eline kijkt me weer serieus aan. "Je kunt een heel verhaal over een adelaar vertellen maar we moeten nog steeds praten."

Een geïrriteerde zucht verlaat mijn mond. "Waarover?"

"Over het feit dat jij tripmiddelen gebruikt."

"Wie zegt dat?"

"Dat zei jij. Vanochtend."

Ik kijk haar dom aan. Heb ik dat gezegd? Waarom zou ik mezelf verraden?

"Emma." Er zwaait een hand voor mijn gezicht. "Je zei dat je nog half aan het trippen was."

"Ja. Aan het trippen van enthousiasme dat ik jullie weer zie. Duh."

"Emma." Gromt Eline gefrustreerd.

"Oké, oké. Rustig aan tijger." Een zachte zucht verlaat mijn mond. "Ik dacht dat het een smintje was."

"Lieg niet tegen me."

Verbluft kijk ik haar aan. "Ik lieg niet."

"Oh, kom op. Een smintje? Meen je dit? Jouw junkie hersenen herkennen drugs nog van een kilometer afstand."

"Wat? Mijn junkie hersenen?"

"Ja, want dat is wat je bent. Een junkie."

Mijn mond valt half open. "Nou, maar jij bent een kip!"

"Beter een kip dan een junkie."

"Jij bevooroordeelde psycho trut!" Roep ik naar haar uit.

"Oh, dat escaleerde heel snel." Reageert Raf.

"Dames, dames. Rustig aan."

"Serieus, Damian, rot op. Dit is een zussen discussie." Eline kijkt hem boos aan.

Damn, die meid heeft anger issues. Nu ik toch bezig ben kan ik net zo goed even olie op het vuur gooien. "Je hebt geluk dat we zussen zijn, want we zijn zeker geen vrienden."

"Wacht. Zei je nou dat ik geluk heb dat jij mijn zus bent?" Ze laat een schamper lachje horen. "Ik zit hier opgescheept met een machiavellistische, borderline sociopaat als zus. Goh, wat heb ik toch een geluk."

Ik sluit even mijn ogen en ik weet niet waarom maar mijn mond vormt zich tot een gemene grijns. "Je hebt gelijk. Het had beter geweest als we elkaar nooit ontmoet hadden."

Eline kijkt me nu woedend aan. "Was je maar dood gegaan toen Collin je neerschoot."

Ik schrik van haar woorden. "Oké." Knik ik en ik zet een stap naar achter. "Je hebt gelijk. Dat had beter geweest, voor ons allemaal."

Met grote stappen loop ik naar de deur die ik met een klap achter me dichtsla.

Ontspoord!! (Deel 3)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu