Deel 39

1K 43 0
                                    

Wolfs pov
John en Richard zijn aan het overleggen. Mijn gedachten gaan naar Eva. Misschien hebben ze haar ontvoerd of nog erger. Ik weet niet waar ik het lef vandaan haal, maar ik spreek mijn gevreesde gedachten uit. 'Je blijft verdomme met je smerige poten van Eva af!' John haalt een mes achter zijn rug vandaan en loopt naar me toe. Hij drukt het mes tegen de onderkant van mijn kaak aan waardoor mijn hoofd omhoog wordt gedrukt. Ik voel mijn hartslag weer versnellen. 'Zo, meneer heeft praatjes gekregen. Daar moeten wij maar iets aan gaan doen.' Hij kijkt naar Richard. Ik ben bang voor wat er gaat komen. John snijdt een lang stuk van mijn overhemd af. Waar is dat nou weer voor nodig? Maar daar ben ik al snel achter. Richard houdt mijn hoofd stil en John plaatst het midden van de strook stof tegen mijn mond. Het uiteinde knoopt hij achter mijn hoofd aan elkaar vast. Doordat het erg strak zit, moet ik mijn mond open doen om de druk te verminderen. Niet dat dit wel prettig is, maar het is nog altijd beter dan hoe het eerst was. Ik merk nu pas hoe moe ik eigenlijk ben. Het komt waarschijnlijk door de spanning die hier steeds is. Ik laat me via de zijkant van het busje naar beneden glijden.

Eva pov
De tranen lopen over mijn wangen. Ik heb álles gezien. Hoe ze Wolfs behandelen, het is echt verschrikkelijk. Zo graag als ik een tijdje geleden nog wou dat hij hier was, zo graag wil ik nu dat hij hier weg is. Dat wij hier allebei weg zijn.
Wolfs zit tegen het busje aan, zijn hoofd leunt naar achteren. John en Richard lopen naar hem toe. Richard pakt zijn benen en John pakt hem onder zijn armen. Doordat zijn handen nog op zijn rug vast zitten, komen zijn armen nu in een bijna onmogelijk positie. Het ziet er in ieder geval pijnlijk uit. Met zijn benen probeert hij los te komen door ze steeds naar zich toe te trekken en hij probeert te schoppen. Het helpt niks. Ze lopen naar de hoek aan de andere kant van de ruimte en gooien hem daar neer. Hij komt met een smak op de grond terecht. Het lijkt alsof ik een zacht kreunend geluid hoor. Ongetwijfeld komt dat uit zijn mond.
John en Richard stappen in het busje en rijden de ruimte uit. Door de grote deur waar ze uit rijden zie ik dat het een heel groot gebouw is, er is namelijk niks anders te zien dan nog zo'n zelfde ruimte. Ze laten de deur gewoon open, waarschijnlijk hebben ze ergens anders de deuren wel op slot. Maar doordat die nog open staat, is er wel meer licht hier. Aan de ene kant vind ik het fijn dat ik Wolfs nu kan zien, maar aan de andere kant vind ik het echt verschikkelijk om hem zó te zien. Volgens mij heeft hij mij nog niet opgemerkt. Hij heeft het mij tenminste nog niet laten merken. Zachtjes roep ik zijn naam. 'Wolfs.' Hij hoort het niet. 'Wolfs.' Zeg ik nog een keer iets harder.

Wolfs pov
Ik kijk op. Het leek wel alsof ik mijn naam hoorde. Opnieuw. 'Wolfs. In de andere hoek van deze ruimte.' Dat lijkt de stem van Eva wel! Ik kijk in de richting die genoemd is. Dit kan niet waar zijn. Daar zit iemand. Als ik beter kijk zie ik dat het inderdaad Eva is. Met moeite kom ik overeind. Ik strompel haar richting op. Het is waarschijnlijk geen gezicht hoe ik hier loop, maar het kan me niks schelen. Als ik bij haar aankom, zak ik naast haar op de grond. Ze heeft gehuild, dat kan je duidelijk zien aan haar rode ogen. Ze legt haar hoofd op mijn schouder en ik leg mijn hoofd weer op haar hoofd. Het is een tijdje stil, totdat Eva de stilte verbreekt. 'Hoe gaan we hier uitkomen?' Ik wil graag antwoorden dat het wel goed komt, dat er heus wel iemand is die ons zal missen. Maar ik kan niet praten. Ik probeer antwoord te geven door nog dichter tegen haar aan te gaan zitten. Nu voel ik dat over mijn wangen tranen lopen, ik kan ze echt niet meer binnen houden. 'Ooh Wolfs.' Ze kijkt me aan en uit haar ooghoek ontsnapt ook een traan. Ik voel hoe mijn oogleden zwaar worden, en ik val even later in slaap.

Zijn  'vriend' - Flikken MaastrichtTahanan ng mga kuwento. Tumuklas ngayon