Deel 67

977 40 7
                                    

(Het is trouwens 'savonds, voor de duidelijkheid)

Eva pov
'Ga zitten, Wolfs.' Zegt Marion. Wolfs neemt plaats aan tafel en ze schenkt hem een glas cola in. Ik pak voor mezelf een glas water. We zitten net z'n allen om de keukentafel. Het is heel gezellig, iedereen praat met iedereen. Wolfs praat met Luuk. Ze hebben de grootste lol samen. Maar Wolfs weet nog steeds niet dat hij zijn zoon is. Tot nu toe heb ik die situaties kunnen vermijden, maar ik weet niet hoelang dat nog gaat lukken. Het is niet zo dat ik niet wil dat Wolfs het weet, maar ik ben gewoon bang voor zijn reactie. En Luuk denkt daar ook zo over, want ze hebben het er nog niet over gehad. Maar ik besef wel dat hoe langer we wachten, hoe moeilijker het wordt om te vertellen. Een geschikt moment komt niet. Eigenlijk is er nooit een geschikt moment hiervoor, het zal hoe dan ook hard aankomen voor Wolfs. Dit is tenslotte al zijn tweede kind die hij niet heeft zien opgroeien. De stem van Marion haalt me uit haar gedachten. 'Wil jij ook wijn?' Ik schud mijn hoofd. Aan haar stem te horen heeft zij al een paar wijntjes op, ze is al een beetje aangeschoten. 'Wolfs, houd jij wel een beetje in. Je bent net uit je coma.' Zeg ik tegen hem als ik zie dat hij ook een slok van zijn wijn neemt. Hij kijkt me even lachend aan en geeft me kort knikje. Een knipoog volgt, waardoor ik merk dat mijn wangen een beetje rood worden. Gelijk sla ik mijn ogen neer. 'Oja, Wolfs. Nu we het toch over jou hebben. Hoe bevalt het vaderschap?' Vraagt Marion. Ik geef haar een trap onder tafel. Volgens mij hadden we toch echt duidelijk afgesproken dat we dat niet zouden noemen. Maar het is al te laat, want Wolfs kijkt van mij naar Marion en weer terug. 'Sorry?' Hij kijkt me nu vragend aan. Het is helemaal stil, niemand zegt iets. Luuk schraapt zijn keel en Wolfs kijkt gelijk zijn kant op. 'Ik eehm... Jij bent mijn vader.' Wolfs staart hem vol ongeloof aan, wat ik trouwens ook kan begrijpen. 'Wat is dit? Is dit een grap ofzo?' Hij kijkt me strak aan. Langzaam schud ik mijn hoofd. Met een boze blik staat hij op en vertrekt naar boven. Ik wil opstaan en hem achterna gaan, maar Marion houdt me tegen. 'Eva, laat hem maar even.' Met tegenzin laat ik me weer in de stoel zakken.

Na een kleine tien minuten houd ik het niet meer en sta ik toch op. Ik loop de trap op. Wanneer ik al mijn moed heb verzameld, klop ik op zijn deur. Als ik geen reactie hoor, doe ik de deur gewoon open. Hij zit op zijn bed met zijn gezicht in zijn handen. 'Hoi.' Zeg ik. Hij kijkt op en zegt niks terug. Ik loop wat dichter naar hem toe en haal mijn hand door zijn haar. Nu staat hij ook op. 'Is het waar?' Vraagt hij. 'Ja, het is waar.' Hij loopt nu te ijsberen door de kamer. 'Hoe lang wist jij dit al?' Vraagt hij, zijn stem klinkt boos, maar tegelijkertijd ook gebroken. 'Ongeveer 18 dagen.' Fluister ik. '18 dagen! Je wist dit 18 dagen en je hebt er niks over gezegd?!' Hij wendt zijn blik af. 'Wolfs. Het spijt me. Maar ik kon het toch niet vertellen toen je in coma lag. Je mag geen schokkende dingen zeggen.' 'Maar als ik me het goed herinner ben ik al ruim 3 dagen wakker. Jullie hebben verdomme niks gezegd! En waarom zou ik dit trouwens geloven? Ik heb echt niet opeens een zoon.' Hij schreeuwt nu, wat hij niet vaak doet. Dat betekent dat hij nu echt boos is. 'Omdat...' ik durf het bijna niet uit te spreken. 'Omdat we een DNA-test hebben gedaan.' Ik durf hem nauwelijks aan te kijken. 'Jullie hebben wát?' 'Wolfs.' 'Ga weg.' Ik loop naar hem toe en leg mijn hand op zijn schouder. Hij slaat hem af. 'Raak me niet aan en ga weg!' Hij is nu echt woedend en nu doe ik toch wat hij zegt. Zijn woorden kwetsen me. Ik loop zijn kamer uit en sluit de deur achter me. Ik laat me snikkend via de deur op de grond zakken.

Voor degenen die het nog niet wisten: Ik heb een nieuw verhaal, met allemaal kortere verhalen. Het heet 'Flikken Maastricht'.

Zijn  'vriend' - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu