Deel 1

3.3K 61 4
                                    

Eva pov
'Wolfs, Van Dongen! Er is een diefstal in de Waterstraat, en jullie gaan daar naartoe aangezien jullie hier verder toch niks beters te doen hebben.' Hoor ik Frieda Mechels, onze 'baas',  roepen. 'Ja! We zijn al onderweg.' Roept Wolfs. Hij is de man die mij al jaren lang met mijn gevoelens laat spelen, maar volgens mij weet hij er zelf weinig van. En ik ben ook van plan dat zo te houden.
'Een diefstal, dat is wel is wat anders dan een moord.' Zegt hij, terwijl wij naar de auto lopen. 'Jij rijdt.' 'Hoezo?' 'Nou, omdat ik geen zin heb om te rijden.' Zeg ik met een glimlach. Ik zie dat hij ook met een glimlach achter het stuur stapt.
We rijden op een stoplicht af. Deze springt nét op oranje. 'Nou wolfs, nog even gassen en dan kan je nog doorrijden.' Zeg ik, bedoeld als grapje. Maar tot mijn verbazing rijdt hij écht door het net op rood gesprongen stoplicht. 'Jemig, je weet toch wel dat dit een grapje was?' 'Nee.' Zegt hij sarcastisch en met een glimlach op zijn gezicht. Ik zucht, soms kan ik me toch zó irriteren aan die man.

Wolfs pov
Ik zie dat Eva dit niet zo leuk vindt, en ik maak het nog net iets erger. 'Ach, joh. Wij zijn van de politie, wij mogen dat.' Ik zie dat Eva haar kapot ergert aan mij, ze kijkt strak uit het raam, en ze klemt haar kaken op elkaar.
Ik besluit om op een ander onderwerp te komen. 'Overmorgen avond, donderdagavond, wordt Fleur veroordeeld. Kom je ook?' Vraag ik. Ik heb alweer spijt van wat ik een tijd geleden heb gezegd over dat stoplicht gedoe. Nu wil ze vast niet. 'Mwaah, ik zal er over nadenken.' 'Ik zal het fijn vinden als je komt.' Sluit ik af, want we zijn alweer bij het adres aangekomen.
'Goede middag. Ik ben Eva van Dongen, recherche Maastricht.  Dit is mijn collega Floris Wolfs.' Hoor ik haar het bekende riedeltje zeggen,  nadat de deur is open gedaan. 'Hallo, kom binnen.' Zegt een vriendelijk uitziende man.
'Vertel, wat is er gebeurd.' Zeg ik. 'Nou, vannacht rond een uur of twee, misschien iets later, werd ik wakker van gerommel. Toen dacht ik ''het zal wel weer een kattengevecht zijn op het dak ofzo'' en ik besloot toen geen aandacht aan het gerommel te besteden.' 'Hoezo kattengevechten?' Vroeg Eva. 'De buren hiernaast hebben katten, en die hebben voortdurend ruzie.' Antwoordde hij. Ik keek Eva even aan en ze knikte, zij wwil ook even bij die buren langs.
'Koffie?' Wij schudden beide ons hoofd. 'Maar eeh... waar was ik?' Ging hij verder. 'Bij geen aandacht besteden aan de kattengevechten.' 'Oja, ik was dus van plan om weer verder te slapen. Even later hoorde ik weer iets, maar ik wist toen zeker dat het níet van het dak kwam. Ik deed een lamp aan in de gang en toen hoorde ik hele snelle voetstappen, volgens mij richting de tuin. Toen ik beneden kwam zag ik dat heel veel laatjes en kasten open waren. De achterdeur stond ook op een kiertje.' 'Zouden wij die deur even mogen zien?' 'Jawel, loopt u maar even mee.'
Toen wij de deur hadden gezien, rondde de man zijn verhaal af. Wij lopen weer terug naar de auto.
Ik hoor dat mijn mobiel trilt.
'Hé klootzak. Nog steeds bij de recherche? Dat zal niet lang meer duren!'  Staat er. Ik keek, licht geschrokken op of ik een verdacht iemand zag staan. Eva zag het. 'Van wie was het berichtje?' 'Ooh, van niemand. Gewoon een oude vriend.' Ik had werkelijk geen idee van wie het was.

Zijn  'vriend' - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu