Deel 59

924 38 4
                                    

Eva pov
Terwijl wij, ik en Simon, Luuk wat privacy gunnen, zitten we naast elkaar in de wachtkamer. Het valt me op dat hij lang niet zo open is als Luuk. Als je Luuk een tijdje kent, dan kan hij echt minutenlang achter elkaar praten zonder te stoppen. Met Simon is dit heel anders. 'Jij bent toch de broer van Marloes?' Ik probeer een soort gesprek te beginnen. Hij knikt. 'Ja, klopt. Ik was best wel close met haar. In tegenstelling tot mijn jongere broertje. Hij kon echt agressief zijn, zonder reden.' Ja, vertel mij wat. 'We waren vroeger dus met z'n drieën thuis, als kinderen, maar Daan had bijna nooit vrienden bij zich. En als hij wel vrienden bij zich had, dan waren dat meestal foute vrienden. Ze handelden in drugs. Ik had al zo vaak gezegd dat hij die zooi moest laten liggen. Hij heeft ook wel geluisterd, maar behalve dat hij stopte met de handel in drugs heeft het verder niet geholpen.' Ik knik als teken dat hij verder moet gaan. 'Volgens mij hield hij wel van ons, van mij en mijn zusje, maar hij liet het op een totaal andere manier blijken. Ik en Marloes waren allebei rustig maar hij, tsja, wat zal ik zeggen. Hij was er meer om ons fysiek te beschermen. Als Marloes of ik getreiterd werden door vervelende jongeren dan was hij er. Hij wilde altijd al wraak op alles en iedereen dat ons leven misbruikte en verziekte, en dat is volgens mij nooit meer weggegaan. Op dat moment was ik er blij mee, maar achteraf als ik eraan terug denk, dan weet ik dat het nooit zo had mogen zijn. Toen hij het huis uit ging heb ik het contact zo goed als verbroken. Met verjaardagen kwamen we nog wel, maar verder spraken we niet meer af. Ik had er niet veel problemen mee. Wij waren nooit echt goede maatjes, we hadden geen band zoals ik dat wel met Marloes had. Een korte tijd nadat we allebei op ons zelf woonde, ontmoette ze John. Hij was rechercheur. Ze pastte goed bij elkaar. Maar Marloes vertelde tegen mij dat ze een relatie had met John's werkpartner, Wolfs. Ik en Wolfs hadden elkaar één keer ontmoet. Marloes wou dat ik wist over wie ze had over had, als ze tegen mij over hem praatte. Ze schaamde zich er voor, tegenover John. Ik was de enige die het wist, en Wolfs zelf natuurlijk. Ze vertrouwde erop dat die informatie bij mij veilig was. Dat was ook zeker zo. Ik heb het nooit aan iemand verteld. Volgens mij een klein jaar hadden Wolfs en zij een relatie, totdat Wolfs werd overgeplaatst. Ze hadden elkaar nooit meer gezien, vertelde ze me. Ze had vreselijk om hem moeten huilen, maar het ging over. Zeker nadat het bleek dat ze zwanger was. Haar zoontje, Luuk, was geboren. Maar John vertrouwde het op de een of andere reden niet en liet een DNA-test doen. Uit de uitslag bleek dat het zijn zoontje helemaal niet was, maar die van Wolfs. Hij was woedend. Hij vertelde me dat hij niet langer voor Luuk wilde zorgen. Zonder overleg met Marloes bracht hij hem bij mij. Het maakte mij niet uit, ik was gelukkig. John dreigde dat hij een kogel door mijn kop zou schieten als ik het aan Marloes zou vertellen. Ik was doodsbang en heb het voor mezelf gehouden. Dat had ik beter niet kunnen doen, want een paar dagen daarna pleegde Marloes zelfmoord door van een gebouw te springen. Het was alsof mijn hele wereld instortte. John heb ik nooit meer gesproken. Ik voedde Luuk op alsof het mijn zoon was. Ik leerde hem praten, lopen, lachen, alles eigenlijk. Hij leidde een heel normaal leven zoals elke jongen. Maar toen hij een jaar of 8 was begon hij met vragen stellen, over zijn moeder. Ik had gezegd dat als hij wat ouder zou zijn, dat ik dan alles zou vertellen. Op de dag na zijn twaalfde verjaardag vond ik dat hij oud genoeg was om alles te begrijpen. Hij had het in eerste instantie wel vreemd gevonden, maar hij had het er niet echt moeilijk mee. Hij wou gelijk opzoek naar zijn echte vader. Maar ik wist bijna niks van hem, behalve dat hij Wolfs heet en rechercheur is. En ik had hooguit één foto van hem, waar hij samen met Marloes op staat. Dus die zoektocht was al vrij snel opgehouden. Totdat we Wolfs op het nieuws zagen met jou. We wisten al bijna gelijk wie hierachter zat. En ja, de rest die weet je.' Ik knik.
Wow, het klinkt allemaal nogal heftig. Ik heb aandachtig geluisterd, ik heb geen één woord gemist. Dit hele verhaal komt voort uit 1 vraag die ik stelde. "Jij bent toch de broer van Marloes?" Hij beantwoorde deze vraag door bijna zijn hele levensverhaal te vertellen. Het moet allemaal een beetje op me inwerken. De gedachte dat hij Wolfs al langer "kent" dan ik voelt vreemd. Maar daar is niks aan te doen. Ik heb nog helemaal geen reactie gegeven op zijn verhaal. Ik leg mijn hand op zijn schouder als teken van steun. Luuk komt de kamer uit. Ik sta op en loop naar hem toe. 'Hoe ging het?' 'Wel goed, opzich. Maar hij is nog steeds niet wakker.' Niet dat ik dat wel had verwacht, maar het is toch een soort teleurstelling. 'Ik ga nu naar binnen. Wachten jullie hier?' Hij knikt. Ik stap de kamer binnen en sluit de deur achter me.

Nogal saai deel, I know. Maar saaie delen moeten er ook zijn;-)

Zijn  'vriend' - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu