Hoofdstuk veertien

4 1 0
                                    

Ik heb geen idee waar de werkkamer van de Koning is. Ik kan inmiddels redelijk mijn weg vinden in het Paleis, maar het kantoor van Aiden zou ik niet kunnen vinden. Ik weet eigenlijk niet eens of Aiden wel een echte werkkamer heeft. Ik weet ook niet zeker of Aiden nu in zijn kantoor is. Aiden kennende is er een grote kans dat hij aan het werk is. Hij is altijd al een beetje een workaholic geweest. De bibliotheek voelde als een logische plek om te beginnen met mijn zoektocht. Alleen is de grote ruimte voor me helemaal leeg. Ik heb geen idee waar ik hem anders zou moeten zoeken. Aiden was niet in de woonkamer, de zitkamer, de eetzaal, of de keuken. Nadenkend loop ik de bibliotheek weer uit.

En bots tegen iemand op.

Het duurt even voordat ik van mijn schrik ben bijgekomen en snel een paar stappen achteruit doe. De Nigrum lijkt even geschrokken als ik. Ik was niet de enige die in zijn gedachten was verzonken.

'Sorry'. De verontschuldiging is het enige wat ik weet uit te brengen.

'De fout ligt toch echt bij mij, juffrouw Korentall.' De Nigrum praat met een subtiel Frans accent wat ik meteen herken.

'Sebastien! Uhm... Ik bedoel La Frôle.' Nigrum in uniform horen niet bij hun voornaam genoemd te worden. Dat is één van de vele regeltjes die ik hoor te kennen.

Ik bekijk Sebastien eens goed. Hij ziet er toch verrassend anders uit in zijn uniform. Door de lange jas en het masker is hij bijna niet te herkennen als de jonge man met wie mijn oom en ik afgelopen donderdag thee hebben gedronken. Als hij niets had gezegd, had ik hem niet herkend.

Sebastien bukt en pakt het in blauw papier verpakte pakje op wat ik van schrik had laten vallen. 'Nogmaals mijn excuses dat ik u zo heb laten schrikken, juffrouw Korentall.'

Ook Sebastien moet zich aan bepaalde regels houden als hij in uniform is. Het is hem en alle andere Nigrum verboden mij en andere leden van de Koninklijke Familie bij hun voornaam te noemen. Normaal gesproken is Sebastien helemaal niet zo formeel en ik moet even wennen aan de nieuwe toon.

'Het is niet erg. Het gebeurt ons allemaal wel eens dat we niet zo goed opletten.'

Sebastien trekt de strik op het pakje recht. 'Dus wie is de gelukkige?' Hij geeft het pakje aan me terug.

Onwillekeurig begin ik te blozen. 'Het is voor de Koning. Een laat verjaardagscadeau.'

'Oh.' Dat had hij duidelijk niet verwacht.

Mijn gezicht wordt nog roder. 'Maar over de Koning gesproken. Weet je misschien waar ik hem kan vinden?'

'Natuurlijk. Zijne Majesteit is in zijn werkkamer.' Met een glimlacht op zijn gezicht loopt hij voor me uit. Even verderop bij de bibliotheek gaan we een gang waarvan ik niet wist dat hij er was. Aan het eind van de gang stopt hij voor twee grote deuren. 'Hier is het. Als u even aanklopt, weet ik zeker dat Zijne Majesteit tijd voor u vrij kan maken.'

'Dankjewel.'

Sebastien knikt. 'Tot uw dienst. Helaas moet ik nu weer verder. Tot snel.' Sebastien verdwijnt weer de lange gangen van het Paleis in..

Ik haal een keer diep adem voordat ik naar deur toe loop. Ik heb lang nagedacht of ik het cadeau nog aan Aiden zou geven. Na het gedoe op zijn verjaardag was ik blij dat ik het even kon uitstellen. Contact zoeken blijft lastig. Hij is zo anders tegenwoordig. Maar ik geef nog meer om hem dan verwacht. Dat is me vorige week wel duidelijk geworden.

Soms lijk ik door de façade van de Zwarte Koning nog een glimp opvang van Aiden zoals ik hem kende. Ik zie het in de kleine dingen. Zoals dat hij tijdens het eten nog altijd begint met de groente en het vlees, het lekkerste, tot het laatst bewaart. Zoals dat hij nog steeds het hardste kan lachen om zijn eigen grappen. Maar als hij met mij praat, lijkt er alleen ruimte voor de Zwarte Koning.

Schim achter de Kroon (Vilori #1)Where stories live. Discover now