Hoofdstuk vier

8 3 0
                                    

De kamer is onverwachts ruim. Tijdens mijn tour door de verschillende gebouwen van de Campus zijn Kendrick en ik langs meerderde kamers gekomen. Geen van die kamers was zo groot als degene voor me. De kamer is ingericht voor twee personen. Alleen hadden hier met gemak drie mensen kunnen wonen.

Als ik verder de kamer in loop, zie ik dat mijn kamergenote en ik zelfs onze eigen badkamer hebben. Ik wist niet eens dat dat kon. Tijdens de tour vertelde Kendrick dat hij een badkamer deelt met vijf anderen. Ik was al verbaasd om een klein keukentje te zien, maar met iedere stap die ik verder naar binnen zet, valt de luxe van de kamer me meer op. Twee ruime bureaus, twee grote kasten en twee tweepersoonsbedden. Het is niets vergeleken met het simpele meubilair in de kamers van de andere studenten.

En het is juist de luxe van de kamer die me irriteert. Voordat ik net wegging uit het paleis drukte de Koning me op het hart dat ik niemand mocht vertellen dat hij mijn Tutor is. Dat zou te veel gedoe opleveren. Tot nu toe heeft hij het allemaal een beetje in de doofpot kunnen stoppen en dat wil hij graag zo houden. Ik moest me gedragen als een normale student. En mocht iemand naar mijn ernaar vragen, dan moest ik zeggen dat mijn oom mijn Tutor was en dat ik de weekenden bij hem doorbreng.

Aiden wil dus dat ik de schijn op hou dat ik een normale studente ben, maar vervolgens geeft hij me wel één van de meest luxe kamers op de Campus. Tot zover zijn hulp bij mijn 'act normal' act.

Ik zucht en gooi mijn jas op het bed waarvan ik aanneem dat het van mij is. Mijn hoofd klopt en ik moet mijn irritatie kwijt, dus begin ik mijn deel van de kamer opnieuw in te richten. Ik verschuif het bureau wat, zodat er wat meer ruimte tussen het bed en het bureau zit. Ik leg het pastel roze vloerkleed van mijn kamergenote op een andere plek. Ik verschuif de kast wat. Ik doe de gordijnen verder open. Al vrij snel komt ik toch tot de conclusie dat er niet veel meer is wat ik kan doen qua herinrichten.

Ik plof op de bureaustoel. Ik weet niet goed wat te doen met mezelf. Ik ben uitgeput van het gedoe van vandaag, geïrriteerd door Aiden en onrustig door mijn gave. Ik ben niet meer gewend aan de constante drukte in mijn hoofd. Mijn kast inruimen bleek ook niet meer te hoeven. Toen ik hem net opendeed, lag mijn kleding al in keurige stapeltjes op de planken en bungelden mijn lievelingsjurkjes aan de hangertjes. Te zien aan het kleine deel van mijn persoonlijke spullen wat hier in de kamer staat, moet mijn moeder geholpen hebben met inpakken. Er staan spullen waarvan een vreemde nooit had kunnen weten dat ik ze nodig zou hebben.

Ik mis haar. En mijn broer. Ik wil ze eigenlijk bellen, maar ik weet niet wat ik tegen ze zou moeten zeggen. Sorry?

Waarschijnlijk dat. Sorry dat ik jullie heb achtergelaten? Sorry dat ik het allemaal niet meer aan kon en daarom te benen heb genomen? Sorry dat ik een teleurstelling ben? Sorry dat ik pappa heb teleurgesteld? Sorry dat ik nu hier zit en jullie daar?

Sorry dat ik niet bij jullie ben.

Toen ik naar Amsterdam ging, was ik zo zeker van mijn keuze. Amsterdam was dé plek om te verwerken dat Aiden plotseling weer onderdeel van mijn leven wilde zijn. En het was een plek waar ik toch een beetje dichtbij mijn vader kon zijn. Het was de favoriete stad van mijn vader en ik had er alleen maar fijne herinneringen aan. Maar nu weet ik zeker dat het heel egoïstisch was om mijn familie achter te laten. Mijn moeder en mijn broer waren mijn vader al kwijtgeraakt en nu ging ik ook nog weg. Mijn eigen verdriet was even belangrijker dan dat van mijn moeder en mijn broer.

Met tranen in mijn ogen kijk naar de familiefoto die iemand op mijn bureau heeft gezet. Pappa, mamma, mijn broer Terrence en ik op onze veranda op een warme zomeravond. Wat zou ik veel geven om weer terug te kunnen naar die tijd, waar we nog met zijn allen waren. Toen was alles nog zo simpel. Toen was pappa nog bij ons.

Schim achter de Kroon (Vilori #1)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu