Hoofdstuk 8: Davids verlossing

0 0 0
                                    

Davids ogen stonden groot en keken haar geschokt aan. "Je energie..." zei hij verward. Jenny zette haar tanden op elkaar. Het maanlicht wist haar snel weer op krachten te brengen. Ze liet haar energie met moeite weer stromen en zag de felgele gloed weer over haar lichaam trekken. David liet haar wat geschrokken los. "Maar hoe...? Het was net groen?" Hij knipperde verward met zijn ogen alsof hij het zich verbeeld had. Ze had er misschien nog mee kunnen wegkomen.

"We moeten gaan." Zei ze kortaf. Het was niet gelogen. De maan kon haar wel weer wat kracht geven, maar dat wilde niet zeggen dat ze ineens weer uren kon doorvliegen. Ze moest naar huis en snel. Ze schoot naar voor. Ze keek nog even achterom naar een verdwaasde David voor hij zijn hoofd fronsend schudde en achter haar aan vloog. Heel even kwam de gedachte in haar op om hem gewoon te laten denken dat het zijn verbeelding was geweest. Tot het vlammetje in haar borstkas zich ineens weer wilde laten merken en haar energie opnieuw begon te verkleuren. Ze vloekte binnensmonds toen ze David weer met grote ogen zag kijken.

"Hoe kan dat?" vroeg hij.

Ze keek naar haar gloeiende handen en balde deze tot vuisten. "Een afscheidscadeautje van het wetenschapscentrum." Antwoordde ze. Ze zag David naast haar vertragen. Ze vertraagde mee en keek vragend achterom. Zijn gezicht leek wel bleek te worden.

"David?" vroeg ze voorzichtig. Hij kwam tot een volledige stop en liet zich naar de grond zakken. Ze volgde zijn voorbeeld dan maar.

Ze waren de bergen ondertussen al volledig voorbij. Ze landden ergens in het midden van de velden. Eenmaal op de grond liet David zijn energie volledig zakken en staarde haar aan. Jenny liet haar energie ook zakken. Hij bleef haar aanstaren alsof hij een spook gezien had. Ze voelde haar wangen rood worden. Zou hij weten dat het gedeeltelijk zijn energie was?

Daarna wendde hij zijn blik af en staarde naar de ondertussen donkere, helderblauwe lucht. De sterren lieten hun aanwezigheid duidelijk merken en de maan wierp een zwakke gloed over het landschap

"Ik heb er echt een zootje van gemaakt, hè." Een flauw glimlachje speelde op zijn lippen. Maar er klopte iets niet. Zijn normaal zo nonchalante houding leek te ontbreken. Zijn ogen stonden zacht en voor het eerst vond ze hem er zeer kwetsbaar uitzien. Ze keek hem vragend aan. "Hoezo?"

Hij draaide zich naar haar om en ze kon de tranen zien die schuil gingen achter zijn glimlach. Ze keek hem geschrokken aan. Ze had hem zo nog nooit gezien.

"Ik had gehoopt het te kunnen oplossen. Ik dacht..." Hij wendde zich weer af en staarde weer naar de lucht. "Ik dacht dat ik dit best in mijn eentje kon oplossen zodat jij en Aida ver uit de vuurlinie zouden kunnen blijven."

Ze keek hem fronsend aan. Ze deed haar mond open om iets te zeggen, maar er kwam geen geluid uit.

"Ik heb me nooit teveel van de oorlog aangetrokken. Ik wist er wel een beetje van. Ik wist dat er nog steeds mensen joegen op de energiewezens. Maar die groep was zo vreselijk klein geworden aangezien de energiewezens praktisch uitgeroeid waren, dat ik me niet teveel zorgen maakte." Hij zuchtte.

"Maar toen kwam jij ineens op school aan, helemaal van slag. Niet dat ik me daar zorgen over maakte aangezien je wel eens kan overdrijven."

Ze kneep haar ogen samen, maar voordat ze iets kon zeggen, ging hij alweer verder.

"Maar toen kwam Tony ineens aanzetten met die waarschuwing dat we onze krachten niet meer mochten gebruiken. Ik wist wel als hij zou dreigen je weg te halen, dat het serieus moest zijn. En dan begonnen jij en Aida aan dat onderzoek."

Hij grinnikte en keek naar de grond. "Ik wist dat je niets zou vinden. Vhalir is zo zeldzaam geworden. Maar aangezien jullie er allemaal zo bezorgd om waren en aangezien het leek dat de dreiging vrij reëel was, dacht ik zelf eens wat te gaan uitzoeken. De beste manier die ik kon bedenken was mijn vader..."

Nieuwe KrachtWhere stories live. Discover now