11. Philip (niet Phil) de Abercrombiebroer

130 14 4
                                    

Als ik de volgende ochtend het slaapzand uit mijn ogen heb gevreven, zie ik dat Isa's bed leeg is. Met enorm veel moeite reik in m'n hand uit naar de grond om mijn mobiel te pakken. Mijn ogen doen pijn van het felle scherm, hoewel er al strepen licht door de zwarte gordijnen heen schijnen. Half negen. Het is zomervakantie! Wat een vroege vogel.

Morrend sleep ik mezelf uit bed, om vervolgens te zien dat de rest van de bedden in de bunkers ook leeg zijn. Waar is iedereen?

Klop klop. 'Noah?'

Niemand antwoordt. Ik ga de deur door. Maar pas als ik de keuken doorloop en terloops een koekje meepak, zie ik wat er gebeurt. Ze zitten met z'n allen aan de fastfoodtafels, op de bank en aan het bureau van mijn vader. Jonas, Lenny, Laura, Day, Dusk, Puck, Noah, mijn ouders, de moeder van Noah, de andere crewleden. Ze lijken allemaal te praten tegen iemand die ik niet kan zien door Lenny's dikke hoofd. Langzaam kom ik dichterbij. Noah kijkt om en ziet mij in m'n gestreepte pyjama met wollen sloffen. 'Dawn!' wenkt hij.

Mijn vader kijkt opzij. 'Dawn!' buldert hij. 'Kom eens hier, er is iemand aan wie ik je wil voorstellen.'

Ik frons. 'Nog iemand die erbij komt? Hebben we niet te weinig bedden, dan?'

Mijn vader maakt een wegwerpgebaar. 'Niks daarvan. Als Puck bij Noah in de kamer slaapt hebben we precies genoeg bedden.' Hij lijkt niet te zien dat Noah achter zijn rug zijn wenkbrauwen optrekt. Ik schiet in de lach.

De crewleden die mijn zicht blokkeren, doen een stap opzij. En wat daar zit...

'Dawn,' zegt Isa plechtig, 'ontmoet mijn grote broer Philip.'

Mijn mond valt open. Voor mij staat de knapste jongen die je je maar kunt voorstellen. Hij heeft een sterke kaaklijn, donkerblauwe ogen, een rechte neus en dunne lippen. Hij heeft donkerbruin haar, dat vroeger rood was. Dat zie je gewoon.
Zijn schouders zijn wat smal, maar dat staat hem. Zijn donkerblauwe overhemd is niet helemaal dichtgeknoopt, wat ontzettend sexy staat. Verder draagt hij een zwarte spijkerbroek (geen onderbroek zichtbaar) en donkerrode Vans. Hij heeft een soort snob-achtige uitstraling, een soort hooghartigheid die tegelijkertijd gemixt is met een twinkeltje in z'n ogen waar ik de mijne maar niet kan afhouden. Vragend kijkt hij me aan.

'Eh - ik ben Dawn,' stamel ik.

'Dat weten we,' antwoordt Puck.

Hij lacht naar het broertje van Noah. Hij showt precies de juiste hoeveelheid tandvlees en zijn tanden zijn stralend wit en rond aan de onderkant. De huid rond zijn mondhoeken rimpelt. Ik moet even knipperen om me te concentreren op het gesprek.

'Philip,' zegt hij. Hij lijkt net een Abercrombiemodel.

'Leuk je te ontmoeten, Phil,' zeg ik speels.

Hij kijkt me aan. Ik schrik een beetje van zijn blik: hij vindt het helemaal niet grappig, er zit een soort ijzigheid in zijn blik, een arrogantie die ik niet kan plaatsen.

'Philip,' herhaalt hij, 'niet Phil.'

Ik knik kort en maak dat ik wegkom. Zodra ik me omdraai, echter, voel ik een vlaag van aantrekkingskracht tot hem, zijn kortafheid is weggevlogen in de wind. In gedachten verzonken laat ik me op een van de fastfoodbanken ploffen.

'Zo, jij bent verliefd.'

De stem van Day laat me opschrikken uit mijn dagdroom. 'Helemaal niet!' roep ik verontwaardigd, hopeloos proberend de roodheid uit mijn wangen weg te laten trekken.

'Je bloost.'

Weg, stomme bloos, WEG!

'Het is hier gewoon warm, oke? Ik ben niet verliefd. Heb je soms gezien hoe arrogant hij is? Laat me gewoon alleen.' Ik kijk demonstratief een andere kant uit.

'Prima,' zegt Dusk, 'maar dan zul je de versieringstips die we je wilden geven missen.'

'Hoef ik niet! En trouwens, jullie zijn tien jaar! Waarom weten jullie meer van iemand versieren dan ik? Ik ben zestien!'

'Tja,' zegt Day nonchalant, 'wij zijn nou eenmaal in veel dingen goed.'

'Ja,' stemt Dusk in, 'we komen uit de Renaissance.'

'Hoezo de Renaissance?'

Day werpt een verwaande blik op zijn broertje. 'Zoooo voorspelbaar.' En ze benen weg, zoals ze altijd doen.

'Wat heeft de Renaissance hiermee te maken?' roep ik hen tevergeefs na. Ik slaak een zucht en loop naar Isa.

'Hé, Dawn!' begroet ze me. Ugh, ik vind haar nog steeds niet aardig.

'Zeg,' begin ik op m'n aardigst, 'wat doet je broer hier eigenlijk?'

'Hij studeert filmografie en ik heb hem gevraagd om met mij mee te gaan op tour, om misschien voor de montage wat te doen. Phil en ik zijn onafscheidelijk, dus hem niet meenemen op deze tour was geen optie voor mij. En natuurlijk was het helemaal prima met je vader, dus ik was zo blij toen hij zei dat 'ie meemocht.'

Philip, herhaal ik in mijn hoofd, niet Phil.

'Maar,' zeg ik, 'je weet toch dat het programma live wordt gepresenteerd door ons? Er komt geen montage in voor.'

'Dat weet ik, maar je vader is van plan om tussendoor de cameracrew ook in te schakelen en dat Phil daar dan wat van maakt, als een soort reality-show-aflevering.'

Ik trek een wenkbrauw op. 'Daar heeft hij me niets over verteld.'

'Het was ook niet de bedoeling dat iemand het wist.'

Ik zucht boos. Waarom kan mijn vader me niet gewoon inlichten? Toen Isa voor de deur stond heeft hij me ook pas de dag van tevoren ingelicht. Waarom doet hij dat? Vertrouwt hij me soms niet? Denkt hij dat als hij dingen te vroeg aan me vertelt, dat ik dan roet in het eten gooi? Dat hij het zo laat mogelijk aan mij voorstelt en dat ik er dan maar mee akkoord moet gaan? Maar ik ben zijn dochter. Hij houdt toch van me?

'Wacht even,' onderbreek ik Isadora's ellenlange verhaal over leven met haar broer, en been weg. Op naar m'n vader.

'PAAAAAP!'

Ik zie hem kijken. Oh, god, wat nu weer. Maakt niet uit. Ik ben boos.

'Dawn, ik snap dat je boos bent (of eigenlijk niet, waarom ben je nu weer boos?), maar we zitten hier in een bus. We zitten met z'n allen op elkaar geplakt, misschien (gewoon een voorstel) kun je proberen ietsjes zachter te praten? Ik weet niet hoor, ik zeg ook maar wat, maar dat zou heel fijn zijn voor ons gehoor, en -'

'Waarom vertel je me nooit wat?' val ik hem beschuldigend in de reden. 'Je vertelt alles pas op het laatste moment! Isadora staat voor de deur, en je vertelt het me een dag van tevoren. En nu krijg ik te horen dat er nog iemand mee komt touren, terwijl hij al bij ons aan tafel zit! En iedereen wist er gewoon van! Wat ontzettend oneerlijk, pap.'

Hij zucht diep en legt zijn hand op zijn voorhoofd. Logisch, ik heb hem net gedist. Dat zou ik ook doen als ik gedist was door m'n dochter.

'Dawn, kan dit niet een andere keer?'

'Wanneer, pap? Wanneer?' vraag ik me gefrustreerd af. 'Als het aan jou ligt komt er nooit een andere keer.'

'Dawn -'

'Nee,' onderbreek ik hem ruw. 'Het hoeft niet meer. Ik ben in de bunkers, mocht je me niet zoeken.'

@Dawnnx: Welkom op tour, Philip (niet Phil)! Zin in de zomervakantie met jou en @IsadoraColeman! :)

-----

Hallooo!

En nog een nieuw lid aan boord van de SS Noah de Groot! En niet zo'n heel lelijk lid ook! Is hij oké of is hij echt zo'n snob? We zullen het merken >:)

Als jullie nog spelfouten, verkeerde logica, grammaticale fouten en rare werkwoorden zien: alsjeblieft zeggen! Daar doe je me een groot plezier mee!

En niet vergeten te voten als je dit hoofdstuk leuk vond! En laat ook een reactie achter! Alvast bedankt :)

Xx shoss

On Tour with NoahWhere stories live. Discover now