Hoofdstuk éénenveertig:

886 40 0
                                    

POV Heather

Mijn hoofd zoemt. Ik heb het koud. Het stinkt hier naar de ijzeren geur van bloed, poep en plas. 

Ik ga rechtop zitten, maar wordt recht in mijn gezicht weer op de grond geschopt. Twee handen grijpen me vast en hijsen me onder mijn oksels omhoog. Een derde hand grijpt mijn kin vast, en ik dwing mezelf om mijn ogen te open. 

Degene die me in mijn gezicht schopte heeft me sowieso een gebroken neus gegeven.

Ik open mijn ogen en kijk recht in het gezicht van Eric. Hij glimlacht gemeen en zegt wat, maar zijn lippen gaan te snel om te kunnen volgen. 

Ik word weer op de grond gesmeten en ik zak als een hoop zand in elkaar. Ik zie Eric en zijn broer, mijn voormalige Alpha, lachen voordat ze me verlaten.

Ik kijk nu om me heen en zie dat ze me in een cel gestopt hebben. Ik ben dus niet dood. 

Mijn hoofd doet pijn en mijn rug doet zeer. 

Instinctief leg ik een hand op mijn buik. Het voelt niet alsof er iets mis is met de baby. 

Ik haal diep adem en kruip weer omhoog. Ik loop, zo goed als ik kan, naar het tralies en grijp het vast. Ik zie andere cellen, sommige leeg, anderen gevuld met zwak uitziende mensen. Ze zijn mager, met geen of kapotte kleding. 

Ik herken deze cellen. 

Ik ben in de kerkers van de Mooncrust Pack. 

Alweer. 


Uit frustratie schreeuw ik een geluidloze schreeuw en schop ik woedend tegen een muur aan. 

Ik voel dat ze me verdoofd hebben met wolfsbane, maar dat houd me niet tegen om ontzettend boos te kunnen worden. 


POV Alex

"Raad eens, Alpha." lacht Eric terwijl hij mijn cel binnen komt lopen. 

"We vonden je mate terwijl we je pack bestormden. Ze probeerde te vluchten, maar kwam net niet over de grens." hij grinnikt gemeen. 

Ik kijk op. "Waar is Heather?" vraag ik met een schorre stem. 

"Gewoon hiernaast, Alex Black." hij maakt een gebaar met zijn hand naar de linkermuur van de cel, waar Heather achter moet liggen. 

Ik wilde niet geloven dat zij het was. Ik kruip omhoog en ren naar de muur toe. "Heather! HEATHER!" schreeuw ik zo hard als ik kan. 

"Doe maar geen moeite, bespaar je stem. Ze is doof, weet je nog? Ze kan je niet horen." lacht Eric. 

Woede borrelt op in mijn onderbuik. 

"Daarbij, nu is ze weer precies waar ze hoort te zijn. Thuis." zegt hij achteloos. 

Ik vlieg hem aan, maar ik ben te zwak door de wolfsbane en hij weert me af met één goede klap tegen mijn kaak. 

"Je bent niks meer van de Alpha die je ooit beweerde te zijn. Ik heb je pack, je mate, je bèta. Ik ga je kapot maken." Eric lacht, bijna als een psychopaat. 

Hij verlaat mijn cel zonder wat te zeggen. 

Langzaam kruip ik terug naar de muur en klop een herhaaldelijk deuntje. 



My Deaf Mate (Voltooid)Where stories live. Discover now