Hoofdstuk 31: Signalen

339 32 48
                                    

Feline

Toen het teken van Kitsune kwam, was ik, zoals iedere dag, aanwezig in de ziekentent. 

Omdat ik niet iedere dag op dezelfde taken werd ingedeeld, was het vandaag de dag dat ik mij over het papierwerk mocht buigen. Ik zat achter het bureau, wat enigszins afgezonderd lag van de kermende, stervende krijgers. Door de pijlenregens van een paar dagen terug waren veel krijgers gewond geraakt of gesneuveld. Het was aan degene van de administratie om al die namen te noteren. We hadden een blauw boek voor zij die werden opgenomen in de ziekentent. Naam. Dimensie. Dag van opname. Reden van opname. Dag van ontslag of overlijden.

En dan was er een zwart boek. Waar die voor was, sprak voor zich. 

Alles werd dusdanig nauwkeurig bijgehouden, dat het een flinke uitdaging was om het allemaal op te schrijven. De namen van de slachtoffers waren zo snel neergekrabbeld dat de papieren onder het vuil of bloed zaten. Of de namen waren zo onduidelijk geschreven dat ik moest proberen te achterhalen wie het nou precies was. 

Met ieder blaadje dat ik omdraaide, hoopte ik dat ik geen bekende namen tegen zou komen. Desalniettemin deden alle verliezen pijn. En die van de achtste dimensie misschien nog net iets meer. Met welk van die soldaten, van wie ik de naam simpelweg niet had geweten, had ik eens samen gevochten? 

De rij van namen in het zwarte boek werd steeds langer. Mijn hand werd steeds krampachtiger. Het werd buiten steeds donkerder. 

Ik reikte naar de olielamp op het bureau, vastbesloten om de lijsten van gisteren in ieder geval vandaag nog weg te werken, toen ik mij realiseerde dat er iets niet klopte. Het leek alsof ik uit mijn trans ontwaakte en toen ik opkeek zag ik de verplegers naar de opening van de tent lopen. Er werd flink geroezemoesd. Ondertussen werd het steeds donkerder. 

Fronsend ontstak ik de olielamp en stond ik op. 

Het werd stikdonker in de tent. In het voorbijgaan zag ik hoe andere olielampen ook werden ontstoken. En toen realiseerde ik mij waarom dit zo vreemd was.

Het moest ergens rond het middaguur zijn. 

Voorzichtig wurmde ik mij langs de verplegers op en stapte ik naar buiten. Het vuur bij de leiderstenten brandde fel. De vlammen rezen ver de lucht in. In het kamp werden langzaam maar zeker ook de andere kampvuren weer aangestoken. De strijdkreten van het slagveld in de verte waren grotendeels weggestorven. Toen ik omhoog keek, staarde ik naar een pikzwarte lucht. Geen nachtelijke duisternis, maar onnatuurlijke leegte. 

Ik voelde een hand op mijn schouder en in het licht van mijn lantaarn zag ik Elianna. 

'Is dit het teken waarop we wachtten?' vroeg ze. 

Buiten het grootste deel van onze soldaten, gingen er ook veel artsen en verplegers mee. De aanval zou er eentje zijn waarbij we zeer waarschijnlijk veel mensen zouden verliezen. Ondanks dat we het voordeel van de verrassing hadden, waren we in veel opzichten in ons nadeel in Desha. Maar we moesten wachten op het teken. 

Toen ik Kitsune's nabijheid voelde, wist ik het zeker. Dit was ons teken. 

Ik knikte. 'Verzamel iedereen die mee kan en wil.'

Elianna knikte en verdween in de duisternis. 

Ik streelde langs de wederhelftband.  Het is tijd.

Ik geef het signaal en kom eraan,  antwoordde Jurian vrijwel meteen.

Naar het slagveld turend liep ik iets verder weg van de chaos van de ziekentent. Wat Kitsune precies had gedaan, het had precies het gewenste effect. 

The Chosen Ones [NL]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu