Hoofdstuk 3: Dimensies

402 45 6
                                    

Jurian

Het moest ergens tegen het einde van de ochtend zijn. De koele lentebries kwam de kamer binnen gedwaald. Ze droeg het geluid van vogelgezang met zich mee. Het ritselen van de bladeren. De start van weer een lange dag.

Het was tijd om naar huis te gaan. 

Mijn hand dwaalde naar de koude plek aan de andere kant van het bed. Zes maanden waren voorbij gevlogen. Het was een ware achtbaan geweest. Met de dag nam de chaos toe. 

De eerste dimensie was niet meer de plek van puur licht. De inwoners waren niet langer meer zorgeloos. Armbanden waren verwijderd, zodat de inwoners zichzelf konden beschermen tegen de verschrikkingen die uit de schaduwdimensie de wereld in kwamen. De poort stond te beven in diens voegen. Iedere dag sijpelde er meer duisternis doorheen. 

Mijn ouders, de koning en koningin van de eerste dimensie, hadden een handjevol getrainde soldaten de andere dimensies in gestuurd om de verloren scherven van het hart van de schaduwdimensie te zoeken. De scherven waren ons laatste redmiddel. De enige manier om de schaduwpoort definitief te sluiten. 

Het was twee maanden geleden begonnen. Het eerste duistere wezen was waargenomen in het hart van Ammolite. Waar het vandaan was gekomen, wisten we niet. Wat we wel wisten, was dat het demonische monster een drietal engelen had aangevallen en de rest van de omstanders doodsangst had ingeboezemd voordat het uitgeschakeld kon worden door paleiswachters. Het was zinloos om tot de godin te bidden voor bescherming, maar ik hield mijn hart vast voor de dag dat de gedaanteverwisselaars door de poort heen zouden breken.

Er was een felle discussie losgebarsten toen ik mijn ouders had verteld dat ik samen met mijn vrienden terug zou keren naar de achtste dimensie. Dat was een keuze waar ik niet al te lang over na had hoeven te denken toen ik er lucht van kreeg dat er in de tweede dimensie ook duistere wezens werden waargenomen. De eerste dimensie had genoeg sterke, gezegende krijgers om voor hen te vechten. De achtste dimensie niet. 

Ik kleedde mij aan en ging naar de kamers van Katana en Calum, waar we de laatste tijd afspraken voor onze vergaderingen. Zoals ik al verwachtte was ik de laatste. 

'We waren net aan het overwegen om je persoonlijk uit je bed te sleuren,' zei Katana bij wijze van begroeting. 

Ik glimlachte, maar ging er verder niet op in. Ik ging naast Elora op de bankleuning zitten en keek naar de uitgeslapen gezichten van mijn vrienden. Ik las er gemengde gevoelens op af. Ashlynn had de meeste moeite om het te verbergen. Blijdschap omdat we terug zouden keren naar huis, verdriet omdat we dat zonder Feline zouden doen. 

Niet iedereen zou mee gaan naar de achtste dimensie. Ik keek naar Elora. 'Ben je er over uit wat je gaat doen?' 

Ze knikte. 'Ik ga terug naar de vijfde dimensie.' 

De brunette droeg haar oorlogskroon niet meer, maar straalde nog net zoveel autoriteit uit als toen ik haar voor het eerst zag in de schaduwdimensie. Zij was de enige die in de afgelopen zes maanden een paar keer op en neer had gereisd tussen de eerste en de vijfde dimensie. Iedere keer weer kwam ze terug om de vergaderingen bij te wonen. Wat dat betrof was ze een betere beschermer van haar dimensie dan ik ooit van de mijne zou kunnen zijn. Haar hart klopte voor haar dimensie. Het was ongelooflijk. 

'Ik heb honderd krijgers die de dimensie afstruinen om te kijken of er misschien ergens een scherf is,' zei ze, haar gezicht stond bewolkt. 'Er zijn zoveel dimensies...' 

Niemand zei iets. Het was al heel vaak ter sprake gekomen. Er waren misschien wel duizenden dimensies. Niemand kon dat met zekerheid zeggen. We zouden er waarschijnlijk ook nooit achter kunnen komen. Reizen tussen dimensies koste zoveel energie, dat niemand ooit verder was gekomen dan de honderdste dimensie. Dat betekende dat we alleen maar konden hopen dat de scherven in de omliggende dimensies waren. Anders waren we misschien al verloren voordat we überhaupt aan onze zoektocht konden beginnen.

Elin, die vandaag haar typerende dubbele vlechten droeg, kuchte zachtjes. 'Ik ga terug naar de zevende dimensie,' zei ze. 'Ik denk dat ik een of andere oude vent van de troon moet stoten, maar daarna kan ik land en zee afzoeken.' 

De intelligente, jonge piraat bleef verrassend. Tijdens de vergaderingen hield ze vaak haar mond. Dat kon ik haar niet kwalijk nemen. Bij de meeste vergaderingen waren mijn mondige broers aanwezig en die hadden altijd een uitgesproken mening. Elin kwam vaak na de vergaderingen tot haar recht met haar scherpe en gevatte opmerkingen. Zij was immers degene die ons een een weg naar de schaduwdimensie had gegeven toen er geen scherf meer was geweest om een portaal te openen.

Ik knikte naar de twee dames. 'Mocht het erop aankomen, kunnen we dan een beroep doen op jullie krijgers?' 

Zowel Elin als Elora knikte ijverig. Ook een scenario dat al meermaals was doorgesproken. Als we de scherven niet op tijd zouden kunnen vinden, zou de poort in zijn geheel openbreken en dan moesten we wel vechten tegen de monsters die de wereld in zouden komen. Monsters die de eerste dimensie waarschijnlijk als eerste zouden verscheuren. 

Ashlynn, Calum en Katana zouden mee terug gaan naar de achtste dimensie. Daarmee was alles besproken. Het voelde als een opluchting om de eerste dimensie weer te kunnen verlaten. In de afgelopen zes maanden was het weer haarfijn duidelijk geworden waarom ik toentertijd had besloten om de eerste dimensie de rug toe te keren. Ik stond nog altijd niet op goede voet met mijn familie.

Dat kwam misschien ook wel door het feit dat ik tegenwoordig een gouden ring om mijn vinger droeg. Ik had de furie in de ogen van mijn moeder gezien toen ik mijn familie had verteld dat ik Feline ten huwelijk had gevraagd in de schaduwdimensie. En dat ze ja had gezegd. Ze had niets weten te zeggen toen ik daarna ook nog verklaarde dat het huwelijk gezegend was door de godin haarzelf. Sinds dat moment had niemand nog een kwaad woord over Feline gesproken. 

En terecht. Deze veredelde dimensie had genoeg te danken aan mijn wederhelft. 

Ik streek met mijn duim over de kleine, blauwe steen die in de gouden ring zat. Hoewel de band, de connectie, die tussen ons in lag al zweeg sinds de dag dat ze door dat verdomde portaal was gestapt, wist ik dat ze nog leefde. Ik voelde haar sluimerende vuur nog aan de rand van mijn ziel. Onbereikbaar, maar aanwezig. De dag dat ik zou stoppen met zoeken naar dat vuur, was de dag dat dat vuur doofde, of mijn eigen ijs definitief was gesmolten.

Elora stootte mij aan. 'Kan ik even met je praten?'

We namen afstand van de rest van de groep. Elora fronste diep.

'Wat is er mis?' vroeg ik zachtjes aan haar.

Ze streek haar dikke, bruine haar over haar schouder. 'Er is iets wat je moet weten. Toen ik van de week in de vijfde dimensie was, hebben wij de eerste duistere wezens gezien.' 

Ik slikte. 'In de vijfde dimensie dus ook al?' 

Ze knikte. 'Het lijkt erop dat ze via de eerste dimensie in onze wereld komen en dat ze vanuit hier naar de andere dimensies kunnen reizen. Hoe ze het ook doen, het gaat snel. En het zijn er meer dan hier.'

'Hoe bedoel je meer?' 

Elora keek ernstig. 'Precies zoals ik het zeg, Jurian. Het zijn wezens die voortkomen uit duisternis. Ze zijn bang voor licht, dus zoeken ze dimensies met minder licht. We hebben er deze week alleen al tientallen gezien. De tijd zal er alleen maar meer brengen.' Ze wierp een vluchtige blik over haar schouder. 'Ik vrees voor mijn dimensie. Als we niet snel vorderingen maken met die scherven, ben ik bang dat we de eerste dimensies gaan verliezen aan de duisternis.' 

Een gedurfde uitspraak, maar desondanks niet minder waar. De dimensies die dicht bij de bron van al het onheil stonden, liepen het meeste gevaar. We moesten opschieten. Harder zoeken dan we al deden. En als het erop aankwam, moesten we alles geven in de ultieme eindstrijd. 


The Chosen Ones [NL]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu